Shamanenkap voor gebruik tijdens verscheidene rituelen

Dubbelgevouwen bruine, katoenen lap met donkerbruin streepmotief, genaaid tot een kap. Aan beide zijden zijn allerlei voorwerpen genaaid, o.a. zaadjes, strengetjes katoen, (apen?)staartjes, doppen van verschillende vruchten, toefjes veren, kaakjes van een dier, snaveltjes, stukjes huid. <BR> De kap komt uit een dorp van ongeveer 100 Campa-Indianen aan de Rio Ene in Oost-Peru. Hier woont nogeveer eenderde van alle Campa, een Arawak-sprekende groep. De kap is niet oud en gebruikt door een shamaan voor meerdere rituelen die het hele dorp betreffen en waaraan iedereen deelneemt: feesten ter ere van moeder Aarde of vader Maan, het verdrijven van boze geesten of ziektes die volgens de Campa door boze geesten worden veroorzaakt. Dergelijke ceremoniën gaan de hele nacht door, er wordt tabaksrook geblazen, gebruik gemaakt van wichelroede, men maakt muziek en er worden lange, onverstaanbare teksten uitgesproken, die niet worden uitgelegd aan buitenstaanders. Dit alles o.l.v. de dorpsshamaan. <BR> Tessmann (1930:93) maakt melding van goede (seripiári) en boze tovenaars (matsínti). Alleen mannen kunnen goede tovenaars zijn; mannen en vrouwen boze. Slachtoffers van laatstgenoemden zijn altijd persoonlijke vijanden, die ze treffen met ziekte of zelfs dood. Bij uitoefening van hun functie gaan de shamanen vaak geheel naakt om de communicatie met de geesten te vergemakkelijken.

Shamanenkap voor gebruik tijdens verscheidene rituelen

Dubbelgevouwen bruine, katoenen lap met donkerbruin streepmotief, genaaid tot een kap. Aan beide zijden zijn allerlei voorwerpen genaaid, o.a. zaadjes, strengetjes katoen, (apen?)staartjes, doppen van verschillende vruchten, toefjes veren, kaakjes van een dier, snaveltjes, stukjes huid. <BR> De kap komt uit een dorp van ongeveer 100 Campa-Indianen aan de Rio Ene in Oost-Peru. Hier woont nogeveer eenderde van alle Campa, een Arawak-sprekende groep. De kap is niet oud en gebruikt door een shamaan voor meerdere rituelen die het hele dorp betreffen en waaraan iedereen deelneemt: feesten ter ere van moeder Aarde of vader Maan, het verdrijven van boze geesten of ziektes die volgens de Campa door boze geesten worden veroorzaakt. Dergelijke ceremoniën gaan de hele nacht door, er wordt tabaksrook geblazen, gebruik gemaakt van wichelroede, men maakt muziek en er worden lange, onverstaanbare teksten uitgesproken, die niet worden uitgelegd aan buitenstaanders. Dit alles o.l.v. de dorpsshamaan. <BR> Tessmann (1930:93) maakt melding van goede (seripiári) en boze tovenaars (matsínti). Alleen mannen kunnen goede tovenaars zijn; mannen en vrouwen boze. Slachtoffers van laatstgenoemden zijn altijd persoonlijke vijanden, die ze treffen met ziekte of zelfs dood. Bij uitoefening van hun functie gaan de shamanen vaak geheel naakt om de communicatie met de geesten te vergemakkelijken.