Palang

Deze twee Kenyah mannen hebben zich uitgekleed voor de fotograaf, om hun palang, penis-staaf te tonen. Mogelijk ligt de kleding achter hen. Op de voorgrond ligt de pijlenkoker van een van hen. De palang was een object van fascinatie voor onderzoekers. De eikel werd doorboord en een staafje werd aangebracht. De uiteinden van dit staafje werden voorzien van knopjes. Dit alles zou het seksuele genot van de vrouw moeten verhogen. Sommige mannen zouden niet door een vrouw geaccepteerd worden als ze geen palang droegen. Of dit waar is, is niet zeker. Dit beeld schilderde de Dayak vrouwen op een bepaalde manier af en het is niet duidelijk of dit juist was. Een andere mogelijkheid was, dat het aanbrengen van het staafje een teken was van moed en van het kunnen verdragen van pijn. De man met het lange haar draagt twee bronzen oorhangers in zijn uitgerekte oorlellen. De gedeeltelijk kale man draagt dit sieraad in zijn rechteroorlel en in zijn linker oorlel draagt hij een sabau. Dat is een hanger van neushoornvogelsnavel, het zogenaamde anggang gading. Dit is het helm gedeelte ofwel de knobbel op de snavel van een bepaald soort neushoornvogel, de Rhinoplax vigil. Het voorste gedeelte van de helm is, evenals de snavel, zandkleurig en het achterste gedeelte is rood. Dat stuk werd zodanig besneden dat er een hanger ontstond met een rode band aan de zijkant en een zandkleurige bovenkant. Aan de spits toelopende kant werd soms ook een groot gedeelte van de bovenste helft van de snavel meegenomen, zodat daar een haak van kon worden gesneden om er een oorhanger van te maken. In andere gevallen werd er een gat in de bovenkant van de hanger gemaakt, zodat de hanger als een amulet gebruikt kan worden om aan koord van een zwaard, (mandau) te hangen, eventueel met kraalwerk versierd. De hangers waren in gebruik bij de Kenyah-Kayan Dayak van Oost-Kalimantan. <BR> <BR> In dit geval is er een oorhanger van gemaakt. In het rood zijn Aso motieven uitgesneden. De aso is een draakachtig wezen. In de zandkleurige bovenkant zijn eveneens Aso motieven uitgesneden, draken met over elkaar schuivende kaken. <BR> Het dragen van deze hangers was voorbehouden voor mannen die bewezen hadden over veel ervaring of moed te beschikken, bijvoorbeeld door het ombrengen en onthoofden van iemand. Het zou ongeluk of ziekte brengen als iemand die dit nog niet gedaan had, een dergelijke hanger zou dragen. De Kenyah geloofden dat mensen een bepaalde levenskracht hebben, beruwa. Bij mannen en hoge adel was deze al bij geboorte hoger dan bij gewone mensen. Toch moest die kracht gevoed worden, onder andere door het verkrijgen van een hoofd. Als de bepaalde beladen sieraden toch gedragen werd, terwijl de kracht niet sterk genoeg was dan kon dit tot parib tot gevolg hebben. Parib was de boosheid van geesten, die tot ziektes kon leidden. <BR> <BR> Het Aso motief<BR> De Aso is een draakachtige figuur en op alle delen van Borneo het symbool van het vrouwelijke en van de onderwereld. Een dier dat leeft in het water of onder de grond. De draak godin bood bescherming in het dagelijkse leven en offers aan de godin kon de vruchtbaarheid van het land en van de mensen bevorderen. Ze is dan ook het symbool van levenskracht en vruchtbaarheid en wedergeboorte na de dood (ze waakt over de doden). Dit is mogelijk ook een verklaring waarom mannen die doden, deze symboliek in hun oorsieraden (laten) verwerken.<BR> Ze is verbonden met de aarde, water, stormen en bliksem. Omdat het gevaarlijk is de naam van de godin te noemen, noemen de Kayan haar voorstelling aso, hetgeen letterlijk hond betekent. Het motief zelf stelt eigenlijk alleen de kop voor, met een uit stekende tong, hudo’ of kambe genaamd of ook wel aran (bliksem). <BR> <BR> Elshout<BR> Heyst<BR> Rodgers<BR> Sellato

Palang

Deze twee Kenyah mannen hebben zich uitgekleed voor de fotograaf, om hun palang, penis-staaf te tonen. Mogelijk ligt de kleding achter hen. Op de voorgrond ligt de pijlenkoker van een van hen. De palang was een object van fascinatie voor onderzoekers. De eikel werd doorboord en een staafje werd aangebracht. De uiteinden van dit staafje werden voorzien van knopjes. Dit alles zou het seksuele genot van de vrouw moeten verhogen. Sommige mannen zouden niet door een vrouw geaccepteerd worden als ze geen palang droegen. Of dit waar is, is niet zeker. Dit beeld schilderde de Dayak vrouwen op een bepaalde manier af en het is niet duidelijk of dit juist was. Een andere mogelijkheid was, dat het aanbrengen van het staafje een teken was van moed en van het kunnen verdragen van pijn. De man met het lange haar draagt twee bronzen oorhangers in zijn uitgerekte oorlellen. De gedeeltelijk kale man draagt dit sieraad in zijn rechteroorlel en in zijn linker oorlel draagt hij een sabau. Dat is een hanger van neushoornvogelsnavel, het zogenaamde anggang gading. Dit is het helm gedeelte ofwel de knobbel op de snavel van een bepaald soort neushoornvogel, de Rhinoplax vigil. Het voorste gedeelte van de helm is, evenals de snavel, zandkleurig en het achterste gedeelte is rood. Dat stuk werd zodanig besneden dat er een hanger ontstond met een rode band aan de zijkant en een zandkleurige bovenkant. Aan de spits toelopende kant werd soms ook een groot gedeelte van de bovenste helft van de snavel meegenomen, zodat daar een haak van kon worden gesneden om er een oorhanger van te maken. In andere gevallen werd er een gat in de bovenkant van de hanger gemaakt, zodat de hanger als een amulet gebruikt kan worden om aan koord van een zwaard, (mandau) te hangen, eventueel met kraalwerk versierd. De hangers waren in gebruik bij de Kenyah-Kayan Dayak van Oost-Kalimantan. <BR> <BR> In dit geval is er een oorhanger van gemaakt. In het rood zijn Aso motieven uitgesneden. De aso is een draakachtig wezen. In de zandkleurige bovenkant zijn eveneens Aso motieven uitgesneden, draken met over elkaar schuivende kaken. <BR> Het dragen van deze hangers was voorbehouden voor mannen die bewezen hadden over veel ervaring of moed te beschikken, bijvoorbeeld door het ombrengen en onthoofden van iemand. Het zou ongeluk of ziekte brengen als iemand die dit nog niet gedaan had, een dergelijke hanger zou dragen. De Kenyah geloofden dat mensen een bepaalde levenskracht hebben, beruwa. Bij mannen en hoge adel was deze al bij geboorte hoger dan bij gewone mensen. Toch moest die kracht gevoed worden, onder andere door het verkrijgen van een hoofd. Als de bepaalde beladen sieraden toch gedragen werd, terwijl de kracht niet sterk genoeg was dan kon dit tot parib tot gevolg hebben. Parib was de boosheid van geesten, die tot ziektes kon leidden. <BR> <BR> Het Aso motief<BR> De Aso is een draakachtige figuur en op alle delen van Borneo het symbool van het vrouwelijke en van de onderwereld. Een dier dat leeft in het water of onder de grond. De draak godin bood bescherming in het dagelijkse leven en offers aan de godin kon de vruchtbaarheid van het land en van de mensen bevorderen. Ze is dan ook het symbool van levenskracht en vruchtbaarheid en wedergeboorte na de dood (ze waakt over de doden). Dit is mogelijk ook een verklaring waarom mannen die doden, deze symboliek in hun oorsieraden (laten) verwerken.<BR> Ze is verbonden met de aarde, water, stormen en bliksem. Omdat het gevaarlijk is de naam van de godin te noemen, noemen de Kayan haar voorstelling aso, hetgeen letterlijk hond betekent. Het motief zelf stelt eigenlijk alleen de kop voor, met een uit stekende tong, hudo’ of kambe genaamd of ook wel aran (bliksem). <BR> <BR> Elshout<BR> Heyst<BR> Rodgers<BR> Sellato