Pop in kotomisi kostuum

Gaspar van Breugel maakte in 1824 op zijn plantage Clifford Kocqshoven feest van de slaven mee, dat overging in een wintiritueel. Er werd gedurende drie dagen en nachten muziek werd gemaakt en gedanst. <BR> <BR> Naar aanleiding van dit ritueel liet Van Breugel, een setje miniatuurinstrumenten en zes poppen maken, die de danseressen voorstellen. Over de vrouwen schreef hij dat zij 'als een staalboek gekleed' gingen. (geciteerd in Legêne, 1998; 258). Hij gaf deze poppen aan zijn dochter en nichtjes om mee te spelen. Vier van deze poppen zijn nu in de collectie van het Tropenmuseum. <BR> <BR> De pop is van zwarte katoen met glaskraaltjes als ogen en is gekleed in een kotomisi: wit katoenen onderrokken met daaroverheen een wijde rok van witte katoen bedrukt met bruine - de oude zettel noemt deze paars; wellicht is de stof in de loop der jaren verkleurd - verticale banen en rode ronde motieven en kronkellijnen, jakje van dezelfde stof met daaronder een lijfje van witte opengewerkte en geborduurde katoen. Om de hals een snoer van piepkleine, fel glanzende goudkleurige glaskraaltjes; op het hoofd een kunstig gevouwen hoofddoek van bruin met geel en groen bedrukte katoen en om elke pols twee armbandjes van rode cilindervormige glaskraaltjes.<BR> <BR> (Bron: Susan Legêne, De bagage van Blomhoff en Van Breugel, KIT Amsterdam 1998, p. 242-& 258. Tekst: LM, 14 april 2009).<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Verschillende lapjes stof zijn met de hand tot een pop genaaid. De oogjes bestaan elk uit drie glaskraaltjes: twee witte met daartussen een zwart kraaltje.

Pop in kotomisi kostuum

Gaspar van Breugel maakte in 1824 op zijn plantage Clifford Kocqshoven feest van de slaven mee, dat overging in een wintiritueel. Er werd gedurende drie dagen en nachten muziek werd gemaakt en gedanst. <BR> <BR> Naar aanleiding van dit ritueel liet Van Breugel, een setje miniatuurinstrumenten en zes poppen maken, die de danseressen voorstellen. Over de vrouwen schreef hij dat zij 'als een staalboek gekleed' gingen. (geciteerd in Legêne, 1998; 258). Hij gaf deze poppen aan zijn dochter en nichtjes om mee te spelen. Vier van deze poppen zijn nu in de collectie van het Tropenmuseum. <BR> <BR> De pop is van zwarte katoen met glaskraaltjes als ogen en is gekleed in een kotomisi: wit katoenen onderrokken met daaroverheen een wijde rok van witte katoen bedrukt met bruine - de oude zettel noemt deze paars; wellicht is de stof in de loop der jaren verkleurd - verticale banen en rode ronde motieven en kronkellijnen, jakje van dezelfde stof met daaronder een lijfje van witte opengewerkte en geborduurde katoen. Om de hals een snoer van piepkleine, fel glanzende goudkleurige glaskraaltjes; op het hoofd een kunstig gevouwen hoofddoek van bruin met geel en groen bedrukte katoen en om elke pols twee armbandjes van rode cilindervormige glaskraaltjes.<BR> <BR> (Bron: Susan Legêne, De bagage van Blomhoff en Van Breugel, KIT Amsterdam 1998, p. 242-& 258. Tekst: LM, 14 april 2009).<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Verschillende lapjes stof zijn met de hand tot een pop genaaid. De oogjes bestaan elk uit drie glaskraaltjes: twee witte met daartussen een zwart kraaltje.