Zetel met rugleuning. De zitting is overtrokken met de huid van een dier (vermoedelijk antilopenhuid, volgens informatie legator).<BR> Het middenstuk is versierd met houtsnijwerk: geometrische figuren, driehoeken, gaten en in het midden een verhoudingsgewijs groot beeld van een man met baard. Deze figuur heeft een zeer groot kapsel, een puntig gezicht met vooruitstekende baard, een opvallend grote lendedoek, en korte, kromme benen. Zijn rechterhand rust op zijn hals, de linker ligt gebogen over zijn buik.<BR> De afgebeelde figuur is een Chihongo-maskerdanser, symbool van koninklijke welvaart en macht (Jordán, 1998: fig.18).<BR> <BR> Deze zetel werd - gezien zijn formaat - waarschijnlijk gebruikt als symbool van de koning en aan de arm gedragen (volgens informatie legator). Ook in literatuur staan voorbeelden van dergelijke kleine stoelen, die meegenomen werden als de koning zijn rondes door het dorp deed of naar de markt ging (Bocola, 1995:185). <BR>