Een Samo wever werkt aan zijn trapweefgetouw

Het weven bij de Samo is mannenwerk. Toch zijn er maar enkele mannen in een dorp die hierin zijn opgeleid. Vrouwen spinnen de zelfverbouwde katoen tot garen en geven de klossen door aan de wevers. Op een trapweefgetouw weeft de wever vervolgens lange banen van circa 12 centimeter breed. Deze banen worden tot grote rollen gerold (zie 20010592) en later verder verwerkt tot kleding. Hiervoor worden de banen eenvoudig op lengte geknipt en aan elkaar genaaid, ook dit wordt door de mannen gedaan. <BR> De opname is gemaakt tijdens één van de twee verzamelexpedities die het Tropenmuseum in 1970-1971 ondernam ter voorbereiding op de grote tentoonstelling in 1971-1972, getiteld 'Samo. Een Afrikaans Savannevolk in ontwikkeling'. De expedities duurden elk drie maanden en werden uitgevoerd door de heren J.T. Broekhuijse en F.M. Cowan.<BR> Deze wever staat ook afgebeeld in de catalogus bij de hierboven genoemde tentoonstelling met het bijschrift 'De dorpswever weeft de garens tot smalle banen' (1971: 28).

Een Samo wever werkt aan zijn trapweefgetouw

Het weven bij de Samo is mannenwerk. Toch zijn er maar enkele mannen in een dorp die hierin zijn opgeleid. Vrouwen spinnen de zelfverbouwde katoen tot garen en geven de klossen door aan de wevers. Op een trapweefgetouw weeft de wever vervolgens lange banen van circa 12 centimeter breed. Deze banen worden tot grote rollen gerold (zie 20010592) en later verder verwerkt tot kleding. Hiervoor worden de banen eenvoudig op lengte geknipt en aan elkaar genaaid, ook dit wordt door de mannen gedaan. <BR> De opname is gemaakt tijdens één van de twee verzamelexpedities die het Tropenmuseum in 1970-1971 ondernam ter voorbereiding op de grote tentoonstelling in 1971-1972, getiteld 'Samo. Een Afrikaans Savannevolk in ontwikkeling'. De expedities duurden elk drie maanden en werden uitgevoerd door de heren J.T. Broekhuijse en F.M. Cowan.<BR> Deze wever staat ook afgebeeld in de catalogus bij de hierboven genoemde tentoonstelling met het bijschrift 'De dorpswever weeft de garens tot smalle banen' (1971: 28).