Beeld van een beschermgod te paard

Beschermgod in de vorm van een ruiter met geheven zwaard in zijn rechterhand, gezeten op een paard. De benen van de ruiter eindigen valk onder de knie.<BR> <BR> In doorgaans afgelegen gebieden wonen circa 80 miljoen adivasi, afstammelingen van de oerbewoners van het Indisch subcontinent. Enkele groepen hebben hun oorspronkelijke godsdienstvorm behouden. <BR> <BR> Adivasi<BR> <BR> The 80 million Adivasi, descendants of the original inhabitants of the Indian subcontinent, live in mainly isolated regions. Some groups have retained their original religion.<BR> <BR> De kunstenaars in Bastar die de beelden vervaardigen zijn hindoes en behoren tot de Scheduled Castes. Zij noemen zich Ghadhva, maar worden ook wel Ghasia genoemd gelijk hun beroepsgenoten die werken voor de Kondh. Ze trekken rond, van dorp naar dorp, van markt naar markt, om hun waren aan de man te brengen. Hun clientèle wordt gevormd door adivasi (tribalen).<BR> <BR> De kunstenaars gebruiken oud metaal van vaatwerk, landbouwwerktuigen, auto-onderdelen maar ook van godenbeelden die kapot zijn gegaan en waarvan de godheid, via tussenkomst van een priester-medium, te kennen heeft gegeven een nieuw beeld te wensen.<BR> <BR> De vervaardigingstechniek bestaat uit een figuur die gemodelleerd is in klei en die de kern vormt van het te gieten beeld. Zoals met alle verloren vorm procédés gaat om de gedroogde vorm was, waarin de verfijnde details worden aangebracht, en daaromheen en kleimantel. Nadat een gaatje is geprikt in de kleimantel wordt deze was door verhitting boven een vuur gesmolten en verdwijnt in het vuur. Om te zorgen dat kern en mantel niet tegen elkaar komen als de waslaag ertussen is verdwenen worden voor het uitsmelten pinnetjes door de mantel gestoken die tot in de kern komen. Daarna wordt via hetzelfde gat gesmolten metaal gegoten dat zijn weg vindt in de ruimte tussen kern en mantel. <BR> <BR> Karakteristiek voor Ghadva en Ghasia gietwerk is het rasterpatroon. De prijs van een beeld wordt bepaald door het gewicht. Aangezien metaal duur is is er op het materiaal bezuinigd door niet één egale laag was, dat ook kostbaar is, aan te brengen maar draden. De was wordt in een metalen buis gestopt die lijkt op een fietspomp. Aan een kant zit het handvat, aan de andere kant een metalen schijfje met talrijke gaatjes. Door de handgreep naar beneden te duwen komt de was uit de buis gelijk spaghettislierten. Deze slierten worden om de kleikern gedrapeerd; dit scheelt veel materiaal.<BR> <BR>

Beeld van een beschermgod te paard

Beschermgod in de vorm van een ruiter met geheven zwaard in zijn rechterhand, gezeten op een paard. De benen van de ruiter eindigen valk onder de knie.<BR> <BR> In doorgaans afgelegen gebieden wonen circa 80 miljoen adivasi, afstammelingen van de oerbewoners van het Indisch subcontinent. Enkele groepen hebben hun oorspronkelijke godsdienstvorm behouden. <BR> <BR> Adivasi<BR> <BR> The 80 million Adivasi, descendants of the original inhabitants of the Indian subcontinent, live in mainly isolated regions. Some groups have retained their original religion.<BR> <BR> De kunstenaars in Bastar die de beelden vervaardigen zijn hindoes en behoren tot de Scheduled Castes. Zij noemen zich Ghadhva, maar worden ook wel Ghasia genoemd gelijk hun beroepsgenoten die werken voor de Kondh. Ze trekken rond, van dorp naar dorp, van markt naar markt, om hun waren aan de man te brengen. Hun clientèle wordt gevormd door adivasi (tribalen).<BR> <BR> De kunstenaars gebruiken oud metaal van vaatwerk, landbouwwerktuigen, auto-onderdelen maar ook van godenbeelden die kapot zijn gegaan en waarvan de godheid, via tussenkomst van een priester-medium, te kennen heeft gegeven een nieuw beeld te wensen.<BR> <BR> De vervaardigingstechniek bestaat uit een figuur die gemodelleerd is in klei en die de kern vormt van het te gieten beeld. Zoals met alle verloren vorm procédés gaat om de gedroogde vorm was, waarin de verfijnde details worden aangebracht, en daaromheen en kleimantel. Nadat een gaatje is geprikt in de kleimantel wordt deze was door verhitting boven een vuur gesmolten en verdwijnt in het vuur. Om te zorgen dat kern en mantel niet tegen elkaar komen als de waslaag ertussen is verdwenen worden voor het uitsmelten pinnetjes door de mantel gestoken die tot in de kern komen. Daarna wordt via hetzelfde gat gesmolten metaal gegoten dat zijn weg vindt in de ruimte tussen kern en mantel. <BR> <BR> Karakteristiek voor Ghadva en Ghasia gietwerk is het rasterpatroon. De prijs van een beeld wordt bepaald door het gewicht. Aangezien metaal duur is is er op het materiaal bezuinigd door niet één egale laag was, dat ook kostbaar is, aan te brengen maar draden. De was wordt in een metalen buis gestopt die lijkt op een fietspomp. Aan een kant zit het handvat, aan de andere kant een metalen schijfje met talrijke gaatjes. Door de handgreep naar beneden te duwen komt de was uit de buis gelijk spaghettislierten. Deze slierten worden om de kleikern gedrapeerd; dit scheelt veel materiaal.<BR> <BR>