Aaneengenaaide kokerrok met Chinees uiterlijk: een combinatie van pasteltinten is gebruikt voor het maken van het boeket anjers in de kepala ('hoofd'), terwijl de badan ('lichaam') bestaat uit garis miring: diagonale banen (rose, lila en wit) met florale motieven. Boeketten waren oorspronkelijk echt Europese motieven, en de soort afgebeelde bloem heeft voor verschillende culturele groepen een eigen symboliek (Heringa, 1996). Naar de gegevens van de verzamelaar zijn bij het vervaardigen van deze doek meerdere technieken gebruikt: canting, tritik en colet. De canting is de waspen, terwijl bij tritik een draad door het weefsel genaaid wordt, waardoor de stof onder de stiksels uitgespaard wordt. Colet is een applicatie-techniek, waarbij synthetische verfstof met een penseel wordt aangebracht. Deze batik was bestemd voor de Peranakan (Indo-Chinese) markt en voor de export.