Ijzergeld

Net als in andere traditionele samenlevingen was 'geld' in Afrika niet het algemeen geldige waardemiddel, dat het in de moderne economie is. Men gebruikte voor verschillende doeleinden verschillende ruilmiddelen. Deze hadden naast hun marktwaarde ook vaak betekenis in het sociale en religieuze leven. In grote delen van Afrika deed metaal dienst als betaalmiddel, juist omdat het niet overal gevonden werd en winning en bewerking ervan speciale kundigheden vereisen. Men had ook vertrouwen in metaal door de magisch- religieuze sfeer waarmee dit materiaal omgeven was. Dit zogenaamde ijzergeld kende een grote diversiteit aan vormen, vaak beïnvloed door niet Afrikaanse elementen ontstaan door veroveringen, handelscontacten en kolonisatie en werd over grote afstanden verhandeld. Grofweg valt het ijzergeld onder te verdelen in een tweetal categoriën. De eerste categorie bestaat uit metalen voorwerpen die naast hun gebruiksfunctie ook waarde als geld hadden. Vaak vervielen deze gebruiksvoorwerpen tot betaalmiddel als ze hun 'werk' volbracht hadden. De tweede categorie bestaat uit geld dat eruit ziet als gebruiksvoorwerp, maar alleen als betaalmiddel functioneerde. Hoe abstracter en verfijnder de uitwerking van het voorwerp des te groter de kans dat het als betaalmiddel werd gebruikt. Veel ijzergeld is ontstaan uit of heeft de vorm van hakbladen, messen en speerpunten.<BR> <BR> Deze staaf wordt ook wel Calabar genoemd, vernoemd naar de plaats Calabar, alwaar deze staven als betaalmiddel heel populair waren. Dergelijke staven uit een koperlegering werden eveneens verwerkt tot armbanden. Als betaalmiddel was in 1856 een staaf evenveel waard als een shilling. Deze staven konden ook buiten Calabar worden aangetroffen. Tot in de 20ste eeuw werden ze gebruikt door de Fulani en stonden ze bekend onder de naam ude bij de Igbo. Uiteindelijk werden dergelijke staven vervangen door manilla's.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Gebogen koperen staaf van ongeveer 0,6 cm doorsnede.

Ijzergeld

Net als in andere traditionele samenlevingen was 'geld' in Afrika niet het algemeen geldige waardemiddel, dat het in de moderne economie is. Men gebruikte voor verschillende doeleinden verschillende ruilmiddelen. Deze hadden naast hun marktwaarde ook vaak betekenis in het sociale en religieuze leven. In grote delen van Afrika deed metaal dienst als betaalmiddel, juist omdat het niet overal gevonden werd en winning en bewerking ervan speciale kundigheden vereisen. Men had ook vertrouwen in metaal door de magisch- religieuze sfeer waarmee dit materiaal omgeven was. Dit zogenaamde ijzergeld kende een grote diversiteit aan vormen, vaak beïnvloed door niet Afrikaanse elementen ontstaan door veroveringen, handelscontacten en kolonisatie en werd over grote afstanden verhandeld. Grofweg valt het ijzergeld onder te verdelen in een tweetal categoriën. De eerste categorie bestaat uit metalen voorwerpen die naast hun gebruiksfunctie ook waarde als geld hadden. Vaak vervielen deze gebruiksvoorwerpen tot betaalmiddel als ze hun 'werk' volbracht hadden. De tweede categorie bestaat uit geld dat eruit ziet als gebruiksvoorwerp, maar alleen als betaalmiddel functioneerde. Hoe abstracter en verfijnder de uitwerking van het voorwerp des te groter de kans dat het als betaalmiddel werd gebruikt. Veel ijzergeld is ontstaan uit of heeft de vorm van hakbladen, messen en speerpunten.<BR> <BR> Deze staaf wordt ook wel Calabar genoemd, vernoemd naar de plaats Calabar, alwaar deze staven als betaalmiddel heel populair waren. Dergelijke staven uit een koperlegering werden eveneens verwerkt tot armbanden. Als betaalmiddel was in 1856 een staaf evenveel waard als een shilling. Deze staven konden ook buiten Calabar worden aangetroffen. Tot in de 20ste eeuw werden ze gebruikt door de Fulani en stonden ze bekend onder de naam ude bij de Igbo. Uiteindelijk werden dergelijke staven vervangen door manilla's.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Gebogen koperen staaf van ongeveer 0,6 cm doorsnede.