De strijd tussen de legers van Hanuman en van Rawana

Dergelijke ider-ider, zeer smalle en lange beschilderde (of geborduurde) doeken, werden tijden ceremoniën en rituelen opgehangen aan het dak van (tempel) paviljoens of altaren. Ze zijn vervaardigd in de Kamasanstijl, een typische stijl van schilderen, met op de achtergrond kleine wolkachtige versieringen. <BR> <BR> De geschilderde scènes stellen een episode uit de Ramayana voor en wel het moment dat Rama en zijn broer Lesmana de hulp inroepen van het apenleger om de demonen te bestrijden. Geheel links zijn Rama en Lesmana links van de te zien. Rama heeft de hoge kroon op en Lesmana de gekrulde zwarte haartooi. Voor hen zitten de twee clownbediendes, Twalen (rechts) en Merdah (links). Achter hen is het leger van de apenkoning Sugriwa, die direct achter Lesmana zit. Hierachter zit de generaal der apen, Hanuman, de witte aap. Ze zijn in gesprek met Wibisana, de edele broer van de wrede vorst Rawana, die de geliefde van Rama, prinses Sita heeft ontvoerd. <BR> <BR> In de tweede scene, die begint na een vertikaal bladmotief, vechten de apen, herkenbaar aan hun staarten op de rug, met de demonen, herkenbaar aan de zwarte of rode wilde bos haren. De betekenis van de afbeelding van offerende mannen en vrouwen en priesters of goden is niet bekend. <BR> De demonen worden met pijlen en rotsbrokken bestookt, hun hoofden afgehakt en apen bijten in de demonen. <BR> Verderop staan Rama, Lesmana en Wibisana vooraan een rij van grote apenstrijders. <BR> <BR> Dan blijken Rama en Lesmana getroffen te zijn door de slangenpijl Nagapaça en omkneld door een slang, evenals Twalen en Merdah en een groepje kleine apen. Uiteindelijk worden ze bevrijd en is het demonenleger verslagen. <BR> <BR> Geheel rechts is de wrede vorst Rawana te zien staand voor zijn demonen. <BR> <BR>

De strijd tussen de legers van Hanuman en van Rawana

Dergelijke ider-ider, zeer smalle en lange beschilderde (of geborduurde) doeken, werden tijden ceremoniën en rituelen opgehangen aan het dak van (tempel) paviljoens of altaren. Ze zijn vervaardigd in de Kamasanstijl, een typische stijl van schilderen, met op de achtergrond kleine wolkachtige versieringen. <BR> <BR> De geschilderde scènes stellen een episode uit de Ramayana voor en wel het moment dat Rama en zijn broer Lesmana de hulp inroepen van het apenleger om de demonen te bestrijden. Geheel links zijn Rama en Lesmana links van de te zien. Rama heeft de hoge kroon op en Lesmana de gekrulde zwarte haartooi. Voor hen zitten de twee clownbediendes, Twalen (rechts) en Merdah (links). Achter hen is het leger van de apenkoning Sugriwa, die direct achter Lesmana zit. Hierachter zit de generaal der apen, Hanuman, de witte aap. Ze zijn in gesprek met Wibisana, de edele broer van de wrede vorst Rawana, die de geliefde van Rama, prinses Sita heeft ontvoerd. <BR> <BR> In de tweede scene, die begint na een vertikaal bladmotief, vechten de apen, herkenbaar aan hun staarten op de rug, met de demonen, herkenbaar aan de zwarte of rode wilde bos haren. De betekenis van de afbeelding van offerende mannen en vrouwen en priesters of goden is niet bekend. <BR> De demonen worden met pijlen en rotsbrokken bestookt, hun hoofden afgehakt en apen bijten in de demonen. <BR> Verderop staan Rama, Lesmana en Wibisana vooraan een rij van grote apenstrijders. <BR> <BR> Dan blijken Rama en Lesmana getroffen te zijn door de slangenpijl Nagapaça en omkneld door een slang, evenals Twalen en Merdah en een groepje kleine apen. Uiteindelijk worden ze bevrijd en is het demonenleger verslagen. <BR> <BR> Geheel rechts is de wrede vorst Rawana te zien staand voor zijn demonen. <BR> <BR>