Terracotta beeldengroep van Shiva, Parvati en hun zoon Ganesha

Familiegroep bestaat uit de godheid Shiva met zijn echtgenote Parvati en hun zoontje Ganesha met het olifantshoofd. De stier is Nandi, het rijdier van Shiva.<BR> <BR> In Shiva verenigen zich uitersten. Hij staat voor vernietiging en voor schepping. Hij is nu eens heftig en explosief, en dan weer de verstilde asceet die zich door niets en niemand laat afleiden. Hij zwerft soms lange perioden alleen rond door afgelegen streken. Of hij is in het gezelschap van demonischekobolden, gana’s, die ziektes en rijkdommen voortbrengen. Als Shiva’s zoon Ganesha is geboren maakt hij die tot heer der gana’s.<BR> De kosmische cyclus van ontstaan en vergaan, schepping en vernietiging, stabiliteit en bestaan wordt in zijn geheel vertegen-woordigd door Shiva. Hij wordt Mahadeva, de Grote God, genoemd. <BR> <BR> Devi is de verzamelnaam voor alle grote godinnen binnen het hindoeïsme. Haar eigenschappen zijn talrijk, haar namen talloos. Zij varieert van mild tot monsterlijk, van moeder tot loeder, van Uma tot Durga en van Annapurna tot Kali.<BR> Elke hindoegodin is een vorm van Devi. Als echtgenote van Shiva heet zij Parvati of Uma; als vrouw van Vishnu heet zij Lakshmi en Sarasvati als partner van Brahma. In het lokale volksgeloof komt De Godin meestal voor als ongetrouwde en onafhankelijke godin met veel macht. Ook wordt zij Shakti genoemd: de vrouwelijke kracht en sturende energie zonder welke er geen leven is. <BR> <BR> De god met de olifantskop, Ganesha, is de zoon van Shiva en Parvati, twee belangrijke goden uit de hindoeïstische godenwereld. Hij is de leider van de ganas, inferieure goden. Hij is de god van wijsheid en verwijderaar van hindernissen. Daarom wordt hij vereerd voordat belangrijke zaken worden ondernomen. Ganesha zou het Mahabharata hebben neergeschreven vanuit Vyasa's orale vertelling. Ganesha geniet in de deelstaat Maharashtra speciale verering. <BR> <BR> Het hindoeïsme kent talloze goden maar deze zijn verschijningsvormen van het ene, tijdloze. Absolute zonder vorm, het brahman. In het geschematiseerde hindoeisme is sprake van drie goden die verbonden zijn met de oneindige cyclus van ontstaan, bestaan en vergaan: Brahma de schepper, Vishnu die in stand houdt en Shiva de vernietiger. Na vernietiging of dood ontstaat nieuw leven. Daarom wordt hij ook geassocieerd met schepping.<BR> <BR> Shiva<BR> <BR> Shiva combines opposites. He stands for both destruction and creation. He can be raucous and explosive, but also a gentle ascetic whom no one and nothing can distract. He sometimes wanders alone through distant lands for long periods. Or he may choose the company of demonic goblins, ganas, who spread disease and create kingdoms. When Shiva’s son Ganesha is born he makes him lord of the ganas.<BR> <BR> The entire cosmic cycle of generation and decay, creation and destruction, stability and existence is represented by Shiva. He is called Mahadeva, the Great God. <BR> <BR> Goddess<BR> <BR> Devi is the collective name of all the major Hindu goddesses. Her characteristics are countless, and her names are infinite. She can be mild or monstrous, caring or cruel, Uma or Durga, Annapurna or Kali.<BR> <BR> Each Hindu goddess is a manifestation of Devi. As the wife of Shiva she is Parvati or Uma; as Vishnu’s wife she is Lakshmi, while Brahma’s partner is called Sarasvati. In local folk beliefs, the goddess is generally a powerful unmarried, independent deity. She is often called Shakti: the female power and driving force without which life cannot exist. <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Uit de vrije hand gemodelleerd. Na het bakken is de beeldengroep met een soort gips bestreken.

Terracotta beeldengroep van Shiva, Parvati en hun zoon Ganesha

Familiegroep bestaat uit de godheid Shiva met zijn echtgenote Parvati en hun zoontje Ganesha met het olifantshoofd. De stier is Nandi, het rijdier van Shiva.<BR> <BR> In Shiva verenigen zich uitersten. Hij staat voor vernietiging en voor schepping. Hij is nu eens heftig en explosief, en dan weer de verstilde asceet die zich door niets en niemand laat afleiden. Hij zwerft soms lange perioden alleen rond door afgelegen streken. Of hij is in het gezelschap van demonischekobolden, gana’s, die ziektes en rijkdommen voortbrengen. Als Shiva’s zoon Ganesha is geboren maakt hij die tot heer der gana’s.<BR> De kosmische cyclus van ontstaan en vergaan, schepping en vernietiging, stabiliteit en bestaan wordt in zijn geheel vertegen-woordigd door Shiva. Hij wordt Mahadeva, de Grote God, genoemd. <BR> <BR> Devi is de verzamelnaam voor alle grote godinnen binnen het hindoeïsme. Haar eigenschappen zijn talrijk, haar namen talloos. Zij varieert van mild tot monsterlijk, van moeder tot loeder, van Uma tot Durga en van Annapurna tot Kali.<BR> Elke hindoegodin is een vorm van Devi. Als echtgenote van Shiva heet zij Parvati of Uma; als vrouw van Vishnu heet zij Lakshmi en Sarasvati als partner van Brahma. In het lokale volksgeloof komt De Godin meestal voor als ongetrouwde en onafhankelijke godin met veel macht. Ook wordt zij Shakti genoemd: de vrouwelijke kracht en sturende energie zonder welke er geen leven is. <BR> <BR> De god met de olifantskop, Ganesha, is de zoon van Shiva en Parvati, twee belangrijke goden uit de hindoeïstische godenwereld. Hij is de leider van de ganas, inferieure goden. Hij is de god van wijsheid en verwijderaar van hindernissen. Daarom wordt hij vereerd voordat belangrijke zaken worden ondernomen. Ganesha zou het Mahabharata hebben neergeschreven vanuit Vyasa's orale vertelling. Ganesha geniet in de deelstaat Maharashtra speciale verering. <BR> <BR> Het hindoeïsme kent talloze goden maar deze zijn verschijningsvormen van het ene, tijdloze. Absolute zonder vorm, het brahman. In het geschematiseerde hindoeisme is sprake van drie goden die verbonden zijn met de oneindige cyclus van ontstaan, bestaan en vergaan: Brahma de schepper, Vishnu die in stand houdt en Shiva de vernietiger. Na vernietiging of dood ontstaat nieuw leven. Daarom wordt hij ook geassocieerd met schepping.<BR> <BR> Shiva<BR> <BR> Shiva combines opposites. He stands for both destruction and creation. He can be raucous and explosive, but also a gentle ascetic whom no one and nothing can distract. He sometimes wanders alone through distant lands for long periods. Or he may choose the company of demonic goblins, ganas, who spread disease and create kingdoms. When Shiva’s son Ganesha is born he makes him lord of the ganas.<BR> <BR> The entire cosmic cycle of generation and decay, creation and destruction, stability and existence is represented by Shiva. He is called Mahadeva, the Great God. <BR> <BR> Goddess<BR> <BR> Devi is the collective name of all the major Hindu goddesses. Her characteristics are countless, and her names are infinite. She can be mild or monstrous, caring or cruel, Uma or Durga, Annapurna or Kali.<BR> <BR> Each Hindu goddess is a manifestation of Devi. As the wife of Shiva she is Parvati or Uma; as Vishnu’s wife she is Lakshmi, while Brahma’s partner is called Sarasvati. In local folk beliefs, the goddess is generally a powerful unmarried, independent deity. She is often called Shakti: the female power and driving force without which life cannot exist. <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Uit de vrije hand gemodelleerd. Na het bakken is de beeldengroep met een soort gips bestreken.