Ipawo ase

Een dergelijke staf, 'ipawo ase' of 'scepter van de levenskracht' genoemd, kan worden gehanteerd door ieder die over voldoende gezag en levenskracht beschikt, dat wil zeggen wijkhoofden, priesters, Oshugo-ouderlingen en koningen (Drewal c.s., 1989: fig. 132, 133 en p. 133). Dergelijke functionarissen hanteren zo'n staf bij rituele gelegenheden als, volgens H. Drewal, "hun feitelijke stem niet gehoord mag worden", omdat de persoon zich achter de functie dient te verschuilen.<BR> <BR> In het verleden heeft dit object de volgende toeschrijving gekregen:<BR> Waarschijnlijk een ritueel voorwerp, wellicht een Onile-figuur: zgn. 'eigenaar van het huis', uitbeelding van stichters van verwantschapsgroepen. Het holle onderstuk zou dan als een soort altaar beschouwd kunnen worden. Het object is in geen geval de helft van een Edan-koppel; een voorwerp dat tot de standaard-uitrusting behoort van leden van het geheime Ogboni-genootschap. Het feit dat boven-en onderstuk niet aan elkaar bevestigd zijn getuigt van een 'stilstaand' gebruik. Dit is bij edans niet het geval. Ook het gegeven dat alle crotals nog aanwezig zijn sluit hierbij aan. Bij edans zelden het geval. De aanwezigheid van alle crotals doet ook vermoeden dat het hier niet gaat om een rammelaar, waarmee voorouders opgeroepen kunnen worden. Ook in dat geval komt het praktisch nooit voor dat het aantal belletjes compleet is. Dat het hier vermoedelijk gaat om een Onile-figuur wordt nog eens bevestigd door de 'zittende' houding en de nadruk die op de vulva valt, als symbool van vruchtbaarheid.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Bij deze scepter is het oorspronkelijke middenstuk (dat als handvat dient) verloren gegaan. Het bovenste gedeelte bestaat uit een naakte antropomorfe vrouwfiguur die haar handen in Oshugbo-groet voor haar buik houdt. Op het voorhoofd zijn Oshugbo halve manen aangebracht en om de hals, pols en enkels bevinden zich sierbanden. Zij draagt een breedgerande hoed met belletjes aan de rand en twee korte gedraaide staafjes bovenop. De vrouw zit op een krukje dat staat op een ronde plaat met afhangende belletjes aan de rand. Het klokvormige onderstuk van de scepter, dat van boven is afgesloten door een cirkelvormige plaat, is aan de voor- en achterkant versierd met een antropomorf figuur met omhoog gebogen meervalbenen. De armen met de handen in Oshugbo-groet steken geheel vrij in hoogreliëf naar voren. De figuren hebben zeer breed, elkaar overlappende Oshugbo-halvemanen op het voorhoofd. De aanduiding van een driehoekig hoedje is opgenomen in een golfornament. Links en rechts tussen beide figuren in staat een andere antropomorfe figuur en profiel, links naar voren en rechts naar achteren gericht. De armen lijken een cirkel rond het hoofd te vormen. In de uitstaande rand van het onderstuk zitten geen gaten voor belletjes.

Ipawo ase

Een dergelijke staf, 'ipawo ase' of 'scepter van de levenskracht' genoemd, kan worden gehanteerd door ieder die over voldoende gezag en levenskracht beschikt, dat wil zeggen wijkhoofden, priesters, Oshugo-ouderlingen en koningen (Drewal c.s., 1989: fig. 132, 133 en p. 133). Dergelijke functionarissen hanteren zo'n staf bij rituele gelegenheden als, volgens H. Drewal, "hun feitelijke stem niet gehoord mag worden", omdat de persoon zich achter de functie dient te verschuilen.<BR> <BR> In het verleden heeft dit object de volgende toeschrijving gekregen:<BR> Waarschijnlijk een ritueel voorwerp, wellicht een Onile-figuur: zgn. 'eigenaar van het huis', uitbeelding van stichters van verwantschapsgroepen. Het holle onderstuk zou dan als een soort altaar beschouwd kunnen worden. Het object is in geen geval de helft van een Edan-koppel; een voorwerp dat tot de standaard-uitrusting behoort van leden van het geheime Ogboni-genootschap. Het feit dat boven-en onderstuk niet aan elkaar bevestigd zijn getuigt van een 'stilstaand' gebruik. Dit is bij edans niet het geval. Ook het gegeven dat alle crotals nog aanwezig zijn sluit hierbij aan. Bij edans zelden het geval. De aanwezigheid van alle crotals doet ook vermoeden dat het hier niet gaat om een rammelaar, waarmee voorouders opgeroepen kunnen worden. Ook in dat geval komt het praktisch nooit voor dat het aantal belletjes compleet is. Dat het hier vermoedelijk gaat om een Onile-figuur wordt nog eens bevestigd door de 'zittende' houding en de nadruk die op de vulva valt, als symbool van vruchtbaarheid.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Bij deze scepter is het oorspronkelijke middenstuk (dat als handvat dient) verloren gegaan. Het bovenste gedeelte bestaat uit een naakte antropomorfe vrouwfiguur die haar handen in Oshugbo-groet voor haar buik houdt. Op het voorhoofd zijn Oshugbo halve manen aangebracht en om de hals, pols en enkels bevinden zich sierbanden. Zij draagt een breedgerande hoed met belletjes aan de rand en twee korte gedraaide staafjes bovenop. De vrouw zit op een krukje dat staat op een ronde plaat met afhangende belletjes aan de rand. Het klokvormige onderstuk van de scepter, dat van boven is afgesloten door een cirkelvormige plaat, is aan de voor- en achterkant versierd met een antropomorf figuur met omhoog gebogen meervalbenen. De armen met de handen in Oshugbo-groet steken geheel vrij in hoogreliëf naar voren. De figuren hebben zeer breed, elkaar overlappende Oshugbo-halvemanen op het voorhoofd. De aanduiding van een driehoekig hoedje is opgenomen in een golfornament. Links en rechts tussen beide figuren in staat een andere antropomorfe figuur en profiel, links naar voren en rechts naar achteren gericht. De armen lijken een cirkel rond het hoofd te vormen. In de uitstaande rand van het onderstuk zitten geen gaten voor belletjes.