In de Ibibio cultuur spelen de meeste maskers een rol binnen één van de geheime genootschappen die actief zijn op sociaal, politiek en religieus gebied. De belangrijkste van deze bonden is de ekpo, wat 'overleden voorouder' of 'spook' betekent. Er bestaat er één in elk dorp en het houdt zich bezig met initiatie van jongeren, de vooroudercultus, de bescherming van de gemeenschap tegen elke vorm van agressie en de handhaving van recht en orde.<BR> <BR> De ekpo-maskers stellen voorouders voor. Ze vertonen een grote verscheidenheid en worden in twee grote groepen onderverdeeld. Enerzijds zijn er de geraffineerde maskers (mfon) voor de geesten van de overledenen die rust hebben gevonden en anderzijds de groteske maskers (idiok) die zwervende geesten voorstellen. Dit masker behoort tot de laatste groep. De open mond is een teken van agressie, hun lelijkheid en woestheid geeft de maskerade waarin ze optreden een vervaarlijk karakter - niet-ingewijden kunnen beter wegblijven.<BR> <BR> De zogeheten ziektemaskers behoren binnen de idiok-groep van ekpo-maskers. Het betreft naar alle waarschijnlijkheid verschillende stadia en voorstellingswijzen van de tertiaire vorm van framboesia-ziekte ('gangosa' of 'rhinopharyngitus mutilans' genaamd), een tropische ziekte die de mond en neus aantast. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, spelen deze maskers geen rol bij de ziektebestrijding zelf. Ze herinneren de leden van het genootschap en de hele gemeenschap eraan dat de wetten moeten worden geëerbiedigd: wie niet het rechte pad bewandelt, zal door de uitgebeelde ziekte worden getroffen.<BR> <BR> Beschrijving<BR> Antropomorf houten masker met verwrongen asymetrisch gezicht waarin zich een scheefgetrokken mond met een gespleten bovenlip bevindt en uitpuilende ogen. Op beide wangen zijn diepe 'litteken' groeven aangebracht die vervolgens rood zijn gekleurd. De rest van het gelaat is zwart van kleur.