Het gebruik van beeldjes uit aardewerk is nog minder goed bekend dan dat van de houten beeldjes. Zij schijnen een verscheidenheid aan functies te vervullen: van bescherming van familie of dorpsgemeenschap tegen diefstal, tot genezing van ziekte en bestraffing van beheksers. Aardewerk werd ook ten behoeve van de vooroudercultus op huisaltaren geplaatst.<BR> <BR> Moeder-en-kindbeelden zijn ongewoon in Mambila kunst.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Antropomorfe vrouwelijke zittende figuur met zogend kindje op de knieën. Vrouwelijke figuur heeft een groot hoofd met ingedeukt gezicht. Kleine kaurischelpen vormen de ogen, zij zijn ingebakken met de opening naar boven. Er bevinden zich twee witte streepjes op de wangen. Het figuur heeft grote oren en het kapsel bestaat uit vier gefigureerde<BR> naar achteren hangende strengen. Om de hals een ketting van lange, smalle, ronde kralen, kleur rood. De ene hand rust onder het hoofdje van het kindje, de ander over de beentjes van het kind. Het kind heeft een groot hoofd met grote ronde ogen, ingegroefd haar en grote oren. Kleine voetjes, handje om de rechterborst van de moeder. De moeder heeft om haar linkerarm een rechthoekig stukje gevlochten raffia en waarschijnlijk aan een koordje een tas, van oranje raffia en textiel. Zij zit op een krukje. De rug, achterwerk en de benen zijn nogal grof, knobbelig gevormd. Om de heupen een gordel met cirkeltjes. De voeten zijn kort met lange tenen, de nagels zijn aangegeven door cirkeltjes, zo ook de nagels van de handen. Moeder en kind staan op een ellipsvormige voet met gefigureerde buitenrand. Beeld is voornamelijk donker van kleur, met sporen rood, wit en zwart.