Volgens de schenker stelt dit beeldje een dondergod voor; precieze functie en gebruik zijn echter onbekend (Indios da Amazonia, 1986:180). In Wagley en Galvao (1948:177) wordt vermeld dat de Tapirapé geloven in twee soorten bovennatuurlijke wezens, de achunga: zielen van overledenen en allerlei boosaardige en moordzuchtige bosgeesten. Een belangrijke ceremonie uitgevoerd door shamanen aan het begin van het regenseizoen, is de strijd met donderdgod Kanawana. Tijdens dit feest, dat vier dagen duurt, geraken de shamanen in trance, volledig bedwelmd door tabak en opgezweept door onophoudelijk gezang en dans. In die toestand 'reizen' ze naar het huis van de dondergod, die wordt bigjestaan door zielen van overleden shamanen en topü: kleine, antropomorfe wezens wier lichaam bedekt is met wit haar. Deze figuren zijn bewapend met pijlen die bliksem veroorzaken en die de shamanen daarmee zo kunnen verwonden dat ze bewusteloos neervallen (Wagley en Galvao, 1948:176). <BR> Misschien is dit beeldje zo'n topü. Als dit beeldje vergeleken wordt met de afbeeldingen uit Indios da Amazonia dan valt op dat dit figuurtje erg fraai is uitgevoerd, vermoedelijk doordat het in opdracht is vervaardigd. Schenker kon hier geen uitsluitsel over geven.