'The Museum of Ethnography'

De installatie 'The Museum of Ethnography' (2001) bestaat uit tien metalen 'kijkkastjes' waarin boekpagina's worden gecombineerd met andere objecten die refereren aan de traditionele Indonesische cultuur. Met deze installatie geeft Heri Dono commentaar op de plaats van traditie in de hedendaagse maatschappij en bekritiseert hij de rol van de etnografische musea. De kastjes tonen fragmenten van zogenaamde bevroren tijd, kijkdozen van een andere, exotische cultuur. Daarmee staan ze symbool voor de wijze waarop etnografische musea volgens Heri Dono de traditionele cultuur bewaren. Een etnografisch museum als 'bewaardoos' van de materiële cultuur van de exotische 'Ander'.<BR> Heri Dono is echter van mening dat etnografische musea laboratoria moeten zijn die laten zien dat cultuur nooit een statisch gegeven is, maar in voortdurende verandering. Culturele tradities zijn een voedingsbodem voor het hier en nu. De traditionele cultuur wordt volgens hem te eenzijdig en negatief belicht, zowel in Indonesië als elders. In Yogyakarta zijn bijvoorbeeld vele aspecten van de traditionele cultuur nog springlevend en daarom in z'n geheel niet exotisch. Ze zijn een dagelijkse realiteit voor velen en bewijzen daarmee dat ze zelfs in de tijd van globalisering nog sterk genoeg zijn om te overleven (zie Helena Spanjaard in The Dono Code, 2009: 29).<BR> De buitenzijde van alle kastjes is gelijkvormig. Het zijn oorspronkelijk potten waarin krupuk werd bewaard. Aan de bovenzijde is telkens een schip aangebracht. Dit verwijst naar de schilderijen uit de koloniale periode waarop altijd de schepen van de overheerser zijn afgebeeld, hetgeen betekent dat het land al bezet is. Middenvoor prijkt het wapen van de kraton Yogya. Vroeger in de Suharto tijd gebruikte men de term Istana Pura, een koninkrijk uit de Mahabharata, om vrijelijk over Indonesië te spreken.<BR> De taferelen in de kastjes zijn opgebouwd uit objecten die refereren aan de traditionele cultuur, zoals wajangpoppen en tempo-doeloe foto's. Tempo-doelo betekent letterlijk 'de vroegere tijd' en symboliseert een nostalgische blik naar het koloniale verleden in Nederlands-Indië. Deze objecten mengt Heri Dono met hedendaagse verwijzingen naar onder andere figuren uit de film en stripcultuur.<BR> <BR> <BR> <BR> <BR>

'The Museum of Ethnography'

De installatie 'The Museum of Ethnography' (2001) bestaat uit tien metalen 'kijkkastjes' waarin boekpagina's worden gecombineerd met andere objecten die refereren aan de traditionele Indonesische cultuur. Met deze installatie geeft Heri Dono commentaar op de plaats van traditie in de hedendaagse maatschappij en bekritiseert hij de rol van de etnografische musea. De kastjes tonen fragmenten van zogenaamde bevroren tijd, kijkdozen van een andere, exotische cultuur. Daarmee staan ze symbool voor de wijze waarop etnografische musea volgens Heri Dono de traditionele cultuur bewaren. Een etnografisch museum als 'bewaardoos' van de materiële cultuur van de exotische 'Ander'.<BR> Heri Dono is echter van mening dat etnografische musea laboratoria moeten zijn die laten zien dat cultuur nooit een statisch gegeven is, maar in voortdurende verandering. Culturele tradities zijn een voedingsbodem voor het hier en nu. De traditionele cultuur wordt volgens hem te eenzijdig en negatief belicht, zowel in Indonesië als elders. In Yogyakarta zijn bijvoorbeeld vele aspecten van de traditionele cultuur nog springlevend en daarom in z'n geheel niet exotisch. Ze zijn een dagelijkse realiteit voor velen en bewijzen daarmee dat ze zelfs in de tijd van globalisering nog sterk genoeg zijn om te overleven (zie Helena Spanjaard in The Dono Code, 2009: 29).<BR> De buitenzijde van alle kastjes is gelijkvormig. Het zijn oorspronkelijk potten waarin krupuk werd bewaard. Aan de bovenzijde is telkens een schip aangebracht. Dit verwijst naar de schilderijen uit de koloniale periode waarop altijd de schepen van de overheerser zijn afgebeeld, hetgeen betekent dat het land al bezet is. Middenvoor prijkt het wapen van de kraton Yogya. Vroeger in de Suharto tijd gebruikte men de term Istana Pura, een koninkrijk uit de Mahabharata, om vrijelijk over Indonesië te spreken.<BR> De taferelen in de kastjes zijn opgebouwd uit objecten die refereren aan de traditionele cultuur, zoals wajangpoppen en tempo-doeloe foto's. Tempo-doelo betekent letterlijk 'de vroegere tijd' en symboliseert een nostalgische blik naar het koloniale verleden in Nederlands-Indië. Deze objecten mengt Heri Dono met hedendaagse verwijzingen naar onder andere figuren uit de film en stripcultuur.<BR> <BR> <BR> <BR> <BR>