Kleed voor Chinees voorouderaltaar

Chinees altaarkleed, bestemd voor een voorouderaltaar binnenshuis. Deze doek is geverfd met blauw op wit. De doek is verdeeld in twee vlakken boven elkaar, waarbij het bovenste vlak even groot als 1/3 deel van het onderste vlak is. In dit bovenste vlak staan bloemenvazen afgebeeld, met ertussen losse bloemen en vogels. Peranakan afbeelding van dieren en planten zijn niet gebonden aan regels zoals bij Islamitische groepen. Derhalve zijn zulke afbeeldingen vol fantasie. Het karakter voor vaas (ping), in het bovenste deel is fonetisch identiek aan 'vrede'. Centraal in het onderste deel staat een cirkel met daarin een draak. Er omheen in de hoeken bevinden zich aan de bovenkant 2 staande feniksen en aan de onderkant de zogenoemde kilin, een fabeldier. In Chinese volkskunst hebben decoraties altijd een betekenis: de feniks representeert een lang leven, terwijl een kilin staat voor welvaart. De kilin, draak en feniks zijn spirituele dieren. De draak is het mannelijke symbool voor perfectie en heeft bovennatuurlijke krachten. De vliegende feniks werd in de Qin dynastie het symbool voor de keizerin, en dus voor vrouwelijkheid en vruchtbaarheid (het is een typisch motief voor een bruid), terwijl een staande feniks een mannelijke connotatie heeft. De kilin heeft schubben, hoeven en soms een hoorn en is bekend in het Confucianisme als een goed teken, staande voor een lang leven en groot geluk. Op de doek zijn ook nog munten afgebeeld, die kwaad afhouden. Blauw-witte Peranakan batiks werden meestal gebruikt in perioden van rouw (Duggan, 2001).<BR> Het smallere deel van het kleed ligt gewoonlijk op het altaar, terwijl het bredere deel er overheen hangt. Een altaarkleed staat symbool voor het kusha gras van Boeddha's troon en is een uiting van perfectie, de puurheid van de natuur, en van ware verlichting (McCabe Elliot, 1984). De verzamelaar Veldhuisen merkt op dat de tekening met potlood is gemaakt.

Kleed voor Chinees voorouderaltaar

Chinees altaarkleed, bestemd voor een voorouderaltaar binnenshuis. Deze doek is geverfd met blauw op wit. De doek is verdeeld in twee vlakken boven elkaar, waarbij het bovenste vlak even groot als 1/3 deel van het onderste vlak is. In dit bovenste vlak staan bloemenvazen afgebeeld, met ertussen losse bloemen en vogels. Peranakan afbeelding van dieren en planten zijn niet gebonden aan regels zoals bij Islamitische groepen. Derhalve zijn zulke afbeeldingen vol fantasie. Het karakter voor vaas (ping), in het bovenste deel is fonetisch identiek aan 'vrede'. Centraal in het onderste deel staat een cirkel met daarin een draak. Er omheen in de hoeken bevinden zich aan de bovenkant 2 staande feniksen en aan de onderkant de zogenoemde kilin, een fabeldier. In Chinese volkskunst hebben decoraties altijd een betekenis: de feniks representeert een lang leven, terwijl een kilin staat voor welvaart. De kilin, draak en feniks zijn spirituele dieren. De draak is het mannelijke symbool voor perfectie en heeft bovennatuurlijke krachten. De vliegende feniks werd in de Qin dynastie het symbool voor de keizerin, en dus voor vrouwelijkheid en vruchtbaarheid (het is een typisch motief voor een bruid), terwijl een staande feniks een mannelijke connotatie heeft. De kilin heeft schubben, hoeven en soms een hoorn en is bekend in het Confucianisme als een goed teken, staande voor een lang leven en groot geluk. Op de doek zijn ook nog munten afgebeeld, die kwaad afhouden. Blauw-witte Peranakan batiks werden meestal gebruikt in perioden van rouw (Duggan, 2001).<BR> Het smallere deel van het kleed ligt gewoonlijk op het altaar, terwijl het bredere deel er overheen hangt. Een altaarkleed staat symbool voor het kusha gras van Boeddha's troon en is een uiting van perfectie, de puurheid van de natuur, en van ware verlichting (McCabe Elliot, 1984). De verzamelaar Veldhuisen merkt op dat de tekening met potlood is gemaakt.