Deze bekertrom die wordt aangetroffen in Noord Azië en het Midden Oosten, heeft een bokaalvorm. Dit exemplaar is gemaakt van koper. Bekertrommen van aardewerk of hout komen ook voor. Het instrument wordt bespeeld terwijl het onder een arm wordt gehouden of op de schoot wordt gezet. <BR> Er zijn veel varianten:<BR> In Turkije wordt de dümbelek, meestal gemaakt van metaal of aardewerk, gespeeld in volksmuziekensembles. <BR> In Iran is de uit één stuk hout vervaardigde dombak een van de belangrijkste basisinstrumenten waarmee klassieke Perzische muziek wordt uitgevoerd. <BR> In Algerije en Marokko wordt met een aardewerken derbocka, traditionele muziek gespeeld. In Egypte wordt het instrument hoqa genoemd. <BR> Een aardewerken darabuka tenslotte, wordt in Albanië en Bulgarije aangetroffen.<BR> <BR> Vergelijkbare trommen worden ook in Maleisië en Indonesië bespeeld; daar is het trommelvel veelal gemaakt van reptielenhuid. Op Celebes kent met de meest oorspronkelijke vorm die zo groot is dat hij op de grond wordt gezet om te kunnen bespelen. Dit instrument staat het dichtst bij bekertrommen uit de regio Babylonië in het zuiden van Mesopotamië (het vroege 2de millennium v. Chr. tot in het 1ste millennium v. Chr.)<BR> De darabuka heeft haar weg ook gevonden in de West Europese klassieke muziek zoals in een compositie van Jacques Ibert, de Suite symphonique uit 1932 en werk van Carl Orff: Prometheus uit 1966.<BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Het koperen tromlichaam is machinaal vervaardigd, gezien de draaisporen aan de binnenzijde van de beker. Ringen van de stelschroeven en steeksleutels idem. De houten ring van de trommelvellen is rond gebogen en overlappend bevestigd met een koperen nietje. Het plastic vel aan de onderkant is vastgezet met tientallen nietjes. Versieringen, gestileerde bloem- en geometrische motieven en Arabische lettertekens.