Tempelbeeld van de hindoeïstische zonnegod Surya

De hindoeïstische zonnegod Surya is te herkennen aan twee bloeiende lotusbloemen die hij in zijn handen houdt en aan zijn kenmerkende laarzen. Hij draagt een lendendoek, dhoti, met bloemmotieven, diverse sieraden, een bewerkte, achtkantige kroon, een guirlande, een sjerp en een groot zwaard aan zijn linkerzijde.Hij is afgebeeld met zijn rijdieren, zeven paarden, die zich aan de onderzijde van het voetstuk bevinden.<BR> In totaal zijn elf personen uitgebeeld. Boven het hoofd van Surya zweven twee hemelbewoners met een bloemslinger in hun handen. Midden vóór Surya staat een kleine vrouwenfiguur, de aardgodin Prithvi. Zij is uitgebeeld met een gebedssnoer en waterpot, symbool van vruchtbaarheid.Voor Prithvi zit een kleine manlijke figuur met zijn onderlijf verzonken in het voetstuk; dit is Surya's wagenmenner Aruna.<BR> Links en rechts van de god staan twee groepjes van drie personen. Uitgebeeld zijn de geknielde schietende vrouwelijke boogschutters Usha en Pratyusha, Ochtendgloren en Avondschemering die respectievelijke het nachtelijk duister en het daglicht wegschieten met hun pijlen.<BR> Twee staande vrouwenfiguren met vliegenwaaier in de hand zijn Surya's echtgenotes. En twee mannlijke figuren. De rechts van Surya staande ietwat corpulente man heeft een gepunte baard en een stift en inktpot in de handen; hij heet Pingala. Zijn pendant Danda is Surya's legeraanvoerder die hem assisteert in zijn strijd tegen demonen en duistere machten. Hij houdt de rechterhand in abhayamudra (geheven hand met de palm naar de toeschouwer). Het attribuut in zijn andere hand (meestal een zwaard) is verloren gegaan.<BR> <BR> Surya is één van de belangrijkste godheden van het hindoeïsme. Hij behoort tot de vijf grote goden die elk een eigen cultus bezitten: Shiva, Vishnu, De Godin, Ganesha en Surya.<BR> Een aantal tempels is speciaal aan Surya gewijd. De meest spectaculaire tempel van Surya staat in Konarak, in de oostelijke deelstaat Orissa. Een andere fameuze Surya tempel staat geheel aan de andere kant van India, in Modhera (Gujarat). <BR> Er wordt al over Surya geschreven in de veda's (de oudste bekende heilige boeken, circa 1700 en 1500 v. C., van de Arya bevolkingsgroep). De vedische Surya is vooral de zon, een manifestatie van goddelijke energie. Surya verdrijft duisternis, ziekten en andere boze machten door te schijnen.<BR> Vanaf 600 v.C. begint het vroege hindoeïsme vorm te krijgen en ontwikkelt Surya zich tot een goddelijk persoon met een antropomorf voorkomen. Rond het begin van onze jaartelling krijgt zijn verering een nieuwe impuls door de komst van zonnevereerders uit Iran, zoals aanhangers van Zarathustra en Maga-priesters, die hun cultus uitbreiden over India. De indertijd India binnentrekkende noordelijke Skythen van Centraal Azië geven aan Surya zijn vilten rijlaarzen en aan sommige van zijn bijfiguren de gepunte mutsen. Surya krijgt een eenwielige wagen waarin hij dagelijks met grote snelheid, hetgeen zijn sjerp doet wapperen, van oost naar west trekt. De kar wordt getrokken door zeven paarden die de dagen van de week symboliseren. De cirkel rond het middelste paard duidt vermoedelijk het enige wiel van de kar aan.<BR> <BR> Gezien het materiaal, de vorm, stijl en iconografie is duidelijk dat het beeld tot de boeddhistisch-hindoeïstische Pala-Sena-school behoort, die tussen de 8ste en 12de eeuw vigeerde in het noordoosten van het Indisch subcontinent, de huidige deelstaten Bihar en Bengalen.<BR> In deze periode stond het gebied onder controle van Pala koningen. Tegelijk met de laatste Pala koningen heersten van ca. 1095 tot 1230 de Sena koningen, die vanaf 1175 voor korte tijd alleenheersers waren. De term Pala-Sena kunst wordt gebruikt voor de artistieke produkten uit dit gebied in de periode 750-1230.<BR> De meeste stenen beelden uit de Pala-Sena periode bezitten een stèle vorm. Ze werden gemaakt om als cultusbeeld in heiligdommen te plaatsen of als sierende beelden in nissen aan de buitenzijde van (bakstenen) tempels die nagenoeg alle verloren zijn gegaan. De komst van de islam rond 1200 maakte een einde aan het bestaan van vele tempels; beelden werden vernield, verloren hun functie en raakten verspreid over de wereld. Waar het Bengaalse sculpturen zoals deze betreft komen dergelijke beelden derhalve nooit uit een bestaande tempel.<BR> <BR> De Pala's sponsorden de kunsten en wetenschappen. Vooral boeddhistische kloosteruniversiteiten als Nalanda en Vikramashila konden op hun mecenaat rekenen. Latere Pala's waren volgelingen van diverse hindoesekten. <BR> De vroege Pala-tijd was er een van boeddhistische stromingen, maar tegelijkertijd vond in de regio de opkomst plaats van en geleidelijke overvleugeling door hindoebewegingen als Shivaïsme en vooral Vishnuïsme. Dit ging gepaard met een verschuiving van artistieke centra van het boeddhistische westen (Magadha/Bihar) naar het oosten (Bengalen). Overigens werden tijdens beide religieuze dominanties beelden van de andere religie nog vervaardigd.<BR> Surya-beelden werden tijdens de Bengaalse periode in mindere mate gemaakt dan die van Vishnu en Shiva. Onderhavig exemplaar komt artistiek gezien uit de meest creatieve periode van de Pala's en valt middenin de overgangsperiode van boeddhistisch Magadha/Bihar (9de en 10de eeuw) naar Bengaals hindoeïstisch georiënteerde (11de en 12de eeuw) onderwerpen.<BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Het beeld is gemaakt van zwarte steen met een compacte en fijne structuur, vermoedelijk chlorietlei, chloriet-grafiet-lei of een soort basalt. <BR>

Tempelbeeld van de hindoeïstische zonnegod Surya

De hindoeïstische zonnegod Surya is te herkennen aan twee bloeiende lotusbloemen die hij in zijn handen houdt en aan zijn kenmerkende laarzen. Hij draagt een lendendoek, dhoti, met bloemmotieven, diverse sieraden, een bewerkte, achtkantige kroon, een guirlande, een sjerp en een groot zwaard aan zijn linkerzijde.Hij is afgebeeld met zijn rijdieren, zeven paarden, die zich aan de onderzijde van het voetstuk bevinden.<BR> In totaal zijn elf personen uitgebeeld. Boven het hoofd van Surya zweven twee hemelbewoners met een bloemslinger in hun handen. Midden vóór Surya staat een kleine vrouwenfiguur, de aardgodin Prithvi. Zij is uitgebeeld met een gebedssnoer en waterpot, symbool van vruchtbaarheid.Voor Prithvi zit een kleine manlijke figuur met zijn onderlijf verzonken in het voetstuk; dit is Surya's wagenmenner Aruna.<BR> Links en rechts van de god staan twee groepjes van drie personen. Uitgebeeld zijn de geknielde schietende vrouwelijke boogschutters Usha en Pratyusha, Ochtendgloren en Avondschemering die respectievelijke het nachtelijk duister en het daglicht wegschieten met hun pijlen.<BR> Twee staande vrouwenfiguren met vliegenwaaier in de hand zijn Surya's echtgenotes. En twee mannlijke figuren. De rechts van Surya staande ietwat corpulente man heeft een gepunte baard en een stift en inktpot in de handen; hij heet Pingala. Zijn pendant Danda is Surya's legeraanvoerder die hem assisteert in zijn strijd tegen demonen en duistere machten. Hij houdt de rechterhand in abhayamudra (geheven hand met de palm naar de toeschouwer). Het attribuut in zijn andere hand (meestal een zwaard) is verloren gegaan.<BR> <BR> Surya is één van de belangrijkste godheden van het hindoeïsme. Hij behoort tot de vijf grote goden die elk een eigen cultus bezitten: Shiva, Vishnu, De Godin, Ganesha en Surya.<BR> Een aantal tempels is speciaal aan Surya gewijd. De meest spectaculaire tempel van Surya staat in Konarak, in de oostelijke deelstaat Orissa. Een andere fameuze Surya tempel staat geheel aan de andere kant van India, in Modhera (Gujarat). <BR> Er wordt al over Surya geschreven in de veda's (de oudste bekende heilige boeken, circa 1700 en 1500 v. C., van de Arya bevolkingsgroep). De vedische Surya is vooral de zon, een manifestatie van goddelijke energie. Surya verdrijft duisternis, ziekten en andere boze machten door te schijnen.<BR> Vanaf 600 v.C. begint het vroege hindoeïsme vorm te krijgen en ontwikkelt Surya zich tot een goddelijk persoon met een antropomorf voorkomen. Rond het begin van onze jaartelling krijgt zijn verering een nieuwe impuls door de komst van zonnevereerders uit Iran, zoals aanhangers van Zarathustra en Maga-priesters, die hun cultus uitbreiden over India. De indertijd India binnentrekkende noordelijke Skythen van Centraal Azië geven aan Surya zijn vilten rijlaarzen en aan sommige van zijn bijfiguren de gepunte mutsen. Surya krijgt een eenwielige wagen waarin hij dagelijks met grote snelheid, hetgeen zijn sjerp doet wapperen, van oost naar west trekt. De kar wordt getrokken door zeven paarden die de dagen van de week symboliseren. De cirkel rond het middelste paard duidt vermoedelijk het enige wiel van de kar aan.<BR> <BR> Gezien het materiaal, de vorm, stijl en iconografie is duidelijk dat het beeld tot de boeddhistisch-hindoeïstische Pala-Sena-school behoort, die tussen de 8ste en 12de eeuw vigeerde in het noordoosten van het Indisch subcontinent, de huidige deelstaten Bihar en Bengalen.<BR> In deze periode stond het gebied onder controle van Pala koningen. Tegelijk met de laatste Pala koningen heersten van ca. 1095 tot 1230 de Sena koningen, die vanaf 1175 voor korte tijd alleenheersers waren. De term Pala-Sena kunst wordt gebruikt voor de artistieke produkten uit dit gebied in de periode 750-1230.<BR> De meeste stenen beelden uit de Pala-Sena periode bezitten een stèle vorm. Ze werden gemaakt om als cultusbeeld in heiligdommen te plaatsen of als sierende beelden in nissen aan de buitenzijde van (bakstenen) tempels die nagenoeg alle verloren zijn gegaan. De komst van de islam rond 1200 maakte een einde aan het bestaan van vele tempels; beelden werden vernield, verloren hun functie en raakten verspreid over de wereld. Waar het Bengaalse sculpturen zoals deze betreft komen dergelijke beelden derhalve nooit uit een bestaande tempel.<BR> <BR> De Pala's sponsorden de kunsten en wetenschappen. Vooral boeddhistische kloosteruniversiteiten als Nalanda en Vikramashila konden op hun mecenaat rekenen. Latere Pala's waren volgelingen van diverse hindoesekten. <BR> De vroege Pala-tijd was er een van boeddhistische stromingen, maar tegelijkertijd vond in de regio de opkomst plaats van en geleidelijke overvleugeling door hindoebewegingen als Shivaïsme en vooral Vishnuïsme. Dit ging gepaard met een verschuiving van artistieke centra van het boeddhistische westen (Magadha/Bihar) naar het oosten (Bengalen). Overigens werden tijdens beide religieuze dominanties beelden van de andere religie nog vervaardigd.<BR> Surya-beelden werden tijdens de Bengaalse periode in mindere mate gemaakt dan die van Vishnu en Shiva. Onderhavig exemplaar komt artistiek gezien uit de meest creatieve periode van de Pala's en valt middenin de overgangsperiode van boeddhistisch Magadha/Bihar (9de en 10de eeuw) naar Bengaals hindoeïstisch georiënteerde (11de en 12de eeuw) onderwerpen.<BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Het beeld is gemaakt van zwarte steen met een compacte en fijne structuur, vermoedelijk chlorietlei, chloriet-grafiet-lei of een soort basalt. <BR>