Van dit beeld is bekend dat ze in het gebied tussen de Wania- en Otokwarivieren is aangetroffen, waar het was opgesteld voor het feesthuis van de neusdoorboring. Het neusdoorboringsfeest is uniek voor de Kamoro. Deze vorm van initiatie is in de jaren 1920/1930 om hygiënische redenen vervangen door het schortenfeest, tawri, dat in oorsprong de initiatie voor de kleine jongens is. Van deze zogenaamde wemawésculptuur wordt aangenomen dat ze een soortgelijke functie heeft gehad als de geestenpaal waarop belangrijke recent overleden mannen en/of worden vrouwen afgebeeld. Dit wordt onder meer door Pouwer (2003: 51) aangegeven. Hij merkt op dat kleinere mbitoro, die één tot twee meter groot zijn, overledenen voorstellen die minder status bezitten dan degenen die op de grote geestenpalen worden afgebeeld.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Dit antropomorfe beeld is in het kader van het neusdoorboringsfeest vervaardigd. <BR> De stam waaruit het beeld vervaardigd zal worden, wordt aan een uitverkoren initiandus toevertrouwd die de eerste bijlslag erop mag laten vallen. Hij noemt daarbij de naam van zijn moeder of van een vrouwelijke voorouder. De kuil waarin men de antropomorfe sculptuur of wemawé opricht, wordt sacraal geacht en men veronderstelt dat de geesten van de overledenen die in de sculptuur worden weergegeven vanuit de onderwereld op de oprichting van het beeld toekijken (Pouwer 2003: 27, 29). <BR> <BR>