Gewapende rebel op wacht

Plaat nummer XXX uit "Voyage á Surinam et dans l'intérieur de la Guiane" van J.G. Stedman. De gravure toont een Marron met geweer, hakbijl en kalebas. Kruislings over zijn lichaam is een doek gebonden. Op de grond voor hem ligt een mensenschedel.<BR> De gravures zijn gemaakt op basis van tekeningen van John Gabriel Stedman.<BR> De Nederlands-Schotse militair Stedman nam tussen 1773 en 1777 deel aan de veldtochten tegen de Boni, een Marron-opstandelingengroep uit de Surinaamse binnenlanden. Hun dorpen, zoals Holi-mi, Kofi-hay, Busi-krey of Lukubun, lagen verscholen in de gevaarlijke birbiri-moerassen ten oosten van de Cottica. Ze werden beschermd door schildwachten met geweren en messen, die volgens Stedman de achtervolgers beschoten en met veel kabaal en woordenstrijd afleidden. Met name de redi-musu, de slaven die vrijheid verdienden door op weglopers te jagen, werden uitgescholden en beschuldigd van verraad. Zij op hun beurt scholden de weglopers uit voor luilakken die niet op plantages wilden werken. <BR> De schildwachten, beschermd door de magische armbanden om hun bovenarmen, dekten met hun kabaal ondertussen de aftocht van hun dorpsgenoten dieper het oerwoud in. In het moeras waren van hout smalle looppaden gemaakt, een soort drijvende bruggen, zo smal dat je er alleen achterelkaar overheen kon. Dat was voor de achtervolgers te gevaarlijk. Zonodig staken de Boni zelf hun dorpen in brand om de achtervolging te bemoeilijken. Hun achtervolgers probeerden de Boni uit te hongeren door de rijst en cassaveaanplant rond de dorpen te vernielen. Rond 1793 werd de strijd beeindigd. De meeste Boni hadden zich toen teruggetrokken over de Marowijnerivier in Frans Guyana.<BR> <BR> De beroemdste strijd in de vrijheidsoorlog van de Boni was de strijd om Buku, in 1771-1772. Buku was een versterkt dorp in Cotticagebied, aangevoerd door Boni. Het dorp lag veilig achter een moeras en was een belangrijk baken voor slaven die weg wilden lopen. Het was omgeven met houten pallisades, en extra beschermd door een wirwar van valkuilen met scherpe speren erin. Vanuit Buku werden geregeld overvallen op plantages gedaan, waarbij geweren, kruit en andere goederen werden buitgemaakt. Na iedere overval gingen weer meer slaven mee naar het bos. Buku werd maandenlang belegerd door de koloniale troepen. menigeen verloor er het leven, in het moeras of een valkuil. Aanvankelijk moesten zij zich wegens de overmacht van Boni terugtrekken, maar op 27 september 1772 viel Buku toch. Boni had zich met zijn getrouwen toen al teruggetrokken verder het bos in.

Gewapende rebel op wacht

Plaat nummer XXX uit "Voyage á Surinam et dans l'intérieur de la Guiane" van J.G. Stedman. De gravure toont een Marron met geweer, hakbijl en kalebas. Kruislings over zijn lichaam is een doek gebonden. Op de grond voor hem ligt een mensenschedel.<BR> De gravures zijn gemaakt op basis van tekeningen van John Gabriel Stedman.<BR> De Nederlands-Schotse militair Stedman nam tussen 1773 en 1777 deel aan de veldtochten tegen de Boni, een Marron-opstandelingengroep uit de Surinaamse binnenlanden. Hun dorpen, zoals Holi-mi, Kofi-hay, Busi-krey of Lukubun, lagen verscholen in de gevaarlijke birbiri-moerassen ten oosten van de Cottica. Ze werden beschermd door schildwachten met geweren en messen, die volgens Stedman de achtervolgers beschoten en met veel kabaal en woordenstrijd afleidden. Met name de redi-musu, de slaven die vrijheid verdienden door op weglopers te jagen, werden uitgescholden en beschuldigd van verraad. Zij op hun beurt scholden de weglopers uit voor luilakken die niet op plantages wilden werken. <BR> De schildwachten, beschermd door de magische armbanden om hun bovenarmen, dekten met hun kabaal ondertussen de aftocht van hun dorpsgenoten dieper het oerwoud in. In het moeras waren van hout smalle looppaden gemaakt, een soort drijvende bruggen, zo smal dat je er alleen achterelkaar overheen kon. Dat was voor de achtervolgers te gevaarlijk. Zonodig staken de Boni zelf hun dorpen in brand om de achtervolging te bemoeilijken. Hun achtervolgers probeerden de Boni uit te hongeren door de rijst en cassaveaanplant rond de dorpen te vernielen. Rond 1793 werd de strijd beeindigd. De meeste Boni hadden zich toen teruggetrokken over de Marowijnerivier in Frans Guyana.<BR> <BR> De beroemdste strijd in de vrijheidsoorlog van de Boni was de strijd om Buku, in 1771-1772. Buku was een versterkt dorp in Cotticagebied, aangevoerd door Boni. Het dorp lag veilig achter een moeras en was een belangrijk baken voor slaven die weg wilden lopen. Het was omgeven met houten pallisades, en extra beschermd door een wirwar van valkuilen met scherpe speren erin. Vanuit Buku werden geregeld overvallen op plantages gedaan, waarbij geweren, kruit en andere goederen werden buitgemaakt. Na iedere overval gingen weer meer slaven mee naar het bos. Buku werd maandenlang belegerd door de koloniale troepen. menigeen verloor er het leven, in het moeras of een valkuil. Aanvankelijk moesten zij zich wegens de overmacht van Boni terugtrekken, maar op 27 september 1772 viel Buku toch. Boni had zich met zijn getrouwen toen al teruggetrokken verder het bos in.