Een cementen sculptuur van Adebisi Akanji bij de ingang tot het huis van Susanne Wenger

Detail van de omheining van het huis van Susanne Wenger te Oshogbo. Deze Oostenrijkse kunstenaar reisde in december 1950 voor het eerst af naar Nigeria. Ze woonde achtereenvolgens in Ibadan, Ede, Ilobu en tenslotte in Oshogbo. Zes maanden na haar aankomst werd ze ziek en moest ze een jaar bedrust houden. De rust gebruikte ze om haar indrukken van Afrika in olieverftaferelen vast te leggen. Kort na haar herstel ontmoette ze Ajagemo, een priester van Obataba in Ede. Hij introduceerde Susanne in de Yoruba religie. Voor Susanne voelde alles heel vertrouwd "When Ajagemo led her into the shrine, everything immediately fell into place. Everything was 'right' from the start, and Ajamego introduced her to the inner shrines very soon..." (Beier 1975: 53) Na haar initiatie in de Yoruba religie en filosofie kreeg Susanne de Yoruba namen Iwinfumine Adunni of Adunni Olorisha (1975: 9). In haar huis in Oshogbo woonden daarna een aantal door Susanne ritueel geadopteerde kinderen. Deze kinderen verbleven al vanaf hun allereerste maanden bij haar. Ze werden door haar opgevoed en onderwezen in de Yoruba religie (Wenger en Chesi 1983: 227). Vermoedelijk toont deze opname één van Susanne's adoptiekinderen.<BR> Vanaf 1968 werkte ze via een vast schema aan het herbouwen/herstellen van de Oshun heiligdommen. Ze stelde haar hele verdere leven in dienst van de Yoruba goden. Zo herstelde zij het heilige bos gewijd aan de orisha Oshun (het goddelijke wezen Oshun) en heeft ze diverse heiligdommen herbouwd of van nieuwe sculpturen voorzien. In 2005 zag Susanne haar inspanningen beloond toen de UNESCO besloot het heilige bos van de orisha Oshun in Oshogbo op de Werelderfgoedlijst te zetten.<BR> De omheining bestaat uit een grote hoeveelheid figuratieve scènes die op verzoek van Susanne door Adebisi Akanji uit cement zijn vervaardigd. De uit Oshogbo afkomstige Adebisi maakte deel uit van de vaste groep metselaars die met Susanne werkten aan het herstel van de heiligdommen. Beier beschrijft hoe Susanne in het algemeen te werk ging. Ze liet eerst de ideeën rijpen in haar hoofd, vervolgens deelde ze haar gedachten met Adebisi. Ze vertelde hem de verhalen en de vormen die ze wilde uitbeelden. Ze zette echter nooit wat op papier. Adebisi werkte zijn interpretatie van haar ideeën uit in rode klei en cement. Binnen deze symbiose was Adebisi vrij zijn eigen inspiratie te gebruiken zolang hij maar niet afweek van het algehele plan dat Susanne geschetst had. Hij vertaalde haar gebaren in zijn eigen vormen (1975: 93). In een andere publicatie vertelde Susanne dat zij tijdens het werk op telepatisch niveau communiceerden (Wenger en Chesi 1983: 207). Susanne probeerde Adebisi onafhankelijk te maken zodat hij haar kon opvolgen wanneer zij niet meer in staat zou zijn te werken. <BR> De sculpturen en heiligdommen die op deze wijze zijn ontstaan worden tot de 'new sacred art' gerekend. Een term toegekend aan alle objecten en bouwwerken die ten tijde - en onder invloed van - Susanne Wenger door haarzelf en de kunstenaars met wie ze samenwerkte zijn vervaardigd. <BR> <BR> Zie voor een totaalopname van Susanne's huis met toegangshek inventarisnummer 20016875.

Een cementen sculptuur van Adebisi Akanji bij de ingang tot het huis van Susanne Wenger

Detail van de omheining van het huis van Susanne Wenger te Oshogbo. Deze Oostenrijkse kunstenaar reisde in december 1950 voor het eerst af naar Nigeria. Ze woonde achtereenvolgens in Ibadan, Ede, Ilobu en tenslotte in Oshogbo. Zes maanden na haar aankomst werd ze ziek en moest ze een jaar bedrust houden. De rust gebruikte ze om haar indrukken van Afrika in olieverftaferelen vast te leggen. Kort na haar herstel ontmoette ze Ajagemo, een priester van Obataba in Ede. Hij introduceerde Susanne in de Yoruba religie. Voor Susanne voelde alles heel vertrouwd "When Ajagemo led her into the shrine, everything immediately fell into place. Everything was 'right' from the start, and Ajamego introduced her to the inner shrines very soon..." (Beier 1975: 53) Na haar initiatie in de Yoruba religie en filosofie kreeg Susanne de Yoruba namen Iwinfumine Adunni of Adunni Olorisha (1975: 9). In haar huis in Oshogbo woonden daarna een aantal door Susanne ritueel geadopteerde kinderen. Deze kinderen verbleven al vanaf hun allereerste maanden bij haar. Ze werden door haar opgevoed en onderwezen in de Yoruba religie (Wenger en Chesi 1983: 227). Vermoedelijk toont deze opname één van Susanne's adoptiekinderen.<BR> Vanaf 1968 werkte ze via een vast schema aan het herbouwen/herstellen van de Oshun heiligdommen. Ze stelde haar hele verdere leven in dienst van de Yoruba goden. Zo herstelde zij het heilige bos gewijd aan de orisha Oshun (het goddelijke wezen Oshun) en heeft ze diverse heiligdommen herbouwd of van nieuwe sculpturen voorzien. In 2005 zag Susanne haar inspanningen beloond toen de UNESCO besloot het heilige bos van de orisha Oshun in Oshogbo op de Werelderfgoedlijst te zetten.<BR> De omheining bestaat uit een grote hoeveelheid figuratieve scènes die op verzoek van Susanne door Adebisi Akanji uit cement zijn vervaardigd. De uit Oshogbo afkomstige Adebisi maakte deel uit van de vaste groep metselaars die met Susanne werkten aan het herstel van de heiligdommen. Beier beschrijft hoe Susanne in het algemeen te werk ging. Ze liet eerst de ideeën rijpen in haar hoofd, vervolgens deelde ze haar gedachten met Adebisi. Ze vertelde hem de verhalen en de vormen die ze wilde uitbeelden. Ze zette echter nooit wat op papier. Adebisi werkte zijn interpretatie van haar ideeën uit in rode klei en cement. Binnen deze symbiose was Adebisi vrij zijn eigen inspiratie te gebruiken zolang hij maar niet afweek van het algehele plan dat Susanne geschetst had. Hij vertaalde haar gebaren in zijn eigen vormen (1975: 93). In een andere publicatie vertelde Susanne dat zij tijdens het werk op telepatisch niveau communiceerden (Wenger en Chesi 1983: 207). Susanne probeerde Adebisi onafhankelijk te maken zodat hij haar kon opvolgen wanneer zij niet meer in staat zou zijn te werken. <BR> De sculpturen en heiligdommen die op deze wijze zijn ontstaan worden tot de 'new sacred art' gerekend. Een term toegekend aan alle objecten en bouwwerken die ten tijde - en onder invloed van - Susanne Wenger door haarzelf en de kunstenaars met wie ze samenwerkte zijn vervaardigd. <BR> <BR> Zie voor een totaalopname van Susanne's huis met toegangshek inventarisnummer 20016875.