Triangel

De triangel is een stalen percussiestok, die in een driehoeksvorm is gebogen, open aan een van de punten. Het geluid wordt voortgebracht door het slaan met een eveneens stalen stokje, dat soms tapsgewijs toeloopt om een lichtere of zwaardere tik te geven. Omdat het instrument een opening heeft, ligt de toonhoogte niet vast. De triangel hangt aan een draad, die door de speler wordt vastgehouden in één hand, of aan een standaard is bevestigd. Met de juiste materialen en slagmethode, produceert het instrument verschillende tonen. Het geluid wordt beëindigd door het instrument tussen de vingers te nemen. <BR> <BR> De middeleeuwse triangel varieerde in vorm en kon gesloten zijn danwel een opening bevatten, zoals de meer moderne variant. Ook kon de triangel dan losse ringen bevatten, die aan de onderste zijde hingen. Een vroege melding van het instrument, zonder ringen, bevindt zich in een 10de eeuws manuscript. Latere afbeeldingen in een Bijbel en een kerkraam tonen eveneens triangels in verschillende vormen. In al deze bronnen is het instrument groter afgebeeld dan de huidige orkesttriangel. Het kende dus zeker een religieus gebruik in middeleeuwse kerken en wordt vaak afgebeeld in de handen van engelen. Daarnaast werd het ook gebruikt in seculiere muziek. Het gebruik van het instrument zette zicht voort tijdens de latere Middeleeuwen en de Renaissance.<BR> Vanaf het begin van de 18de eeuw werd het instrument bespeeld in de opera van Hamburg. Later werd het onderdeel van het instrumentarium van orkesten. Mozart, Haydn en Beethoven zetten het instrument in in hun werken in de 18de eeuw. <BR> <BR> Tot het eind van de 18de eeuw werd de triangel hoofdzakelijk gebruikt om ritme aan te geven. In 1853 verwierf het de status van een soloinstrument door Liszt in zijn piano concerto in E., hetgeen toentertijd voor consternatie zorgde. <BR> <BR> De maat van een normale orkesttriangel is ca. 15 bij 18cm. aan een zijde. De hedendaagse percussionist heeft echter verschillende maten en vormen tot zijn of haar beschikking.<BR> <BR> De triangel is met de Europeanen ondere andere meegekomen naar Brazilië. Daar het het instrument triangulo en is het onderdeel van verschillende muzieksoorten en -stijlen.

Triangel

De triangel is een stalen percussiestok, die in een driehoeksvorm is gebogen, open aan een van de punten. Het geluid wordt voortgebracht door het slaan met een eveneens stalen stokje, dat soms tapsgewijs toeloopt om een lichtere of zwaardere tik te geven. Omdat het instrument een opening heeft, ligt de toonhoogte niet vast. De triangel hangt aan een draad, die door de speler wordt vastgehouden in één hand, of aan een standaard is bevestigd. Met de juiste materialen en slagmethode, produceert het instrument verschillende tonen. Het geluid wordt beëindigd door het instrument tussen de vingers te nemen. <BR> <BR> De middeleeuwse triangel varieerde in vorm en kon gesloten zijn danwel een opening bevatten, zoals de meer moderne variant. Ook kon de triangel dan losse ringen bevatten, die aan de onderste zijde hingen. Een vroege melding van het instrument, zonder ringen, bevindt zich in een 10de eeuws manuscript. Latere afbeeldingen in een Bijbel en een kerkraam tonen eveneens triangels in verschillende vormen. In al deze bronnen is het instrument groter afgebeeld dan de huidige orkesttriangel. Het kende dus zeker een religieus gebruik in middeleeuwse kerken en wordt vaak afgebeeld in de handen van engelen. Daarnaast werd het ook gebruikt in seculiere muziek. Het gebruik van het instrument zette zicht voort tijdens de latere Middeleeuwen en de Renaissance.<BR> Vanaf het begin van de 18de eeuw werd het instrument bespeeld in de opera van Hamburg. Later werd het onderdeel van het instrumentarium van orkesten. Mozart, Haydn en Beethoven zetten het instrument in in hun werken in de 18de eeuw. <BR> <BR> Tot het eind van de 18de eeuw werd de triangel hoofdzakelijk gebruikt om ritme aan te geven. In 1853 verwierf het de status van een soloinstrument door Liszt in zijn piano concerto in E., hetgeen toentertijd voor consternatie zorgde. <BR> <BR> De maat van een normale orkesttriangel is ca. 15 bij 18cm. aan een zijde. De hedendaagse percussionist heeft echter verschillende maten en vormen tot zijn of haar beschikking.<BR> <BR> De triangel is met de Europeanen ondere andere meegekomen naar Brazilië. Daar het het instrument triangulo en is het onderdeel van verschillende muzieksoorten en -stijlen.