Beschilderde manuscripthouder

Rode manuscripthouder met aan twee zijden polychrome schilderingen. In deze houder kunnen manuscripten worden geklemd.<BR> Aan de ene kant 14 schilderingen met de 14 dromen van de moeder van Mahavira. Het embryo van Mahavira werd verplaatst van Devananda naar Trishala. Beide vrouwen kregen de 14 dromen. Deze dromen vertelden over de komst van een zeer bijzonder mens, namelijk Mahavira, de laatste der 24 'tirthankara's' of jina's. De 14 zijn: <BR> 1. witte olifant, 2. witte stier, 3. witte leeuw, 4. paar bloemslingers, 5. de (hindoe)godin Lakshmi, 6. zon, 7. maan, 8. vlag, 9. waterkruik, 10. lotusvijver, 11 melkoceaan, 12 zwevend paleis, 13. pot juwelen, 14. vuur zonder rook, <BR> Aan de andere kant 8 schilderingen met de 'ashtamangala', de 8 gelukbrengende symbolen. Deze 8 zijn:<BR> 1. svastika (hakenkruis), 2. poederdoos, 3. lotus(vijver), 4. goddelijke troon, 5. spiegel, 6. kruik van overvloed, 7. paar vissen, 8. oneindige knoop.<BR> Dergelijke gelukstekens komen al 2000 jaar voor in het hindoeïsme, boeddhisme en jainisme, hoewel er wel enig onderling verschil bestaat in wijze van uitbeelden.<BR> <BR> Aanhangers van het jainisme heten jaina (verwesterd tot jain) dat afgeleid is van het Sanskriet begrip jina, overwinnaar. En wel overwinnaar in de zin van iemand die de cyclus van wedergeboorten overwonnen heeft. Jains geloven dat de – onsterfelijke – ziel door negatief karma, dat ontstaat omdat de ziel gevoelig en ontvankelijk is voor allerlei impulsen van buitenaf, gestraft wordt door middel van herhaaldelijke wedergeboorte. <BR> <BR> Alleen door het bereiken van absolute lichamelijke en geestelijke zuiverheid treedt de fase van Verlossing of Bevrijding (van wedergeboorte) op zoals dat ook het geval is bij het boeddhisme. <BR> Het jainisme is echter aanzienlijk strenger dan het boeddhisme en eist een veel stringentere geweldloosheid hetgeen inhoudt dat diverse vormen van voedsel niet mogen worden geconsumeerd door een jain omdat dat een vorm van geweld zou kunnen inhouden. Door bijvoorbeeld een wortel te eten sterft de plant die bovengronds staat. Honing eten betekent het beroven van de bij van zijn voedsel.<BR> Het principe der absolute geweldloosheid heet ahimsa en houdt in dat geen enkel levend wezen mag worden gedood. Mahatma Gandhi, die geboren is in Gujarat waar naar verhouding veel jains wonen, voerde de ahimsa hoog in het vaandel.<BR> <BR> Jaina's geloven in een groep van 24 jina's, ook tirthankara genoemd wat letterlijk te vertalen is als 'iemand die een doorwaadbare plaats oversteekt', waarmee bedoeld wordt een oversteek maakt van de aardse wereld naar de toestand van niet meer existeren.<BR> <BR> De 24ste jina, die de leer formuleerde, was Vardhamana Mahavira, een streek- en tijdgenoot van Siddhartha Gautama. Jina’s worden veel in steen uitgebeeld in tempels, en in brons voor op huisaltaren. Elke jina bezit een kenmerkend embleem. Zij worden altijd in meditatiezit afgebeeld of staand, met de armen hangend langs het lichaam. Zij lijken, als zij zitten, sterk op een Boeddha. Het grote verschil is echter dat jina’s naakt worden uitgebeeld, los van enige binding met het materiële, en Boeddha’s altijd gekleed zijn. <BR> <BR> Het voorwerp lijkt van leer maar dit is onmogelijk gezien de principes van het jainisme, in dit geval het 'ahimsa'-concept. De houder is gemaakt van stevig papier of karton dat met katoen is bekleed. Het katoen is behandeld met gips of kalk zodat er op geschilderd kan worden.<BR> <BR> <BR>

Beschilderde manuscripthouder

Rode manuscripthouder met aan twee zijden polychrome schilderingen. In deze houder kunnen manuscripten worden geklemd.<BR> Aan de ene kant 14 schilderingen met de 14 dromen van de moeder van Mahavira. Het embryo van Mahavira werd verplaatst van Devananda naar Trishala. Beide vrouwen kregen de 14 dromen. Deze dromen vertelden over de komst van een zeer bijzonder mens, namelijk Mahavira, de laatste der 24 'tirthankara's' of jina's. De 14 zijn: <BR> 1. witte olifant, 2. witte stier, 3. witte leeuw, 4. paar bloemslingers, 5. de (hindoe)godin Lakshmi, 6. zon, 7. maan, 8. vlag, 9. waterkruik, 10. lotusvijver, 11 melkoceaan, 12 zwevend paleis, 13. pot juwelen, 14. vuur zonder rook, <BR> Aan de andere kant 8 schilderingen met de 'ashtamangala', de 8 gelukbrengende symbolen. Deze 8 zijn:<BR> 1. svastika (hakenkruis), 2. poederdoos, 3. lotus(vijver), 4. goddelijke troon, 5. spiegel, 6. kruik van overvloed, 7. paar vissen, 8. oneindige knoop.<BR> Dergelijke gelukstekens komen al 2000 jaar voor in het hindoeïsme, boeddhisme en jainisme, hoewel er wel enig onderling verschil bestaat in wijze van uitbeelden.<BR> <BR> Aanhangers van het jainisme heten jaina (verwesterd tot jain) dat afgeleid is van het Sanskriet begrip jina, overwinnaar. En wel overwinnaar in de zin van iemand die de cyclus van wedergeboorten overwonnen heeft. Jains geloven dat de – onsterfelijke – ziel door negatief karma, dat ontstaat omdat de ziel gevoelig en ontvankelijk is voor allerlei impulsen van buitenaf, gestraft wordt door middel van herhaaldelijke wedergeboorte. <BR> <BR> Alleen door het bereiken van absolute lichamelijke en geestelijke zuiverheid treedt de fase van Verlossing of Bevrijding (van wedergeboorte) op zoals dat ook het geval is bij het boeddhisme. <BR> Het jainisme is echter aanzienlijk strenger dan het boeddhisme en eist een veel stringentere geweldloosheid hetgeen inhoudt dat diverse vormen van voedsel niet mogen worden geconsumeerd door een jain omdat dat een vorm van geweld zou kunnen inhouden. Door bijvoorbeeld een wortel te eten sterft de plant die bovengronds staat. Honing eten betekent het beroven van de bij van zijn voedsel.<BR> Het principe der absolute geweldloosheid heet ahimsa en houdt in dat geen enkel levend wezen mag worden gedood. Mahatma Gandhi, die geboren is in Gujarat waar naar verhouding veel jains wonen, voerde de ahimsa hoog in het vaandel.<BR> <BR> Jaina's geloven in een groep van 24 jina's, ook tirthankara genoemd wat letterlijk te vertalen is als 'iemand die een doorwaadbare plaats oversteekt', waarmee bedoeld wordt een oversteek maakt van de aardse wereld naar de toestand van niet meer existeren.<BR> <BR> De 24ste jina, die de leer formuleerde, was Vardhamana Mahavira, een streek- en tijdgenoot van Siddhartha Gautama. Jina’s worden veel in steen uitgebeeld in tempels, en in brons voor op huisaltaren. Elke jina bezit een kenmerkend embleem. Zij worden altijd in meditatiezit afgebeeld of staand, met de armen hangend langs het lichaam. Zij lijken, als zij zitten, sterk op een Boeddha. Het grote verschil is echter dat jina’s naakt worden uitgebeeld, los van enige binding met het materiële, en Boeddha’s altijd gekleed zijn. <BR> <BR> Het voorwerp lijkt van leer maar dit is onmogelijk gezien de principes van het jainisme, in dit geval het 'ahimsa'-concept. De houder is gemaakt van stevig papier of karton dat met katoen is bekleed. Het katoen is behandeld met gips of kalk zodat er op geschilderd kan worden.<BR> <BR> <BR>