'alam

Bovenstuk (sluitstuk) van een processiestandaard ('alam) van zilver, dat op diverse plaatsen is verguld. Dergelijke standaarden worden meegedragen in sjiietische processies tijdens de herdenkingsdag Ashura. Aan dit bovenstuk wordt een staf bevestigd om de standaard te kunnen meedragen. Op Ashura, die de 10e van de maand Muharram plaatsvindt, herdenken de sjiieten de slag bij Kerbela (680 na Chr.). Hussein, de zoon van imam Ali (d. 661) de stichter van de sjiietische stroming binnen de islam, werd in deze slag met vele van zijn volgelingen gedood. De 'alams bestaan doorgaans uit een standaard, met staf en sluitstuk, één of meerdere vlaggen en versieringen.<BR> <BR> Het middenstuk toont een mausoleum (mogelijk dat van Ali in Najaf) dat wordt geflankeerd door twee vrouwelijke figuren. Daaronder twee liggende leeuwen en een leeuwenkop. De leeuw is het teken voor de sji'itische imam Ali, wiens bijnaam luidt "de leeuw Gods". In de sji'itische iconografie staat de leeuw voor de overwinning van goed op kwaad. De vrouwelijke figuren aan weerszijden van het mausoleum zijn eerder in hindoeistische dan in islamitische stijl weergegeven. Zij stellen mogelijk paradijsvrouwen voor, een verwijzing naar de geneugten die de martelaren in het hiernamaals te wachten staan (info D'Souza 2009). Boven hun hoofden zijn kleine processiestandaarden te zien. De achtergrond van het gehele object is ingevuld met diverse bloemmotieven.<BR> <BR> De top van de processiestandaard wordt gevormd door een gestileerde hand. In het midden komt een cirkel omhoog zetten met daarin nog een hand. Deze handen stellen de hand van Abbas (Abol Fazl Abbas) voor oftewel het zg. panjeh symbool (panj = vijf). De vijf vingers staan dan voor vijf leden van de heilige familie (panj-tan ofwel vijftal) uit het sji'isme: Mohammed, Ali, Fatima, Hussein en Hassan. Abbas is de halfbroer van Hussein en bekend om zijn moed tijdens de slag bij Kerbela. Abu al-Fadl al-Abbas was vaandeldrager in het sjiietische leger. Hij is net als zijn halfbroer Hussein gesneuveld tijdens de slag bij Kerbela, Abbas tijdens een expeditie naar de Eufraat om water te halen voor de dorstige troepen waarbij hij zijn beide handen verloor. Als heilige figuur wordt hij vaak verbonden met water.<BR> <BR> De twee punten aan weerszijden van de hand in het midden stellen het zwaard Dhu'l Faqar voor. Dit zwaard werd door de profeet Mohammed buitgemaakt in de slag om Badr (624 na Chr.). Later kwam het zwaard in het bezit van imam Ali en alhoewel het nog weer later werd buitgemaakt door de Abbasidische (soennitische) kaliefen werd het zwaard een symbool van de sjiietische islam. Het zwaard wordt doorgaans afgebeeld met twee puntige uiteinden om het magische karakter van het zwaard te benadrukken (EI vol. II, p. 233). <BR> <BR> De versieringen suggereren Zuid-India als herkomstgebied, mogelijk Mysore.

'alam

Bovenstuk (sluitstuk) van een processiestandaard ('alam) van zilver, dat op diverse plaatsen is verguld. Dergelijke standaarden worden meegedragen in sjiietische processies tijdens de herdenkingsdag Ashura. Aan dit bovenstuk wordt een staf bevestigd om de standaard te kunnen meedragen. Op Ashura, die de 10e van de maand Muharram plaatsvindt, herdenken de sjiieten de slag bij Kerbela (680 na Chr.). Hussein, de zoon van imam Ali (d. 661) de stichter van de sjiietische stroming binnen de islam, werd in deze slag met vele van zijn volgelingen gedood. De 'alams bestaan doorgaans uit een standaard, met staf en sluitstuk, één of meerdere vlaggen en versieringen.<BR> <BR> Het middenstuk toont een mausoleum (mogelijk dat van Ali in Najaf) dat wordt geflankeerd door twee vrouwelijke figuren. Daaronder twee liggende leeuwen en een leeuwenkop. De leeuw is het teken voor de sji'itische imam Ali, wiens bijnaam luidt "de leeuw Gods". In de sji'itische iconografie staat de leeuw voor de overwinning van goed op kwaad. De vrouwelijke figuren aan weerszijden van het mausoleum zijn eerder in hindoeistische dan in islamitische stijl weergegeven. Zij stellen mogelijk paradijsvrouwen voor, een verwijzing naar de geneugten die de martelaren in het hiernamaals te wachten staan (info D'Souza 2009). Boven hun hoofden zijn kleine processiestandaarden te zien. De achtergrond van het gehele object is ingevuld met diverse bloemmotieven.<BR> <BR> De top van de processiestandaard wordt gevormd door een gestileerde hand. In het midden komt een cirkel omhoog zetten met daarin nog een hand. Deze handen stellen de hand van Abbas (Abol Fazl Abbas) voor oftewel het zg. panjeh symbool (panj = vijf). De vijf vingers staan dan voor vijf leden van de heilige familie (panj-tan ofwel vijftal) uit het sji'isme: Mohammed, Ali, Fatima, Hussein en Hassan. Abbas is de halfbroer van Hussein en bekend om zijn moed tijdens de slag bij Kerbela. Abu al-Fadl al-Abbas was vaandeldrager in het sjiietische leger. Hij is net als zijn halfbroer Hussein gesneuveld tijdens de slag bij Kerbela, Abbas tijdens een expeditie naar de Eufraat om water te halen voor de dorstige troepen waarbij hij zijn beide handen verloor. Als heilige figuur wordt hij vaak verbonden met water.<BR> <BR> De twee punten aan weerszijden van de hand in het midden stellen het zwaard Dhu'l Faqar voor. Dit zwaard werd door de profeet Mohammed buitgemaakt in de slag om Badr (624 na Chr.). Later kwam het zwaard in het bezit van imam Ali en alhoewel het nog weer later werd buitgemaakt door de Abbasidische (soennitische) kaliefen werd het zwaard een symbool van de sjiietische islam. Het zwaard wordt doorgaans afgebeeld met twee puntige uiteinden om het magische karakter van het zwaard te benadrukken (EI vol. II, p. 233). <BR> <BR> De versieringen suggereren Zuid-India als herkomstgebied, mogelijk Mysore.