Tot kleine theetafel verbouwd kabinetstandaard uit de V.O.C.-tijd

Deze theetafel bestaat uit een onderstel van een kabinet dat in de tweede helft van de 17de eeuw is gesneden. In de tweede helft van de 19de of begin van de 20ste eeuw werd er een tafelblad opgezet en het geheel tot een theetafeltje verbouwd. De lade is een nieuw element van de late 19de eeuw. (Info Joost Hoving & Reinier Klusener, zie mediakoppeling TXT002487).<BR> <BR> De meubelen uit de tweede helft van de 17de eeuw kenmerken zich door een curieuze mix van Europese en Aziatische stijlen uit die tijd. Er zijn drie vervaardigingscentra uit te maken: de Coromandelkust in India, Sri Lanka en Batavia, Makassar en Ambon in Indonesië. De meubels die in het hindoeïstische gebied zijn vervaardigd, tonen naast Europees vormgevoel figuren uit hindoeïstische verhalen. De afwerking van de meubels was toentertijd minder donker dan nu, integendeel: veel van die meubels waren fel rood gelakt en met goudverf versierd. <BR> <BR> In de 18de eeuw verdwenen de ebbenhouten meubelen met hun Europees-Aziatische stijlenmix uit de huishoudens van de rijke burgers van Batavia en kwamen meer Chinese of Europese meubelen op de markt. (Van Gompel e.a. 2013, 39-46 & 56-63).<BR> <BR> In de koloniale tijd van de 19de en de vroege 20ste eeuw maakten de ebbenhouten meubels van de 17de eeuw een heropleving door. Men begon om opnieuw meubelen in die stijl van de 17de eeuw te maken. Vaak werden hierbij onderdelen van die oude meubelen in verwerkt; het komt voor dat een oude sierlijst een geheel nieuw meubel werd gebruikt. Bovendien werden die stijlen en sierlijsten van 17de-eeuwse meubelen verwerkt in meubelen die toen in die vorm helemaal niet bestonden. Tafels met laden is zoals deze theetafels, is heir een voorbeeld van. Uiteraard werden in die tijd ook oude meubelen veranderd, zo werd de zithoogte van stoelen aangepast aan de toen ‘moderne’ tijd. (Van Gompel e.a. 2013, o.m. blz. 10-11, 75-76 en 87-92).

Tot kleine theetafel verbouwd kabinetstandaard uit de V.O.C.-tijd

Deze theetafel bestaat uit een onderstel van een kabinet dat in de tweede helft van de 17de eeuw is gesneden. In de tweede helft van de 19de of begin van de 20ste eeuw werd er een tafelblad opgezet en het geheel tot een theetafeltje verbouwd. De lade is een nieuw element van de late 19de eeuw. (Info Joost Hoving & Reinier Klusener, zie mediakoppeling TXT002487).<BR> <BR> De meubelen uit de tweede helft van de 17de eeuw kenmerken zich door een curieuze mix van Europese en Aziatische stijlen uit die tijd. Er zijn drie vervaardigingscentra uit te maken: de Coromandelkust in India, Sri Lanka en Batavia, Makassar en Ambon in Indonesië. De meubels die in het hindoeïstische gebied zijn vervaardigd, tonen naast Europees vormgevoel figuren uit hindoeïstische verhalen. De afwerking van de meubels was toentertijd minder donker dan nu, integendeel: veel van die meubels waren fel rood gelakt en met goudverf versierd. <BR> <BR> In de 18de eeuw verdwenen de ebbenhouten meubelen met hun Europees-Aziatische stijlenmix uit de huishoudens van de rijke burgers van Batavia en kwamen meer Chinese of Europese meubelen op de markt. (Van Gompel e.a. 2013, 39-46 & 56-63).<BR> <BR> In de koloniale tijd van de 19de en de vroege 20ste eeuw maakten de ebbenhouten meubels van de 17de eeuw een heropleving door. Men begon om opnieuw meubelen in die stijl van de 17de eeuw te maken. Vaak werden hierbij onderdelen van die oude meubelen in verwerkt; het komt voor dat een oude sierlijst een geheel nieuw meubel werd gebruikt. Bovendien werden die stijlen en sierlijsten van 17de-eeuwse meubelen verwerkt in meubelen die toen in die vorm helemaal niet bestonden. Tafels met laden is zoals deze theetafels, is heir een voorbeeld van. Uiteraard werden in die tijd ook oude meubelen veranderd, zo werd de zithoogte van stoelen aangepast aan de toen ‘moderne’ tijd. (Van Gompel e.a. 2013, o.m. blz. 10-11, 75-76 en 87-92).