Kokerrok door Nj. Tan Sin Ing met kraanvogels en chrysantboeketten

Met twee kleuren blauw, sogabruin en groen op wit in cocohan (kleine puntjes) gebatikte, gesloten kokerrok. De donkerblauwe badan ('lichaam') bestaat uit kleine boeketten chrysanten, waartussen kleine bloemen zijn afgebeeld. De kepala ('hoofd') heeft een lichterblauwe ondergrond, waarop diagonaal dunne stippellijnen zijn gebatikt. Daar overheen is centraal een stijf bloemboeket afgebeeld, die uit het water groeien. Op het water drijven nog waterlelies en aan beide zijden van het boeket staan twee waadvogels, wellicht reigers? Bloemen worden in de Indo-Chinese, maar ook Indo-Europese, symboliek verbonden met levensjaren. Een chrysant verwijst voor de Peranakan naar de vroege herfst, en dus naar de middelbare leeftijd. In het boek van Heringa worden soortgelijke vogels en waterlelies afgebeeld; zij stelt dat dit ontwerp is afgeleid van een ontwerp van Lien Metzelaar, rond 1900. Metzelaar was een bekende Indo-Europese batikster en haar bron waren 19e eeuwse Europese schilderijen, die weer gebaseerd waren op Japanse kamerschermen. Reigers, die opvliegen bij het eerste teken van gevaar, verwijzen naar bescherming. De waterlelies, of lotussen, staan symbool voor overvloedige vruchtbaarheid en regeneratieve kracht (Heringa, 1996). De kepala en badan worden omrand door bloemranken. Boeketten (buket) zijn een oorspronkelijk Europees motief, dat door (Indo-)Chinezen werd gebruikt<BR> om hun in 1920 verkregen wettelijke gelijkstelling aan de (Indo-)Europeanen uit te drukken (Heringa, 1996). Deze doek was bestemd voor gebruik door alle culturele groepen.

Kokerrok door Nj. Tan Sin Ing met kraanvogels en chrysantboeketten

Met twee kleuren blauw, sogabruin en groen op wit in cocohan (kleine puntjes) gebatikte, gesloten kokerrok. De donkerblauwe badan ('lichaam') bestaat uit kleine boeketten chrysanten, waartussen kleine bloemen zijn afgebeeld. De kepala ('hoofd') heeft een lichterblauwe ondergrond, waarop diagonaal dunne stippellijnen zijn gebatikt. Daar overheen is centraal een stijf bloemboeket afgebeeld, die uit het water groeien. Op het water drijven nog waterlelies en aan beide zijden van het boeket staan twee waadvogels, wellicht reigers? Bloemen worden in de Indo-Chinese, maar ook Indo-Europese, symboliek verbonden met levensjaren. Een chrysant verwijst voor de Peranakan naar de vroege herfst, en dus naar de middelbare leeftijd. In het boek van Heringa worden soortgelijke vogels en waterlelies afgebeeld; zij stelt dat dit ontwerp is afgeleid van een ontwerp van Lien Metzelaar, rond 1900. Metzelaar was een bekende Indo-Europese batikster en haar bron waren 19e eeuwse Europese schilderijen, die weer gebaseerd waren op Japanse kamerschermen. Reigers, die opvliegen bij het eerste teken van gevaar, verwijzen naar bescherming. De waterlelies, of lotussen, staan symbool voor overvloedige vruchtbaarheid en regeneratieve kracht (Heringa, 1996). De kepala en badan worden omrand door bloemranken. Boeketten (buket) zijn een oorspronkelijk Europees motief, dat door (Indo-)Chinezen werd gebruikt<BR> om hun in 1920 verkregen wettelijke gelijkstelling aan de (Indo-)Europeanen uit te drukken (Heringa, 1996). Deze doek was bestemd voor gebruik door alle culturele groepen.