Deze magische veger komt van de Boni Marrons aan de Marowijne-rivier. Op het handvat zijn drie kwasten van miereneterharen bevestigd; in het midden van elke kwast steken enkele blauw en rood gekleurde papegaaienveren uit. De bezem is deels ingesmeerd met het purificerende pemba doti, witte klei, waaraan magische kracht is toegeschreven. <BR> Met zo'n magische bezem (obia = amulet; Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië: 515-516) verjagen - volgens de oude zettel - wintipriesters boze geesten tijdens rituelen. Zo meent ook Goslings: 45-46, die daaraan nog toevoegt, dat dit magische voorwerp ("odja") gebezigd werd door een obiaman bij magische ceremoniën.<BR> In de museumzettel staat het volgende:<BR> "Daar bij de Boschnegers de opvatting der primitieven bestaat, dat een sterfgeval van personen in de kracht van het leven aan tooverij te wijten is, heeft bij overlijden onderzoek plaats naar den schuldige. Een der manieren waarop dat geschiedt is dat in de obia godo haren en andere zaken van de overledene worden gedaan en de medicijnmeester met de odja in zijn hand er omheen danst. Onder het aanroepen van goden en geesten heeft dit ritueel plaats, men meent dat de z.g. schuldige zich op gegeven oogenblik niet langer bedwingen kan, meedanst en daardoor zijn schuld doet blijken".<BR>