Maskerhoofd op stok. Het betreft een in het rond gemodelleerde, rood, zwart en wit beschilderde mannenkop met een demonisch uiterlijk. Hij draagt een grote bamboe neusplug, eveneens met motieven beschilderd, en zijn voorhoofd is voorzien van twee krom naar boven stekende, donker geverfde varkensslagtanden. Links en rechts, op de zijkanten van het gelaat, zijn nog twee kleinere gezichten geboetseerd. Op het hoofd een grijsbruine massa vezelachtige stof, zeer waarschijnlijk spinneweb. <BR> <BR> De kop is de voorstelling van een geest (Bonnemaison, p. 49, fig. 72). Functie en gebruik is niet duidelijk. Onderhavige kop is vrijwel identiek aan een gezichtsmasker met hoofdbedekking, n'dem nabwikai, uit zuidelijk Centraal-Malekula (id.) en zal in dezelfde rituele context een rol hebben gespeeld.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> De kop wordt gemodelleerd uit een plantaardige pasta die als volgt verkregen wordt: men wrijft een ontschorste liaan van een bepaalde soort en een nerf van een boomvarenblad over elkaar waardoor men een soort droog meel verkrijgt. Op een groot taroblad wordt het meel vermengd en gebonden met kokosmelk en het sap van de broodvrucht. Deze modelleerpasta blijkt een grote houdbaarheid te hebben (Stöhr, p. 261-262).