House of (former) slaves on the plantation

Tekening<BR> Tekening gemaakt door marinecommandant Hendrik Huygens (1810-1867) omstreeks 1850. De tekening, die op een passe-partout geplakt is, is een gewassen potloodtekening. De passe-partout is voorzien van de met pen beschreven titel Negerhut op Plantage. Het is niet bekend of passe-partout en titel origineel zijn, maar het handschrift is negentiende-eeuws (1). De tekening is onderdeel van een set van 26 aangekochte tekeningen van de hand van Hendrik Huygens, die hoogstwaarschijnlijk allen Suriname verbeelden. <BR> <BR> Voorstelling<BR> Het is een staande voorstelling. Volgens de titel verbeeldt de tekening dat deel van een plantage waar de ‘negers’ woonden. Het is een plek met veel bomen. Midden in de voorstelling zien wij een huisje, opgebouwd uit verticale planken en een dak dat waarschijnlijk gemaakt was van palmbladeren. We zien verschillende voorwerpen tegen en bij het huisje, naast de ingang iets dat op een regenton lijkt. Ook zien wij een zandlopervormig object: hier werd cassave in gestampt (cassave, ook wel maniok genoemd, was een eetbare wortelknol, waar door inheemse Surinaamse bevolking brood en alcoholische dranken - kasiri, tapana - van konden worden gemaakt. Oorspronkelijk kwam de plant uit Brazilië). Verderop, links op de tekening, zien wij een deel van een vergelijkbaar huisje. Op de voorgrond van de voorstelling zien wij twee figuren, een vrouw en een kind. De vrouw zit op de grond, heeft een doek in haar haar geknoopt en houdt iets vast dat op een stok lijkt. Het kind staat voor de vrouw, draagt een wit hemd en houdt iets vast dat op een bakje lijkt. Naast de vrouw op de grond staat een mand. <BR> <BR> Mensen<BR> De vrouw en kind op de tekening zijn vermoedelijk moeder en kind; wellicht woonden zij zelf in één van de twee huisjes. We zien hier dus waarschijnlijk een familiaal aspect van de plantagesamenleving verbeeld. Welke sociale status zij hadden, is niet bekend. Omdat de titel stelt dat het een ‘negerhut op plantage’ is, en slaafgemaakten op de plantages woonden, zou het mogelijk kunnen zijn dat de vrouw een slaafgemaakte voorstelt. De figuren zijn schetsmatig opgezet. Het ontbreken van gedetailleerde figuur-/portretstudies kenmerkt eigenlijk niet alleen deze tekening en de hele set, maar Huygens’ hele oeuvre. Zij zijn altijd onderdeel van het landschap. Waar Huygens wel degelijk aandacht voor had, waren verschillen in de manieren van kleden in de kolonie. Hij maakte er echter niet zulke uitgewerkte studies van als bijvoorbeeld G.P.H. Zimmerman (kapitein van de infanterie en omstreeks 1860 in Suriname, inventarisnummers 1138-17g, 1138-17q, 1138-17r, 1138-17s) of Arnold Borret (griffier, rechter en priester. In Suriname tussen 1878-1888). (2)<BR> <BR> Wonen op de plantage<BR> Surinaamse plantages werden van origine vaak volgens hetzelfde schema gebouwd. Plantages lagen altijd aan het water, veelal aan de rivieren. De woning van de directeur of plantage-eigenaar stond altijd het dichtst bij het water. Daarachter lagen moestuinen, de huizen van de opzichters en de keuken. Weer daarachter lagen de verblijven van de slaafgemaakten. Deze veranderden in de loop van de tijd. Halverwege de achttiende eeuw stonden de woningen van de slaafgemaakten bij elkaar, losstaand, van ‘ronde posten in de grond, met pallisade omslagen en pien gedekt’. Zij werden door slaafgemaakten zelf gebouwd en onderhouden. In de loop van de negentiende eeuw werden deze woningen vaak vervangen door blokwoningen. Dit waren lange, houten gebouwen, meestal rustend op stenen neuten of een stenen voet, met houten vloeren en het dak bedekt met houten dakspanen. Rond 1760 bestond 40% van de woningen van de slaafgemaakten uit blokwoningen; in 1845 was dit percentage verder gestegen tot 81%. (3)<BR> <BR> Kopie<BR> Hendrik Huygens heeft meer geproduceerd dan alleen deze 26 tekeningen. Er zijn nog een zeventigtal werken van zijn hand bekend, die waarschijnlijk eveneens Suriname verbeelden. Een deel daarvan is beschreven door historicus Rudolf van Lier, in een publicatie van de Amsterdamse antiquair Emmering. (4) Hieruit blijkt dat er van sommige tekeningen meerdere versies bestaan, soms uitgevoerd in aquarel. Van deze tekening is geen dubbeling bekend. <BR> Er is een werk van Huygens (die overigens niet tot deze collectie behoort) gereproduceerd in lithografie door steendrukkerij C.W. Mieling; in het tijdschrift Le Moniteur des Indes-Orientales et Occidentales (1848/1849). Voor zover bekend is het de enige aquarel van Huygens die gepubliceerd is.<BR> <BR> Noten<BR> (1) Dit stellen kunsthandelaren Guus Roell en Deon Viljoen in hun veilingcatalogus Uit Verre Streken (2012), waarin een set van 28 tekeningen van de hand van Huygens onder veilingnummer 2 werd aangeboden.<BR> (2) Rosemarijn Hoefte en Clazien Medendorp, Suriname: gezichten, typen en costumen naar de natuur getekend door A. Borret (1848-1888) (Leiden 2003).<BR> (3) Alex van Stipriaan, Surinaams contrast. Roofbouw en overleven in een Caraibische plantagekolonie 1750-1863 (Leiden 1993) 361.<BR> (4) R. van Lier, Suriname omstreeks 1850. 22 tekeningen en aquarellen door Hendrik Huygens (1810-1867) (Amsterdam 1978).<BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Tekening van potlood en gewassen pen. Lijnen getekend en verdund met water zodat er "vlekken" ontstaan.

House of (former) slaves on the plantation

Tekening<BR> Tekening gemaakt door marinecommandant Hendrik Huygens (1810-1867) omstreeks 1850. De tekening, die op een passe-partout geplakt is, is een gewassen potloodtekening. De passe-partout is voorzien van de met pen beschreven titel Negerhut op Plantage. Het is niet bekend of passe-partout en titel origineel zijn, maar het handschrift is negentiende-eeuws (1). De tekening is onderdeel van een set van 26 aangekochte tekeningen van de hand van Hendrik Huygens, die hoogstwaarschijnlijk allen Suriname verbeelden. <BR> <BR> Voorstelling<BR> Het is een staande voorstelling. Volgens de titel verbeeldt de tekening dat deel van een plantage waar de ‘negers’ woonden. Het is een plek met veel bomen. Midden in de voorstelling zien wij een huisje, opgebouwd uit verticale planken en een dak dat waarschijnlijk gemaakt was van palmbladeren. We zien verschillende voorwerpen tegen en bij het huisje, naast de ingang iets dat op een regenton lijkt. Ook zien wij een zandlopervormig object: hier werd cassave in gestampt (cassave, ook wel maniok genoemd, was een eetbare wortelknol, waar door inheemse Surinaamse bevolking brood en alcoholische dranken - kasiri, tapana - van konden worden gemaakt. Oorspronkelijk kwam de plant uit Brazilië). Verderop, links op de tekening, zien wij een deel van een vergelijkbaar huisje. Op de voorgrond van de voorstelling zien wij twee figuren, een vrouw en een kind. De vrouw zit op de grond, heeft een doek in haar haar geknoopt en houdt iets vast dat op een stok lijkt. Het kind staat voor de vrouw, draagt een wit hemd en houdt iets vast dat op een bakje lijkt. Naast de vrouw op de grond staat een mand. <BR> <BR> Mensen<BR> De vrouw en kind op de tekening zijn vermoedelijk moeder en kind; wellicht woonden zij zelf in één van de twee huisjes. We zien hier dus waarschijnlijk een familiaal aspect van de plantagesamenleving verbeeld. Welke sociale status zij hadden, is niet bekend. Omdat de titel stelt dat het een ‘negerhut op plantage’ is, en slaafgemaakten op de plantages woonden, zou het mogelijk kunnen zijn dat de vrouw een slaafgemaakte voorstelt. De figuren zijn schetsmatig opgezet. Het ontbreken van gedetailleerde figuur-/portretstudies kenmerkt eigenlijk niet alleen deze tekening en de hele set, maar Huygens’ hele oeuvre. Zij zijn altijd onderdeel van het landschap. Waar Huygens wel degelijk aandacht voor had, waren verschillen in de manieren van kleden in de kolonie. Hij maakte er echter niet zulke uitgewerkte studies van als bijvoorbeeld G.P.H. Zimmerman (kapitein van de infanterie en omstreeks 1860 in Suriname, inventarisnummers 1138-17g, 1138-17q, 1138-17r, 1138-17s) of Arnold Borret (griffier, rechter en priester. In Suriname tussen 1878-1888). (2)<BR> <BR> Wonen op de plantage<BR> Surinaamse plantages werden van origine vaak volgens hetzelfde schema gebouwd. Plantages lagen altijd aan het water, veelal aan de rivieren. De woning van de directeur of plantage-eigenaar stond altijd het dichtst bij het water. Daarachter lagen moestuinen, de huizen van de opzichters en de keuken. Weer daarachter lagen de verblijven van de slaafgemaakten. Deze veranderden in de loop van de tijd. Halverwege de achttiende eeuw stonden de woningen van de slaafgemaakten bij elkaar, losstaand, van ‘ronde posten in de grond, met pallisade omslagen en pien gedekt’. Zij werden door slaafgemaakten zelf gebouwd en onderhouden. In de loop van de negentiende eeuw werden deze woningen vaak vervangen door blokwoningen. Dit waren lange, houten gebouwen, meestal rustend op stenen neuten of een stenen voet, met houten vloeren en het dak bedekt met houten dakspanen. Rond 1760 bestond 40% van de woningen van de slaafgemaakten uit blokwoningen; in 1845 was dit percentage verder gestegen tot 81%. (3)<BR> <BR> Kopie<BR> Hendrik Huygens heeft meer geproduceerd dan alleen deze 26 tekeningen. Er zijn nog een zeventigtal werken van zijn hand bekend, die waarschijnlijk eveneens Suriname verbeelden. Een deel daarvan is beschreven door historicus Rudolf van Lier, in een publicatie van de Amsterdamse antiquair Emmering. (4) Hieruit blijkt dat er van sommige tekeningen meerdere versies bestaan, soms uitgevoerd in aquarel. Van deze tekening is geen dubbeling bekend. <BR> Er is een werk van Huygens (die overigens niet tot deze collectie behoort) gereproduceerd in lithografie door steendrukkerij C.W. Mieling; in het tijdschrift Le Moniteur des Indes-Orientales et Occidentales (1848/1849). Voor zover bekend is het de enige aquarel van Huygens die gepubliceerd is.<BR> <BR> Noten<BR> (1) Dit stellen kunsthandelaren Guus Roell en Deon Viljoen in hun veilingcatalogus Uit Verre Streken (2012), waarin een set van 28 tekeningen van de hand van Huygens onder veilingnummer 2 werd aangeboden.<BR> (2) Rosemarijn Hoefte en Clazien Medendorp, Suriname: gezichten, typen en costumen naar de natuur getekend door A. Borret (1848-1888) (Leiden 2003).<BR> (3) Alex van Stipriaan, Surinaams contrast. Roofbouw en overleven in een Caraibische plantagekolonie 1750-1863 (Leiden 1993) 361.<BR> (4) R. van Lier, Suriname omstreeks 1850. 22 tekeningen en aquarellen door Hendrik Huygens (1810-1867) (Amsterdam 1978).<BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Tekening van potlood en gewassen pen. Lijnen getekend en verdund met water zodat er "vlekken" ontstaan.