Blauwe, tonvormige glazen kraal aan koordje, gebruikt als kralengeld

Deze kraal is als ruilmiddel gebruikt in het gebied van de Humboldtbaai. Antieke glazen kralen werden langs de noordkust en het achterland van Papua gebruikt als geld in de handel met dorpsgenoten en vreemden. Er zijn kralen van verschillende vormen en kleuren, maar ze verkrijgen hun waarde enkel door hun ouderdom. De kralen hebben naar gelang hun waarde een eigen benaming; Van der Sande vermeldt dat de donkerblauwe, tonvormige lange kralen in het Humboldtbaai-gebied 'isjar' of ‘necho’ werden genoemd en de lichtblauwe korte ‘simboni’. De isjar-kralen hadden in 1906 volgens Moolenburg een waarde had van vijf toenmalige guldens, terwijl de simboni-kralen een van de toenmalige guldens waard was (Van der Sande 1907, 219 en Wirz, 1928, 280). Naar mijn inschatting zijn de vijf blauwe kralen in de collectie van het Tropenmuseum van het type simboni.<BR> <BR> Ook de bruidsprijzen werden met onder meer glazen kralen betaald. Van der Sande vermeldt een prijs van 80 kralen, twee stenen bijlen en een aantal andere objecten, die rond 1904 voor een vrouw uit het dorpje Asei aan het Sentani-meer is betaald, terwijl 10 tot 15 jaar vroeger nog 96 of 119 kralen zijn neergeteld. Wirz citeert Bink die in 1897 schreef dat een vrouw een kralenketting van zes voet koste, terwijl ze in 1928, ten tijde dat Wirz er was, met nog maar 10 kralen moesten worden betaald, wat hij wel erg laag vond. (Van der Sande 1907, 219 en Wirz, 1928, 280-281). <BR> <BR> Kennelijk was er sprake van wat je in de geldeconomie een deflatie noemt. Jongens uit Tobadi aan de kust zouden volgens Van der Sande hebben geklaagd steeds meer moeite hebben om het benodigde aantal kralengeld te vergaren, zodat ze pas laat konden trouwen. Verder in het achterland, werd die krapte veel minder strek gevoeld. Volgens Van der Sande kwam dat omdat de kustbewoners eerder vrouwen van het achterland trouwden, terwijl de mannen van het achterland zelden vrouwen van de kust huwden (Van der Sande 1907, 219). Wirz ziet ook nog een andere reden voor de schaarste, namelijk dat handelaren van de kust kralen opkochten om er in het achterland balgen van paradijsvogels mee te kunnen kopen (Wirz, 1928, 280-281).<BR> <BR> Waarschijnlijk zijn die kralen buiten Papua vervaardigd en door de handel in Papua verspreid. Doch de herkomst blijft onduidelijk. De Papoea’s van de kust zeiden tegen Van der Sande dat de kralen uit het bergland in het binnenland afkomstig zijn, wat Van der Sande niet mogelijk acht. Waarschijnlijk komen de kralen van andere eilanden van het Indonesische archipel, met name Seram of Sulawesi, of misschien zelfs uit China (Van der Sande 1907, 222-223). <BR> <BR> Van der Sande maakt melding van kralenvervalsers, die door het schuren van moderne kralen het oppervlak en de vorm van antieke kralen gaven (Van der Sande 1907, 220). Of de kralen in de collectie van het Tropenmuseum echt zijn of vervalst, is vooralsnog niet bekend.

Blauwe, tonvormige glazen kraal aan koordje, gebruikt als kralengeld

Deze kraal is als ruilmiddel gebruikt in het gebied van de Humboldtbaai. Antieke glazen kralen werden langs de noordkust en het achterland van Papua gebruikt als geld in de handel met dorpsgenoten en vreemden. Er zijn kralen van verschillende vormen en kleuren, maar ze verkrijgen hun waarde enkel door hun ouderdom. De kralen hebben naar gelang hun waarde een eigen benaming; Van der Sande vermeldt dat de donkerblauwe, tonvormige lange kralen in het Humboldtbaai-gebied 'isjar' of ‘necho’ werden genoemd en de lichtblauwe korte ‘simboni’. De isjar-kralen hadden in 1906 volgens Moolenburg een waarde had van vijf toenmalige guldens, terwijl de simboni-kralen een van de toenmalige guldens waard was (Van der Sande 1907, 219 en Wirz, 1928, 280). Naar mijn inschatting zijn de vijf blauwe kralen in de collectie van het Tropenmuseum van het type simboni.<BR> <BR> Ook de bruidsprijzen werden met onder meer glazen kralen betaald. Van der Sande vermeldt een prijs van 80 kralen, twee stenen bijlen en een aantal andere objecten, die rond 1904 voor een vrouw uit het dorpje Asei aan het Sentani-meer is betaald, terwijl 10 tot 15 jaar vroeger nog 96 of 119 kralen zijn neergeteld. Wirz citeert Bink die in 1897 schreef dat een vrouw een kralenketting van zes voet koste, terwijl ze in 1928, ten tijde dat Wirz er was, met nog maar 10 kralen moesten worden betaald, wat hij wel erg laag vond. (Van der Sande 1907, 219 en Wirz, 1928, 280-281). <BR> <BR> Kennelijk was er sprake van wat je in de geldeconomie een deflatie noemt. Jongens uit Tobadi aan de kust zouden volgens Van der Sande hebben geklaagd steeds meer moeite hebben om het benodigde aantal kralengeld te vergaren, zodat ze pas laat konden trouwen. Verder in het achterland, werd die krapte veel minder strek gevoeld. Volgens Van der Sande kwam dat omdat de kustbewoners eerder vrouwen van het achterland trouwden, terwijl de mannen van het achterland zelden vrouwen van de kust huwden (Van der Sande 1907, 219). Wirz ziet ook nog een andere reden voor de schaarste, namelijk dat handelaren van de kust kralen opkochten om er in het achterland balgen van paradijsvogels mee te kunnen kopen (Wirz, 1928, 280-281).<BR> <BR> Waarschijnlijk zijn die kralen buiten Papua vervaardigd en door de handel in Papua verspreid. Doch de herkomst blijft onduidelijk. De Papoea’s van de kust zeiden tegen Van der Sande dat de kralen uit het bergland in het binnenland afkomstig zijn, wat Van der Sande niet mogelijk acht. Waarschijnlijk komen de kralen van andere eilanden van het Indonesische archipel, met name Seram of Sulawesi, of misschien zelfs uit China (Van der Sande 1907, 222-223). <BR> <BR> Van der Sande maakt melding van kralenvervalsers, die door het schuren van moderne kralen het oppervlak en de vorm van antieke kralen gaven (Van der Sande 1907, 220). Of de kralen in de collectie van het Tropenmuseum echt zijn of vervalst, is vooralsnog niet bekend.