Losgemaakte kokerrok, met een dieprode kepala ('hoofd') en blauwe badan ('lichaam') gebatikt met bloemboeketten (buketan) en grote en kleinere Chinese vlinders. Boeketten zijn oorspronkelijke echt Europese motieven, maar werden snel populair onder Indo-Chinezen, vooral na hun wettelijke gelijkstelling in 1920 aan de (indo-)Europeanen, als statussymbool (Heringa, 1996). De doek is gemaakt in een bekende Indo-Chinese werkplaats en was bestemd voor Indonesiërs en voor verzamelaars.