In het midden van het schilderij is een wiegelend bruggetje te zien, dat naar de hel leidt. Een van de vrouwen is in het hellevuur gevallen. Boven het bruggetje is de hellepoort te zien, waaruit personen te voorschijn komen en voor de goden ter verantwoording worden geroepen. <BR> Rechts beneden zijn de hellevorst met zijn trawanten afgebeeld en linksonder de helleketel, waarin mensen gekookt worden. Op het gehele schiledrij zijn mensen afgebeeld die op de meest uiteenlopende manieren gemarteld of gestrafd worden. Rechtsboven is een tafereel te zien van boom met speervormige vruchten met een demon die de boom schudt. De neervallende vruchten raken de personen onder de boom in het hoofd.