Adrar

Deze met henna geverfde doek is of rond 2000 speciaal voor de markt van verzamelaars gemaakt of een oudere doek die door Amazighvrouwen werd gedragen. In de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw werden dergelijke doeken als hoofddoek cq. omslagdoek gedragen. Ze behoorden tot de dagelijkse dracht van vrouwen van de Ahel Telt bevolkingsgroep die woonde in het overgangsgebied Beni Ouarain (Midden Atlas) naar de Rif. <BR> <BR> Over de doeken is veel discussie. In 1938 beschreef de Fransman Marcel Vicaire in detail hoe deze doeken gemaakt werden; bovendien, en dit bleek cruciaal, hij publiceerde een foto. Volgens textielkenner Marie-Rose Rabaté waren de doeken eind jaren 1990 allang vergeten, en de overgebleven exemplaren zo goed als vergaan, totdat vrouwen uit de regio ze opnieuw gingen maken op basis van Vicaire's foto. Toen deze nieuwe doeken op de markt kwamen werd het gerucht verspreid dat er nog maar vijftien exemplaren over waren gebleven. Aangetrokken door de zeldzaamheid van de doeken boden verzamelaars hoge prijzen: van zo'n 2.300 euro in 1999 tot meer dan 10.000 euro in 2002. Op dat moment waren er al meer dan honderd doeken op de markt gekomen (Rabaté en Sorber 2007: 256-258). Volgens andere deskundigen, Gebhart Blazek en Henri Crouzet, werden de doeken echter ook nog later in de 20e eeuw gemaakt. Met C14-testen toonden zij aan dat er wel degelijk doeken uit de tweede helft van de 20e eeuw bestaan en dat sommigen doeken nog in goede staat zijn (Blazek en Crouzet 2008). Nader onderzoek van deze doek moet uitwijzen tot welke groep deze behoort.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Fijn geweven zwarte wol met gerafelde uiteinden. Met tiedye techniek is een vorm van vijf cirkels met daarbinnen een vlekmotief aangebracht. De gebruikte verfstof is henna.<BR>

Adrar

Deze met henna geverfde doek is of rond 2000 speciaal voor de markt van verzamelaars gemaakt of een oudere doek die door Amazighvrouwen werd gedragen. In de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw werden dergelijke doeken als hoofddoek cq. omslagdoek gedragen. Ze behoorden tot de dagelijkse dracht van vrouwen van de Ahel Telt bevolkingsgroep die woonde in het overgangsgebied Beni Ouarain (Midden Atlas) naar de Rif. <BR> <BR> Over de doeken is veel discussie. In 1938 beschreef de Fransman Marcel Vicaire in detail hoe deze doeken gemaakt werden; bovendien, en dit bleek cruciaal, hij publiceerde een foto. Volgens textielkenner Marie-Rose Rabaté waren de doeken eind jaren 1990 allang vergeten, en de overgebleven exemplaren zo goed als vergaan, totdat vrouwen uit de regio ze opnieuw gingen maken op basis van Vicaire's foto. Toen deze nieuwe doeken op de markt kwamen werd het gerucht verspreid dat er nog maar vijftien exemplaren over waren gebleven. Aangetrokken door de zeldzaamheid van de doeken boden verzamelaars hoge prijzen: van zo'n 2.300 euro in 1999 tot meer dan 10.000 euro in 2002. Op dat moment waren er al meer dan honderd doeken op de markt gekomen (Rabaté en Sorber 2007: 256-258). Volgens andere deskundigen, Gebhart Blazek en Henri Crouzet, werden de doeken echter ook nog later in de 20e eeuw gemaakt. Met C14-testen toonden zij aan dat er wel degelijk doeken uit de tweede helft van de 20e eeuw bestaan en dat sommigen doeken nog in goede staat zijn (Blazek en Crouzet 2008). Nader onderzoek van deze doek moet uitwijzen tot welke groep deze behoort.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Fijn geweven zwarte wol met gerafelde uiteinden. Met tiedye techniek is een vorm van vijf cirkels met daarbinnen een vlekmotief aangebracht. De gebruikte verfstof is henna.<BR>