Siergordel voor vrouwen, gedragen tijdens de dans. Werd traditioneel gedragen op een rokje van gras (Koch, Tafel 17; tekening op pag. 136)<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Lang, dubbelgevouwen snoer van honderden kleine ringen kokosnootschaal aan een gedraaid vezeltouw. De ringen zijn gepolijst.<BR> Het maken van kokosringetjes was vanouds het werk van oudere mannen, die geen ander werk meer verrichtten. In de tijd voor de invoer van metaal werd de schaal van de noot in kleine stukken geslagen met een steen en doorboord met een botsplinter, haaientand of scherp stuk van een slakkenhuis. Ten slotte werden de fragmenten tot ringen geslepen met behulp van een steen (atimata) van een 'rif op de bodem van de zee' (Koch: 132-133).<BR> Later gebeurden de werkzaamheden met een mes.<BR> Dit ambachelijk werk behoort nu waarschijnlijk tot de verleden tijd. Midden jaren zestig van de 20e eeuw was het al aan het uitsterven. (id. 132).