Plantage Worsteling Jacobs

Tekening<BR> Tekening gemaakt door marinecommandant Hendrik Huygens (1810-1867) omstreeks 1850. De tekening, die op een passe-partout geplakt is, is een gewassen potloodtekening. De passe-partout is voorzien van de met pen beschreven titel "Gezigt op de Plantage Worsteling Jakob". Het is niet bekend of passe-partout en titel origineel zijn, maar het handschrift is negentiende-eeuws (1). De tekening is onderdeel van een set van 26 aangekochte tekeningen van de hand van Hendrik Huygens, die hoogstwaarschijnlijk allen Suriname verbeelden. <BR> <BR> Voorstelling<BR> We zien een lichtglooiend landschap, met centraal in de compositie een grote boom, omringd door enkele steenblokken. De stam is begroeid. Op een van de stenen onder de boom zit een figuur. Hij/zij draagt een hoofddeksel en leunt met beide handen op iets dat op een stok lijkt. Verder weg zien wij twee veedieren in het landschap, en nog verder weg twee gebouwen. <BR> <BR> Geografie: Plantage Worsteling Jacobs<BR> De houtplantage Worsteling Jacobs lag aan de bovenloop van de Surinamerivier. Al aan het eind van de achttiende eeuw, in 1768, was de plantage een steenspringerij van het gouvernement geworden. Hier werden rotsblokken geboord, het geboorde gat werd met kruit gevuld en vervolgens werd het aangestoken om de blokken te laten springen. Deze stenen werden gebruikt voor fundamenten, borstweringen of als versterkingen aan de oevers bij een fort. De steenspringerij werd in 1837 echter opgeheven. Van 1838 tot en met 1842 was de plantage in gebruik als zendingspost van de Hernhutters (ook wel de Evangelische Broedergemeente). (2)<BR> <BR> Traditie<BR> Er zijn meerdere tekeningen in de set die elementen bevatten die lijken te verwijzen naar artistieke tradities uit het verleden. Wij zien bijvoorbeeld een oriëntatie op de Hollandse Gouden Eeuw (inventarisnummer 6464-18). Deze tekening lijkt hier eveneens een voorbeeld van te zijn. De rustende figuur onder de boom doet denken aan de herderfiguren in pastorale landschappen. Dit was een genre dat al in veel landen eerder dan de zeventiende eeuw werd beoefend, denk bijvoorbeeld aan het werk van Peter Paul Rubens. Uit de Hollandse zeventiende eeuw kennen wij schilders die zich specifiek toelegden op het pastorale, bijvoorbeeld Nicolaas Berchem. Deze oriëntatie op een artistieke traditie uit het verleden, op de Hollandse schilderkunst bijvoorbeeld, zien wij eveneens in het werk van een reiziger die ongeveer twintig jaar voor Huygens naar Suriname was gegaan: P.J. Benoit (1782-1854). Uit diens werk nam Huygens soms direct beeldelementen over, te zien in een andere tekening uit de set (inventarisnummer 6464-2). Het idee bestaat dat de oriëntatie op de Hollandse zeventiende eeuw typerend was voor de eerste helft van de negentiende eeuw, als reactie op het gevoel dat men na de Franse overheersing in een periode van verval was geraakt. Hierdoor ontstond er een opleving van traditionele Hollandse genres, zoals de landschappen. (3) Het blijkt bovendien dat het refereren aan artistieke tradities uit het verleden vaker voorkwam in verbeeldingen van het koloniale landschap, bijvoorbeeld door schilders en tekenaars in de Engelse koloniën. Er is gesuggereerd dat er bewust een visuele herkenbaarheid in deze afbeeldingen zat om de kolonie in de sfeer van een Europese visuele traditie te brengen. Onder andere omdat sommige schilders in opdracht van een plantage-eigenaar werkten, leidde dat tot de conclusie dat men zich op deze manier het landschap (visueel) toe-eigende. (4) Het is niet bekend of Huygens voor een opdrachtgever werkte. Eén van zijn tekeningen - niet in de collectie - werd echter wel door steendrukkerij C.W. Mieling in lithografie gepubliceerd in het tijdschrift Le Moniteur des Indes-Orientales et Occidentales (1848-1849). Voor zover bekend is het de enige aquarel van Huygens die gepubliceerd is. Meer specifieke informatie is hieromtrent echter niet bekend.<BR> <BR> Kopie<BR> Hendrik Huygens heeft meer geproduceerd dan alleen deze 26 tekeningen. Er zijn nog een zeventigtal werken van zijn hand bekend, die waarschijnlijk eveneens Suriname verbeelden. Een deel daarvan is beschreven door historicus Rudolf van Lier, in een publicatie van de Amsterdamse antiquair Emmering. (5) Hieruit blijkt dat er van sommige tekeningen meerdere versies bestaan, vaak in aquarel uitgevoerd. Van deze tekening is geen dubbeling bekend. <BR> <BR> Noten<BR> (1) Dit stellen kunsthandelaren Guus Roell en Deon Viljoen in hun veilingcatalogus Uit Verre Streken (2012), waarin een set van 28 tekeningen van de hand van Huygens onder veilingnummer 2 werd aangeboden.<BR> (2) https://docs.google.com/folderview?pli=1&id=0B88mZFitv8embmZaYWFQNnZacDQ (27 januari 2014)<BR> (3) Elmer Kolfin, Van de slavenzweep en de muze. Twee eeuwen verbeelding van slavernij in Suriname (Leiden 1997) 63-64.<BR> (4) Tim Barringer, ‘Picturseque prospects and the Labor of the Enslaved’ in: Tim Barringer en Gillian Forrester en Barbaro Martinez-Ruiz (eds), Art and emancipation in Jamaica. Isaac Mendes Belisario and his worlds (New Haven en Londen 2007) 41-63.<BR> (5) R. van Lier, Suriname omstreeks 1850. 22 tekeningen en aquarellen door Hendrik Huygens (1810-1867) (Amsterdam 1978).<BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Tekening van potlood en gewassen pen. Lijnen getekend en verdund met water zodat er "vlekken" ontstaan.

Plantage Worsteling Jacobs

Tekening<BR> Tekening gemaakt door marinecommandant Hendrik Huygens (1810-1867) omstreeks 1850. De tekening, die op een passe-partout geplakt is, is een gewassen potloodtekening. De passe-partout is voorzien van de met pen beschreven titel "Gezigt op de Plantage Worsteling Jakob". Het is niet bekend of passe-partout en titel origineel zijn, maar het handschrift is negentiende-eeuws (1). De tekening is onderdeel van een set van 26 aangekochte tekeningen van de hand van Hendrik Huygens, die hoogstwaarschijnlijk allen Suriname verbeelden. <BR> <BR> Voorstelling<BR> We zien een lichtglooiend landschap, met centraal in de compositie een grote boom, omringd door enkele steenblokken. De stam is begroeid. Op een van de stenen onder de boom zit een figuur. Hij/zij draagt een hoofddeksel en leunt met beide handen op iets dat op een stok lijkt. Verder weg zien wij twee veedieren in het landschap, en nog verder weg twee gebouwen. <BR> <BR> Geografie: Plantage Worsteling Jacobs<BR> De houtplantage Worsteling Jacobs lag aan de bovenloop van de Surinamerivier. Al aan het eind van de achttiende eeuw, in 1768, was de plantage een steenspringerij van het gouvernement geworden. Hier werden rotsblokken geboord, het geboorde gat werd met kruit gevuld en vervolgens werd het aangestoken om de blokken te laten springen. Deze stenen werden gebruikt voor fundamenten, borstweringen of als versterkingen aan de oevers bij een fort. De steenspringerij werd in 1837 echter opgeheven. Van 1838 tot en met 1842 was de plantage in gebruik als zendingspost van de Hernhutters (ook wel de Evangelische Broedergemeente). (2)<BR> <BR> Traditie<BR> Er zijn meerdere tekeningen in de set die elementen bevatten die lijken te verwijzen naar artistieke tradities uit het verleden. Wij zien bijvoorbeeld een oriëntatie op de Hollandse Gouden Eeuw (inventarisnummer 6464-18). Deze tekening lijkt hier eveneens een voorbeeld van te zijn. De rustende figuur onder de boom doet denken aan de herderfiguren in pastorale landschappen. Dit was een genre dat al in veel landen eerder dan de zeventiende eeuw werd beoefend, denk bijvoorbeeld aan het werk van Peter Paul Rubens. Uit de Hollandse zeventiende eeuw kennen wij schilders die zich specifiek toelegden op het pastorale, bijvoorbeeld Nicolaas Berchem. Deze oriëntatie op een artistieke traditie uit het verleden, op de Hollandse schilderkunst bijvoorbeeld, zien wij eveneens in het werk van een reiziger die ongeveer twintig jaar voor Huygens naar Suriname was gegaan: P.J. Benoit (1782-1854). Uit diens werk nam Huygens soms direct beeldelementen over, te zien in een andere tekening uit de set (inventarisnummer 6464-2). Het idee bestaat dat de oriëntatie op de Hollandse zeventiende eeuw typerend was voor de eerste helft van de negentiende eeuw, als reactie op het gevoel dat men na de Franse overheersing in een periode van verval was geraakt. Hierdoor ontstond er een opleving van traditionele Hollandse genres, zoals de landschappen. (3) Het blijkt bovendien dat het refereren aan artistieke tradities uit het verleden vaker voorkwam in verbeeldingen van het koloniale landschap, bijvoorbeeld door schilders en tekenaars in de Engelse koloniën. Er is gesuggereerd dat er bewust een visuele herkenbaarheid in deze afbeeldingen zat om de kolonie in de sfeer van een Europese visuele traditie te brengen. Onder andere omdat sommige schilders in opdracht van een plantage-eigenaar werkten, leidde dat tot de conclusie dat men zich op deze manier het landschap (visueel) toe-eigende. (4) Het is niet bekend of Huygens voor een opdrachtgever werkte. Eén van zijn tekeningen - niet in de collectie - werd echter wel door steendrukkerij C.W. Mieling in lithografie gepubliceerd in het tijdschrift Le Moniteur des Indes-Orientales et Occidentales (1848-1849). Voor zover bekend is het de enige aquarel van Huygens die gepubliceerd is. Meer specifieke informatie is hieromtrent echter niet bekend.<BR> <BR> Kopie<BR> Hendrik Huygens heeft meer geproduceerd dan alleen deze 26 tekeningen. Er zijn nog een zeventigtal werken van zijn hand bekend, die waarschijnlijk eveneens Suriname verbeelden. Een deel daarvan is beschreven door historicus Rudolf van Lier, in een publicatie van de Amsterdamse antiquair Emmering. (5) Hieruit blijkt dat er van sommige tekeningen meerdere versies bestaan, vaak in aquarel uitgevoerd. Van deze tekening is geen dubbeling bekend. <BR> <BR> Noten<BR> (1) Dit stellen kunsthandelaren Guus Roell en Deon Viljoen in hun veilingcatalogus Uit Verre Streken (2012), waarin een set van 28 tekeningen van de hand van Huygens onder veilingnummer 2 werd aangeboden.<BR> (2) https://docs.google.com/folderview?pli=1&id=0B88mZFitv8embmZaYWFQNnZacDQ (27 januari 2014)<BR> (3) Elmer Kolfin, Van de slavenzweep en de muze. Twee eeuwen verbeelding van slavernij in Suriname (Leiden 1997) 63-64.<BR> (4) Tim Barringer, ‘Picturseque prospects and the Labor of the Enslaved’ in: Tim Barringer en Gillian Forrester en Barbaro Martinez-Ruiz (eds), Art and emancipation in Jamaica. Isaac Mendes Belisario and his worlds (New Haven en Londen 2007) 41-63.<BR> (5) R. van Lier, Suriname omstreeks 1850. 22 tekeningen en aquarellen door Hendrik Huygens (1810-1867) (Amsterdam 1978).<BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Tekening van potlood en gewassen pen. Lijnen getekend en verdund met water zodat er "vlekken" ontstaan.