De laatste scène van Laila en Madjnoen

Installatie door hedendaags kunstenaar Farshid Mesghali met één van de laatste scènes uit het liefdesverhaal Laila en Madjnoen. In deze scène bezoekt Madjnoen het graf van Laila. <BR> <BR> De installatie bestaat uit vijftien onderdelen in diverse kleuren. De hoofdfiguren in de installatie zijn Laila en Madjnoen. Laila is dood en zweeft een stukje boven haar graf. Hiermee wil Mesghali de transcendente staat van Laila aangeven. Madjnoen staat op een trapje bij haar graf. De trap is de verbinding tussen de wereld van de dood en de levenden. De bovenste trede is groen, de middelste trede is donkerblauw en de onderste trede is Laila. Madjnoen staat op de middelste trede, tussen leven en dood, met zijn handen voor zijn gezicht te huilen. Om hen heen staan een vogel en een hert. Op het graf van Laila zit een vlinder en op iedere hoek van haar graf staat een kleine boom. Het geheel wordt omgeven door vijf grote bomen, die alle een klein beetje in hoogte verschillen. De vogel en de bomen symboliseren leven. Mesghali voegde het hert toe, omdat Madjnoen zich altijd in het gezelschap van dieren bevond. De dieren en de bomen achter Madjnoen symboliseren het leven en Laila symboliseert de dood. Het leven en de dood worden verbonden door de treden. De vlinder is verbonden aan Laila en is een hommage aan Madjnoens liefde voor Laila. <BR> <BR> Mesghali koos deze scène, omdat dit volgens hem het enige moment in het verhaal is dat de twee geliefden samen zijn. De installatie, zoals de meeste van zijn sculpturen, zijn geïnspireerd op miniaturen. Deze installatie moet de sfeer van een miniatuur ademen, maar op een hedendaagse manier. Zo zijn Madjnoens onderbenen bedekt met een tijgerprint. Dit is een verwijzing naar zijn speciale band met dieren. Hij maakte deel uit van de natuur en de dierenwereld. (Info: interview Mesghali 2006).<BR> <BR> Het verhaal Laila en Madjnoen gaat over de onvoorwaardelijke, maar onmogelijke liefde tussen Laila en Madjnoen. Het verhaal is gebaseerd op Arabische gedichten uit de achtste eeuw over de absolute liefde van Madjnoen voor Laila, die schriftelijk en oraal werden doorgegeven. In de twaalfde eeuw zijn deze losse gedichten door de Perzische dichter Nizami Ganjavi (1141-1209) omgesmeed tot een samenhangend verhaal en op schrift gesteld. Sindsdien is het verhaal uitgegroeid tot één van de bekendste en populairste liefdesverhalen in het Midden-Oosten. Het verhaal wordt vaak vergeleken met Shakespeare's Romeo en Julia. Laila en Madjnoen zijn bekend in het gebied dat zich uitstrekt van Noord-Afrika en Turkije, tot Maleisië en zelfs Indonesië.<BR> <BR> Inhoud van het verhaal Laila en Madjnoen<BR> Een stamhoofd krijgt een mooie zoon, met een gouden toekomst: Qais. Op school wordt hij verliefd op Laila en de liefde blijkt wederzijds. Qais' verliefdheid is zo heftig dat liefdesgedichten schrijft die iedereen mag horen. Hiermee bezoedelt hij Laila's naam en eer. Hij gaat zo op in zijn verliefdheid dat mensen hem Madjnoen (de bezetene) beginnen te noemen. Ondanks dat doet Qais' vader Laila's vader een huwelijksaanzoek. Laila's vader weigert het verzoek om Madjnoens krankzinnigheid.<BR> Madjnoen gaat met zijn vader op pelgrimstocht naar Mekka om te genezen van zijn verliefdheid, maar zijn liefde voor Laila wordt alleen maar sterker. Wanneer hij terugkomt gedraagt hij zich zo vreemd dat kinderen hem met stenen bekogelen. Uiteindelijk zondert hij zich van de mensen af en gaat hij naakt in een grot in de woestijn leven. In de woestijn blijft hij dichten en is zijn liefde zo groot dat hij met zijn liefde wilde dieren tam maakt en met ze gaat leven. Als een echte asceet slaapt en eet hij niet. Niets doet er meer toe behalve zijn liefde voor Laila. <BR> Laila wordt tegen haar zin uitgehuwelijkt aan Ibn Salam, een Arabier. Ze waarschuwt hem ervoor dat het nooit tot fysiek contact tussen hen zal komen. Ibn Salam respecteert haar wens. Op een gegeven moment kunnen Madjnoen en Laila elkaar ontmoeten. Madjnoen valt flauw tijdens deze gebeurtenis. Wanneer hij bijkomt zingt hij op een afstand gedichten voor Laila, maar plotseling rent hij terug de woestijn in. <BR> Op een gegeven moment sterft Ibn Salam aan liefdesverdriet. Laila moet de gebruikelijke periode van twee jaar van rouw in acht nemen. Ze wordt ziek in deze periode en sterft uiteindelijk. Als Madjnoen hoort dat Laila gestorven is gaat hij regelmatig naar haar graf. Uiteindelijk sterft hij daar, in het bijzijn van zijn dieren. <BR> Na de dood van Laila en Madjnoen heeft Zaid, een goede vriend van Laila en Madjnoen, een droom. Hij ziet een schitterend paradijs, waar twee geliefden lopen: Laila en Madjnoen.<BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Farshid Mesghali ontwierp en vervaardigde zelf de vijftien onderdelen voor de installatie 'Laila en Madjnoen'. Farshid Mesghali bedenkt voor zijn sculpturen eerst het concept van het werk dat hij wil maken. Vervolgens tekent hij de ontwerpen van de afzonderlijke objecten op papier. Hij scant zijn tekeningen en print ze uit op de grootte die ze daadwerkelijk moeten krijgen. Daarna buigt hij dik ijzerdraad in de vorm van de contouren van de uitgeprinte tekening, zodat het skelet van het kunstwerk ontstaat. Vervolgens bedekt Mesghali het skelet met gips. Nu is de vorm van de sculptuur klaar. Hij bedekt de sculpturen met een laag acryl om ze stevigheid te geven. Tot slot beschildert hij de figuren met acrylverf. (Info: interview Mesghali 2006).

De laatste scène van Laila en Madjnoen

Installatie door hedendaags kunstenaar Farshid Mesghali met één van de laatste scènes uit het liefdesverhaal Laila en Madjnoen. In deze scène bezoekt Madjnoen het graf van Laila. <BR> <BR> De installatie bestaat uit vijftien onderdelen in diverse kleuren. De hoofdfiguren in de installatie zijn Laila en Madjnoen. Laila is dood en zweeft een stukje boven haar graf. Hiermee wil Mesghali de transcendente staat van Laila aangeven. Madjnoen staat op een trapje bij haar graf. De trap is de verbinding tussen de wereld van de dood en de levenden. De bovenste trede is groen, de middelste trede is donkerblauw en de onderste trede is Laila. Madjnoen staat op de middelste trede, tussen leven en dood, met zijn handen voor zijn gezicht te huilen. Om hen heen staan een vogel en een hert. Op het graf van Laila zit een vlinder en op iedere hoek van haar graf staat een kleine boom. Het geheel wordt omgeven door vijf grote bomen, die alle een klein beetje in hoogte verschillen. De vogel en de bomen symboliseren leven. Mesghali voegde het hert toe, omdat Madjnoen zich altijd in het gezelschap van dieren bevond. De dieren en de bomen achter Madjnoen symboliseren het leven en Laila symboliseert de dood. Het leven en de dood worden verbonden door de treden. De vlinder is verbonden aan Laila en is een hommage aan Madjnoens liefde voor Laila. <BR> <BR> Mesghali koos deze scène, omdat dit volgens hem het enige moment in het verhaal is dat de twee geliefden samen zijn. De installatie, zoals de meeste van zijn sculpturen, zijn geïnspireerd op miniaturen. Deze installatie moet de sfeer van een miniatuur ademen, maar op een hedendaagse manier. Zo zijn Madjnoens onderbenen bedekt met een tijgerprint. Dit is een verwijzing naar zijn speciale band met dieren. Hij maakte deel uit van de natuur en de dierenwereld. (Info: interview Mesghali 2006).<BR> <BR> Het verhaal Laila en Madjnoen gaat over de onvoorwaardelijke, maar onmogelijke liefde tussen Laila en Madjnoen. Het verhaal is gebaseerd op Arabische gedichten uit de achtste eeuw over de absolute liefde van Madjnoen voor Laila, die schriftelijk en oraal werden doorgegeven. In de twaalfde eeuw zijn deze losse gedichten door de Perzische dichter Nizami Ganjavi (1141-1209) omgesmeed tot een samenhangend verhaal en op schrift gesteld. Sindsdien is het verhaal uitgegroeid tot één van de bekendste en populairste liefdesverhalen in het Midden-Oosten. Het verhaal wordt vaak vergeleken met Shakespeare's Romeo en Julia. Laila en Madjnoen zijn bekend in het gebied dat zich uitstrekt van Noord-Afrika en Turkije, tot Maleisië en zelfs Indonesië.<BR> <BR> Inhoud van het verhaal Laila en Madjnoen<BR> Een stamhoofd krijgt een mooie zoon, met een gouden toekomst: Qais. Op school wordt hij verliefd op Laila en de liefde blijkt wederzijds. Qais' verliefdheid is zo heftig dat liefdesgedichten schrijft die iedereen mag horen. Hiermee bezoedelt hij Laila's naam en eer. Hij gaat zo op in zijn verliefdheid dat mensen hem Madjnoen (de bezetene) beginnen te noemen. Ondanks dat doet Qais' vader Laila's vader een huwelijksaanzoek. Laila's vader weigert het verzoek om Madjnoens krankzinnigheid.<BR> Madjnoen gaat met zijn vader op pelgrimstocht naar Mekka om te genezen van zijn verliefdheid, maar zijn liefde voor Laila wordt alleen maar sterker. Wanneer hij terugkomt gedraagt hij zich zo vreemd dat kinderen hem met stenen bekogelen. Uiteindelijk zondert hij zich van de mensen af en gaat hij naakt in een grot in de woestijn leven. In de woestijn blijft hij dichten en is zijn liefde zo groot dat hij met zijn liefde wilde dieren tam maakt en met ze gaat leven. Als een echte asceet slaapt en eet hij niet. Niets doet er meer toe behalve zijn liefde voor Laila. <BR> Laila wordt tegen haar zin uitgehuwelijkt aan Ibn Salam, een Arabier. Ze waarschuwt hem ervoor dat het nooit tot fysiek contact tussen hen zal komen. Ibn Salam respecteert haar wens. Op een gegeven moment kunnen Madjnoen en Laila elkaar ontmoeten. Madjnoen valt flauw tijdens deze gebeurtenis. Wanneer hij bijkomt zingt hij op een afstand gedichten voor Laila, maar plotseling rent hij terug de woestijn in. <BR> Op een gegeven moment sterft Ibn Salam aan liefdesverdriet. Laila moet de gebruikelijke periode van twee jaar van rouw in acht nemen. Ze wordt ziek in deze periode en sterft uiteindelijk. Als Madjnoen hoort dat Laila gestorven is gaat hij regelmatig naar haar graf. Uiteindelijk sterft hij daar, in het bijzijn van zijn dieren. <BR> Na de dood van Laila en Madjnoen heeft Zaid, een goede vriend van Laila en Madjnoen, een droom. Hij ziet een schitterend paradijs, waar twee geliefden lopen: Laila en Madjnoen.<BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Farshid Mesghali ontwierp en vervaardigde zelf de vijftien onderdelen voor de installatie 'Laila en Madjnoen'. Farshid Mesghali bedenkt voor zijn sculpturen eerst het concept van het werk dat hij wil maken. Vervolgens tekent hij de ontwerpen van de afzonderlijke objecten op papier. Hij scant zijn tekeningen en print ze uit op de grootte die ze daadwerkelijk moeten krijgen. Daarna buigt hij dik ijzerdraad in de vorm van de contouren van de uitgeprinte tekening, zodat het skelet van het kunstwerk ontstaat. Vervolgens bedekt Mesghali het skelet met gips. Nu is de vorm van de sculptuur klaar. Hij bedekt de sculpturen met een laag acryl om ze stevigheid te geven. Tot slot beschildert hij de figuren met acrylverf. (Info: interview Mesghali 2006).