Voetblok in de vorm van een krokodil. In het tijdschrift voor binnenlandsch bestuur van 1912 wordt de bevolking van Waropen beschreven als wrede, tuchteloze en bloeddorstige mensen: "Men is niet veilig voor elkaar, zelfs niet in een zelfde kampong, alleen onder bloedverwanten en aangehuwde familie...zoo kom het voor dat een sterke familie...een zwakkere...gevangen maakt en alleen tegen betaling van een losprijs teruggeeft (1912:361). Iets verderop vermeldt de schrijver dat de inwoners van Kai en Waren met bepaalde prauwen alleen erop uitgaat voor roof en moord: "De slachtoffers van een raak (rooftocht) worden, voor zover zij niet bij de overvalling neergelegd worden, slaaf gemaakt, dan wel, indien zij daar niet voor deugen, doodgemarteld. Slaven worden, zoolang zij niet moeten werken en men voor ontvluchting vreest, het wegloopen belet door hen met handen en voeten in blokken te sluiten, een stevige rottan om de hals te binden e.d." (1912:363). Hoewel het artikel dus spreekt van anarchie in de dorpen, bestaan er enkele vormen van autoriteit. Een daarvan is de kapala mambri (mambri betekent held), een persoon die door vele mensen gedood te hebben een bepaalde status heeft. "Men kan hunne woningen....daaraan herkennen dat men daar tropeën van menschenschedels en blokken om slaven in te sluiten, vindt" (idem, 365).