Vrijlatingsbrief van een slavin, Maria Arkard

Manumissiebrief voor een slavenmeisje, gedateerd 14 december 1857, en uitgegeven door de gouvernementssecretaris uit naam van de gouverneur van Suriname. Het meisje Mimie, geboren 1852 als dochter van Mieselina en toebehorend aan plantage Dageraad en Dankbaarheid, kreeg de vrijheid van haar eigenaresse J.C. Weimann, geboren Marquard. In de bepaling kreeg Mimie de naam Maria Arkard. De hiertoe uitgeschreven kwitantie bevindt zich in de museumcollectie onder nummer 1268-1. <BR> Een manumissie is doorgaans het onder bepaalde voorwaarden vrijlaten van slaven vóór de afschaffing van de slavernij in 1863. Oorspronkelijk betrof het afspraken tussen eigenaar en slaaf, maar al gauw probeerde de overheid er grip op te krijgen. De vrijheid van de slaven was aan allerlei voorwaarden gebonden, en als aan een deel daarvan niet werd voldaan, kon hij of zij terug vervallen in slavernij (Encyclopedie Suriname, 1977:392). Voorbeelden van deze beperkingen waren het uitgaansverbod na 21:00 uur, verbod op omgang met slaven, en de plicht hun vroege meesters respect te bewijzen.<BR>

Vrijlatingsbrief van een slavin, Maria Arkard

Manumissiebrief voor een slavenmeisje, gedateerd 14 december 1857, en uitgegeven door de gouvernementssecretaris uit naam van de gouverneur van Suriname. Het meisje Mimie, geboren 1852 als dochter van Mieselina en toebehorend aan plantage Dageraad en Dankbaarheid, kreeg de vrijheid van haar eigenaresse J.C. Weimann, geboren Marquard. In de bepaling kreeg Mimie de naam Maria Arkard. De hiertoe uitgeschreven kwitantie bevindt zich in de museumcollectie onder nummer 1268-1. <BR> Een manumissie is doorgaans het onder bepaalde voorwaarden vrijlaten van slaven vóór de afschaffing van de slavernij in 1863. Oorspronkelijk betrof het afspraken tussen eigenaar en slaaf, maar al gauw probeerde de overheid er grip op te krijgen. De vrijheid van de slaven was aan allerlei voorwaarden gebonden, en als aan een deel daarvan niet werd voldaan, kon hij of zij terug vervallen in slavernij (Encyclopedie Suriname, 1977:392). Voorbeelden van deze beperkingen waren het uitgaansverbod na 21:00 uur, verbod op omgang met slaven, en de plicht hun vroege meesters respect te bewijzen.<BR>