Groot stulpmasker van opengewerkt, gepolychromeerd hout, van het type 'kepong' of 'ges'; voorstellend een gelaat met schuingeplaatste ogen van schelp en een apart opgezette neus, die een vogel toont die een slang vasthoudt. Met een haartooi van donkere plantenvezels en twee grote, opstaande oren.<BR> <BR> Masker, voorstellend een ges-geest, de onzichtbare spirituele 'double' van een individu, die in het bos verblijft. Kenmerkend zijn de diagonaal geplaatste ogen. Het masker wordt gedragen tijden de dodenrituelen, de malanggan.<BR> De malanggan-cyclus duurt lang en is gecompliceerd. Ter gelegenheid van het ritueel worden vele gepolychromeerde snijwerken gemaakt die in een speciale open hut staan opgesteld. Na het feest worden ze weggedaan, de dansmaskers worden echter bewaard.<BR> De malanggan gaat ook gepaard met de initiatie der jongeren, die de doden vervangen. Men kan spreken van een goot cultusdrama, waarin de clans zich presenteren en, door hun feest en snijwerken, hun prestige verhogen en de mythen van hun oorsprong visualiseren. De snijwerken verbeelden overledenen, zoal in de maskers, voorouders, mythische wezens, beschermgeesten (Stöhr: 156-157).<BR> Voor dit type masker, vgl. Lincoln: 250; Meyer: 344.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Over het proces van vervaardiging is niet veel bekend daar de malanggan-maskers en sculpturen in het grootste geheim werden gemaakt (Lincoln: 249).