Export cloth

In India brengt een patolu geluk, bezit een beschermende werking en wordt geassocieerd met traditie, voorspoed en welvaart.<BR> <BR> Een patolu [enkelvoud] bezit altijd minstens drie kleuren maar de overheersende kleur is rood. Naast rood komen wit, zwart, donkerblauw en soms ook geel en groen voor.<BR> Het dominerende rood bezit een positieve betekenis in patola [meervoud].<BR> <BR> Voor zowel hindoes, jains als moslims gelden patola als prestigieuze voorwerpen. De doeken worden in India gebruikt bij belangrijke sociale gebeurtenissen als huwelijken (als doek die over bruid en bruidegom wordt gedrapeerd - zie litt. 1, p.30 - , niet als door de bruid gedragen sari; of als doek die alleen de bruidegom over een schouder draagt; wel kunnen de gasten een patolu als sari dragen; ook bezit de patolu op een bruiloft de functie van ceremonieel geschenk aan de bruid), religieuze festivals en bepaalde ceremoniën. Zo vindt er in de zevende maand van de zwangerschap een ritueel plaats waarbij de vrouw een patolu die geschonken is door de familie van haar man draagt als sari of deze omslaat vanwege de gelukbrengende en beschermende eigenschappen van een patolu.<BR> <BR> Eenzelfde positieve connotatie bezaten patola in de zuidelijke Filippijnen en in Indonesië waar zij door de VOC als relatiegeschenk werden gegeven aan lokale machthebbers of direct werden gebruikt als betaalmiddel dan wel ruilobject bij het verwerven van de felbegeerde specerijen, zoals op de Molukken. Patola waren al voor de VOC tijd vanuit Gujarat, waar zij werden geweven, geëxporteerd naar Indonesië en hoogstwaarschijnlijk haakte de VOC in op een bestaand gebruik.<BR> Patola genoten in Indonesië niet alleen een chique uitstraling. Veel meer dan in hun land van herkomst, India, bezaten zij een grote symbolische en religieuze betekenis en behoorden vaak tot de pusaka of gekoesterde erfstukken van een gemeenschap. In die hoedanigheid werden ze vereerd als heilige objecten, werden er magische krachten aan toegeschreven die tot heil van de dorpsbewoners strekten of werden zij gebruikt bij ceremoniën zoals vorstenbegrafenissen. Ook werden de doeken geacht genezende eigenschappen te bezitten.<BR> Anders dan in India werden patola zelden of nooit gebruikt als kleding. Hun primaire functie was die van ritueel voorwerp.<BR> <BR> Deze specifieke export patolu voor de Indonesische markt was, gezien de afmetingen, geen doek om op te hangen bij ceremoniële gelegenheden maar veeleer gebruikt als schouderdoek (slendang) of sjerp.<BR> Export doeken waren doorgaans losser geweven dan patola voor de eigen markt. Ook was in exportdoeken vaak - goedkopere - katoen gemengd, hetgeen niet het geval is met deze zuiver zijden patolu. Vaak was de doek, en vooral een uiteinde, zo losjes geweven dat amper te zien valt dat sprake is van een ikatpatroon. Soms ook werd voor de uiteinden ruwere en dikkere zijde gebruikt. De meest verfijnde exemplaren hadden gouddraad ingeweven in een uiteinde.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Patola zijn - doorgaans van zijde vervaardigde - doeken uit Gujarat in Noordwest-India. Ze worden gemaakt door leden van de Salvikaste. Het ornament van deze doeken is uitgevoerd in dubbel-ikat (in India: bandha genoemd), ikat op de schering en inslag.<BR> Tegenwoordig worden zij alleen nog in Patan vervaardigd. Vroeger ook in Surat en Ahmedabad, Gujarat, en ook in Jalna, Maharashtra.<BR> De huidige Salvi gemeenschap in Patan is bijna uitsluitend jain, maar er zijn ook hindoe families (aanhangers van Vishnu) en enkele gemengd jain-hindoe families. Het weven is een zuivere Salvi aangelegenheid maar anderen konden betrokken zijn bij het verven en afbinden der garens.<BR> De Salvi wevers uit Jalna maakten gebruik van draden die in Surat waren geverfd. Het eindproduct zonden zij naar Surat, voor de verkoop aldaar.<BR> <BR> Patolu 1323-6 komt waarschijnlijk uit Patan.

Export cloth

In India brengt een patolu geluk, bezit een beschermende werking en wordt geassocieerd met traditie, voorspoed en welvaart.<BR> <BR> Een patolu [enkelvoud] bezit altijd minstens drie kleuren maar de overheersende kleur is rood. Naast rood komen wit, zwart, donkerblauw en soms ook geel en groen voor.<BR> Het dominerende rood bezit een positieve betekenis in patola [meervoud].<BR> <BR> Voor zowel hindoes, jains als moslims gelden patola als prestigieuze voorwerpen. De doeken worden in India gebruikt bij belangrijke sociale gebeurtenissen als huwelijken (als doek die over bruid en bruidegom wordt gedrapeerd - zie litt. 1, p.30 - , niet als door de bruid gedragen sari; of als doek die alleen de bruidegom over een schouder draagt; wel kunnen de gasten een patolu als sari dragen; ook bezit de patolu op een bruiloft de functie van ceremonieel geschenk aan de bruid), religieuze festivals en bepaalde ceremoniën. Zo vindt er in de zevende maand van de zwangerschap een ritueel plaats waarbij de vrouw een patolu die geschonken is door de familie van haar man draagt als sari of deze omslaat vanwege de gelukbrengende en beschermende eigenschappen van een patolu.<BR> <BR> Eenzelfde positieve connotatie bezaten patola in de zuidelijke Filippijnen en in Indonesië waar zij door de VOC als relatiegeschenk werden gegeven aan lokale machthebbers of direct werden gebruikt als betaalmiddel dan wel ruilobject bij het verwerven van de felbegeerde specerijen, zoals op de Molukken. Patola waren al voor de VOC tijd vanuit Gujarat, waar zij werden geweven, geëxporteerd naar Indonesië en hoogstwaarschijnlijk haakte de VOC in op een bestaand gebruik.<BR> Patola genoten in Indonesië niet alleen een chique uitstraling. Veel meer dan in hun land van herkomst, India, bezaten zij een grote symbolische en religieuze betekenis en behoorden vaak tot de pusaka of gekoesterde erfstukken van een gemeenschap. In die hoedanigheid werden ze vereerd als heilige objecten, werden er magische krachten aan toegeschreven die tot heil van de dorpsbewoners strekten of werden zij gebruikt bij ceremoniën zoals vorstenbegrafenissen. Ook werden de doeken geacht genezende eigenschappen te bezitten.<BR> Anders dan in India werden patola zelden of nooit gebruikt als kleding. Hun primaire functie was die van ritueel voorwerp.<BR> <BR> Deze specifieke export patolu voor de Indonesische markt was, gezien de afmetingen, geen doek om op te hangen bij ceremoniële gelegenheden maar veeleer gebruikt als schouderdoek (slendang) of sjerp.<BR> Export doeken waren doorgaans losser geweven dan patola voor de eigen markt. Ook was in exportdoeken vaak - goedkopere - katoen gemengd, hetgeen niet het geval is met deze zuiver zijden patolu. Vaak was de doek, en vooral een uiteinde, zo losjes geweven dat amper te zien valt dat sprake is van een ikatpatroon. Soms ook werd voor de uiteinden ruwere en dikkere zijde gebruikt. De meest verfijnde exemplaren hadden gouddraad ingeweven in een uiteinde.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Patola zijn - doorgaans van zijde vervaardigde - doeken uit Gujarat in Noordwest-India. Ze worden gemaakt door leden van de Salvikaste. Het ornament van deze doeken is uitgevoerd in dubbel-ikat (in India: bandha genoemd), ikat op de schering en inslag.<BR> Tegenwoordig worden zij alleen nog in Patan vervaardigd. Vroeger ook in Surat en Ahmedabad, Gujarat, en ook in Jalna, Maharashtra.<BR> De huidige Salvi gemeenschap in Patan is bijna uitsluitend jain, maar er zijn ook hindoe families (aanhangers van Vishnu) en enkele gemengd jain-hindoe families. Het weven is een zuivere Salvi aangelegenheid maar anderen konden betrokken zijn bij het verven en afbinden der garens.<BR> De Salvi wevers uit Jalna maakten gebruik van draden die in Surat waren geverfd. Het eindproduct zonden zij naar Surat, voor de verkoop aldaar.<BR> <BR> Patolu 1323-6 komt waarschijnlijk uit Patan.