Anágua

De petticoat is een onderdeel van het kostuum voor Oxalá. Een dergelijk kostuum wordt gedragen in de terreiro Ilê Axé Jagun van de priesteres Mâe Nini als het medium in de Afro-Braziliaanse religie candomblé door deze orixa (godheid) wordt bezeten in zijn verschijningsvorm als Oxalá Oxalufon, de oudere en bedachtzame versie van deze orixa. <BR> <BR> Het kostuum bestaat naast deze petticoat nog uit: een rok, een broek, blouse, twee zijpanden, een hoofddoek met kralensluier en nog een petticoat. De bijbehorende attributen zijn: een blikken kroon, borstgordel, polsbanden en bovenarmbanden; twee kettingen met elk een blikken hanger in de vorm van een duif; een kralensnoer van witte glaskralen; zes ringarmbanden en een ceremoniële staf (paxoro) met blikken hangertjes.<BR> <BR> In de Afro-Braziliaanse religies umbanda en candomblé is de rooms-katholieke figuur van Jezus Christus geliëerd aan de hoogste orixá (godheid) Oxalá. Hij is de godheid van de hemel, de zon, het vuur. Zijn dag is vrijdag en zijn teken het kruis. Zijn kleur is zuiver wit en onder de aan hem geschonken offergaven vindt men rijstemelk, witte duiven en ook alles wat zoet is, met name bijenhoning (Figge, 1973: 327).<BR> <BR> Als een medium tijdens een candomblé dienst door hem bezeten raakt kan hij zich in verschillende vormen manifesteren: als Oxalá Oxaguian of als Oxalá Oxalufon. Oxalá Oxaguian is de jonge scheppergod, die tijdens de trance met een schild en een korte dikke staf in zijn handen woeste krijgsdansen uitvoert. Oxalá Oxalufon is de verschijningsvorm van de oudere Oxalá, die geboorte en creativiteit beheerst, vader van alle orixas is en echtgenoot van de orixas Nana Buruku en Iemanjá. Zijn medium danst in een wit kostuum zeer kalm en voorover gebogen als een heel oude man, leunend op zijn staf (paxoro) en beschermd door de andere aanwezige orixas, die hem bedekken met een witte doek (Smith Omari, 1984: 21).<BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> De stijf gesteven petticoat vormt een onderdeel van het candomblé kostuum, dat in 2007/2008 in opdracht van het Tropenmuseum is vervaardigd door Janail Peixoto en Dinha, beiden 'filhas de santo' (dochters van de heilige), mediums en helpsters in de terreiro Ilê Axé Jagun van de priesteres Mâe Nini in Alto de Coutos te Salvador, Brazilië.<BR> Het bijbehorende kralensnoer en de blikken attributen zijn gekocht op de Sâo Joaquim markt in Salvador.<BR> <BR> Het stijven gebeurt volgens een eeuwenoude techniek, die gebruikt werd door de slavinnen voor de kleding van hun meesteressen. De techniek van dit zeer veel tijd vergende en moeilijke procedé wordt van moeder op dochter doorgegeven want het let zeer nauw: de petticoat mag niet te stijf noch te slap zijn. Elke petticoat wordt afzonderlijk gesteven in een grote ijzeren pot boven een houtvuur op de binnenplaats. Brokken stijfsel worden in kokend water opgelost en goed geroerd om klontering te voorkomen. De petticoat wordt na enige tijd hierin te zijn ondergedompeld, er met een stok weer uitgehaald en op de rand van de pot gehangen om af te koelen. Vervolgens wordt hij uitgewrongen, op het gras in de zon te drogen gelegd en gestreken (Smith Omari, 1984: 34). <BR> <BR> Smith Omari (1984: 27-28) vermeldt dat de stoffen voor dergelijke kostuums (en de materialen voor de attributen) vaak zeer kostbaar zijn. Om dit te kunnen betalen moeten de initiandi vaak grote sommen geld lenen maar als compensatie hiervoor krijgen zij de waardering van andere gelovigen en mediums, die elk kostuum en optreden kritisch beoordelen en bediscussiëren. Het voornaamste doel echter van deze grote financiële en fysieke inzet bij de uitvoering van de kostuums (attributen en dans) is het eer bewijzen aan de orixas ("festejar os Orixás": de orixas behagen, eren, liefkozen of met een groot feest huldigen). Met een dergelijk esthetisch vertoon hopen de gelovigen, dat de manipuleerbare orixas hen als beloning en tegenprestatie bepaalde gunsten op geestelijk gebied zullen schenken.<BR> <BR> Speciaal aangewezen geïnitieerden (ebomin) verwerken de vaak zeer luxueuze en kostbare stoffen zoals brokaat, kant en fluweel in de kleuren van de desbetreffende orixa tot schitterende kostuums. Tijdens dit maakproces zijn wel enkele rituele voorschriften vereist: de naaister mag niet in haar menstruatieperiode zijn noch mag zij gedurende die tijd sexuele gemeenschap hebben. <BR> Voordat het kostuum officieel gedragen zal worden, moet het gewijd worden - dat is echter niet het geval bij dit kostuum omdat het speciaal voor het Tropenmuseum is gemaakt en niet voor religieus gebruik. Na gedragen te zijn mag het kostuum niet gewassen of gestoomd worden en mag het zelfs niet aangeraakt worden door niet-ingewijden. De kostuums worden na de beëindiging van de openbare candomblé dienst strak opgevouwen en netjes weggelegd. De bijbehorende attributen worden na gebruik in witte doeken gewikkeld en in de achterkamer van de openbare dienstruimte (barracâo) keurig opgeborgen.

Anágua

De petticoat is een onderdeel van het kostuum voor Oxalá. Een dergelijk kostuum wordt gedragen in de terreiro Ilê Axé Jagun van de priesteres Mâe Nini als het medium in de Afro-Braziliaanse religie candomblé door deze orixa (godheid) wordt bezeten in zijn verschijningsvorm als Oxalá Oxalufon, de oudere en bedachtzame versie van deze orixa. <BR> <BR> Het kostuum bestaat naast deze petticoat nog uit: een rok, een broek, blouse, twee zijpanden, een hoofddoek met kralensluier en nog een petticoat. De bijbehorende attributen zijn: een blikken kroon, borstgordel, polsbanden en bovenarmbanden; twee kettingen met elk een blikken hanger in de vorm van een duif; een kralensnoer van witte glaskralen; zes ringarmbanden en een ceremoniële staf (paxoro) met blikken hangertjes.<BR> <BR> In de Afro-Braziliaanse religies umbanda en candomblé is de rooms-katholieke figuur van Jezus Christus geliëerd aan de hoogste orixá (godheid) Oxalá. Hij is de godheid van de hemel, de zon, het vuur. Zijn dag is vrijdag en zijn teken het kruis. Zijn kleur is zuiver wit en onder de aan hem geschonken offergaven vindt men rijstemelk, witte duiven en ook alles wat zoet is, met name bijenhoning (Figge, 1973: 327).<BR> <BR> Als een medium tijdens een candomblé dienst door hem bezeten raakt kan hij zich in verschillende vormen manifesteren: als Oxalá Oxaguian of als Oxalá Oxalufon. Oxalá Oxaguian is de jonge scheppergod, die tijdens de trance met een schild en een korte dikke staf in zijn handen woeste krijgsdansen uitvoert. Oxalá Oxalufon is de verschijningsvorm van de oudere Oxalá, die geboorte en creativiteit beheerst, vader van alle orixas is en echtgenoot van de orixas Nana Buruku en Iemanjá. Zijn medium danst in een wit kostuum zeer kalm en voorover gebogen als een heel oude man, leunend op zijn staf (paxoro) en beschermd door de andere aanwezige orixas, die hem bedekken met een witte doek (Smith Omari, 1984: 21).<BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> De stijf gesteven petticoat vormt een onderdeel van het candomblé kostuum, dat in 2007/2008 in opdracht van het Tropenmuseum is vervaardigd door Janail Peixoto en Dinha, beiden 'filhas de santo' (dochters van de heilige), mediums en helpsters in de terreiro Ilê Axé Jagun van de priesteres Mâe Nini in Alto de Coutos te Salvador, Brazilië.<BR> Het bijbehorende kralensnoer en de blikken attributen zijn gekocht op de Sâo Joaquim markt in Salvador.<BR> <BR> Het stijven gebeurt volgens een eeuwenoude techniek, die gebruikt werd door de slavinnen voor de kleding van hun meesteressen. De techniek van dit zeer veel tijd vergende en moeilijke procedé wordt van moeder op dochter doorgegeven want het let zeer nauw: de petticoat mag niet te stijf noch te slap zijn. Elke petticoat wordt afzonderlijk gesteven in een grote ijzeren pot boven een houtvuur op de binnenplaats. Brokken stijfsel worden in kokend water opgelost en goed geroerd om klontering te voorkomen. De petticoat wordt na enige tijd hierin te zijn ondergedompeld, er met een stok weer uitgehaald en op de rand van de pot gehangen om af te koelen. Vervolgens wordt hij uitgewrongen, op het gras in de zon te drogen gelegd en gestreken (Smith Omari, 1984: 34). <BR> <BR> Smith Omari (1984: 27-28) vermeldt dat de stoffen voor dergelijke kostuums (en de materialen voor de attributen) vaak zeer kostbaar zijn. Om dit te kunnen betalen moeten de initiandi vaak grote sommen geld lenen maar als compensatie hiervoor krijgen zij de waardering van andere gelovigen en mediums, die elk kostuum en optreden kritisch beoordelen en bediscussiëren. Het voornaamste doel echter van deze grote financiële en fysieke inzet bij de uitvoering van de kostuums (attributen en dans) is het eer bewijzen aan de orixas ("festejar os Orixás": de orixas behagen, eren, liefkozen of met een groot feest huldigen). Met een dergelijk esthetisch vertoon hopen de gelovigen, dat de manipuleerbare orixas hen als beloning en tegenprestatie bepaalde gunsten op geestelijk gebied zullen schenken.<BR> <BR> Speciaal aangewezen geïnitieerden (ebomin) verwerken de vaak zeer luxueuze en kostbare stoffen zoals brokaat, kant en fluweel in de kleuren van de desbetreffende orixa tot schitterende kostuums. Tijdens dit maakproces zijn wel enkele rituele voorschriften vereist: de naaister mag niet in haar menstruatieperiode zijn noch mag zij gedurende die tijd sexuele gemeenschap hebben. <BR> Voordat het kostuum officieel gedragen zal worden, moet het gewijd worden - dat is echter niet het geval bij dit kostuum omdat het speciaal voor het Tropenmuseum is gemaakt en niet voor religieus gebruik. Na gedragen te zijn mag het kostuum niet gewassen of gestoomd worden en mag het zelfs niet aangeraakt worden door niet-ingewijden. De kostuums worden na de beëindiging van de openbare candomblé dienst strak opgevouwen en netjes weggelegd. De bijbehorende attributen worden na gebruik in witte doeken gewikkeld en in de achterkamer van de openbare dienstruimte (barracâo) keurig opgeborgen.