Deur met voorstelling van de fluitspelende Krishna en medaillons rondom

Deur met Krishna taferelen.<BR> Mogelijk bedoeld voor een huisschrijn.<BR> Puri, uit welke omgeving deze deur komt, is vermaard om de Jagannatha tempel. Jagannath(a) is een epitheton van Krishna.<BR> Krishna is een avatar, incarnatie, van de hindoegod Vishnu.<BR> <BR> In het midden zijn, leunend tegen een koe, de goddelijke koeherder Krishna en een gopi, herderin, afgebeeld. Krishna's favoriete gopi was Radha. Rondom 28 medaillons met belangrijke episodes uit het leven van Krishna. Langs de rand staan zwarte paarden en witte olifanten, koninklijke symbolen en tekenen van voorspoed. <BR> De hindoe drieëenheid bestaat uit Brahma, Shiva en Vishnu, respectievelijk de vertegenwoordigers van de scheppende, vernietigende en behoudende krachten. Vishnu's behoudende en herstellende kracht blijkt vooral uit zijn incarnaties, 'avatars'. Krishna is zijn 8e avatar.<BR> De medaillons bevatten kloksgewijs:<BR> 1. Vishnu op de wereldslang Ananta, vereerd door Brahma. <BR> 2. De moeder van Krishna is Devaki, de vader Vasudeva. Kamsa, broer van Devaki, stootte hun vader Ugrasena van zijn troon van Mathura, stad aan de heilige rivier Yamuna. Toen Kamsa Devaki en Vasudeva naar hun bruiloftsplek reed, werd hem voorspeld dat hij zou sterven door de achtste zoon van zijn zus. Om dit te voorkomen,<BR> 3. liet hij het echtpaar tijdens gevangen zetten. De baby's die uit de verbintenis voorkwamen werden gedood. Toen Devaki voor de achtste keer beviel zag Vasudeva echter kans om, m.b.v. de goden, Krishna te ontvoeren uit de gevangenis.<BR> 6. Hij bracht hem in een mand over de Yamuna naar het herdersechtpaar <BR> 7. Yashoda en Nanda en verruilde hem met hun dochter, die hij bij Devaki legde. Kamsa die babygehuil hoorde, wilde de baby doden door deze tegen een steen te gooien. De baby ontsnapte echter in de lucht, en riep dat Kamsa de verkeerde baby had en dat het kind dat hem zou<BR> 8. vernietigen in goede gezondheid verkeerde.<BR> 9. Krishna werd samen met zijn broer Balarama opgevoed.<BR> 10. Kamsa stuurde de demon Putana met giftige melk op Krishna af, maar deze zoog haar dood.<BR> 11. Trinavarta probeerde Krishna te ontvoeren, maar werd gedood.<BR> 12. Als kleuter werd Krishna door zijn moeder vastgebonden aan een grote houten vijzel, voor het stelen van boter. Toen hij met deze ballast tussen twee bomen door kroop, ontwortelde hij beide. Het bleken betoverde prinsen te zijn.<BR> De volgende serie medaillons, tonen Krishna in gevecht met verschillende demonen: een krokodilachtig monster (14), de kraanvogel Bakasura (15), een koe (16), Krishna grijpt een demon bij de haren (17), doodt paard-demon Keshin (18). Balarama doodt demon Pralambasura (19). Op 20 houdt Krishna de berg Govardhana omhoog ter bescherming tegen de stortregens van de toornige god Indra.<BR> 21. Krishna speelt op zijn fluit.<BR> 22. Krishna onderwerpt de slang Kaliya, die de rivier Kalindi vergiftigt.<BR> 23. Akrura nodigt op bevel van Kamsa Krishna uit voor een worstelwedstrijd in Mathura. Hij ment de wagen terwijl de gopi's de kar proberen tegen te houden.<BR> 24. In Mathura doodt Krishna de wasman, dienaar van Kamsa, die hem weigert schone kleren te geven.<BR> 25. Sudama een bloemist, herkent de ware natuur van Krishna en Balarama, en geeft hen fraaie bloemen.<BR> 26. Trivakra, een beeldschoon meisje, echter misvormd door een bochel, besmeert hen rijkelijk met zalf. Uit dank doet Krishna haar bochel verdwijnen.<BR> 27. Wanneer ze zich naar de arena begeven trachten de olifant Kuvalayapida en zijn berijder hen te doden.<BR> 28. Nadat Krishna en Balarama deze en andere worstelaars Chanura en Mushtika verslagen hebben, doodt Krishna Kamsa.<BR> <BR> <BR> <BR> In Puri en omgeving leven vele chitrakars, schilders, die al generaties lang religieuze taferelen schilderen.

Deur met voorstelling van de fluitspelende Krishna en medaillons rondom

Deur met Krishna taferelen.<BR> Mogelijk bedoeld voor een huisschrijn.<BR> Puri, uit welke omgeving deze deur komt, is vermaard om de Jagannatha tempel. Jagannath(a) is een epitheton van Krishna.<BR> Krishna is een avatar, incarnatie, van de hindoegod Vishnu.<BR> <BR> In het midden zijn, leunend tegen een koe, de goddelijke koeherder Krishna en een gopi, herderin, afgebeeld. Krishna's favoriete gopi was Radha. Rondom 28 medaillons met belangrijke episodes uit het leven van Krishna. Langs de rand staan zwarte paarden en witte olifanten, koninklijke symbolen en tekenen van voorspoed. <BR> De hindoe drieëenheid bestaat uit Brahma, Shiva en Vishnu, respectievelijk de vertegenwoordigers van de scheppende, vernietigende en behoudende krachten. Vishnu's behoudende en herstellende kracht blijkt vooral uit zijn incarnaties, 'avatars'. Krishna is zijn 8e avatar.<BR> De medaillons bevatten kloksgewijs:<BR> 1. Vishnu op de wereldslang Ananta, vereerd door Brahma. <BR> 2. De moeder van Krishna is Devaki, de vader Vasudeva. Kamsa, broer van Devaki, stootte hun vader Ugrasena van zijn troon van Mathura, stad aan de heilige rivier Yamuna. Toen Kamsa Devaki en Vasudeva naar hun bruiloftsplek reed, werd hem voorspeld dat hij zou sterven door de achtste zoon van zijn zus. Om dit te voorkomen,<BR> 3. liet hij het echtpaar tijdens gevangen zetten. De baby's die uit de verbintenis voorkwamen werden gedood. Toen Devaki voor de achtste keer beviel zag Vasudeva echter kans om, m.b.v. de goden, Krishna te ontvoeren uit de gevangenis.<BR> 6. Hij bracht hem in een mand over de Yamuna naar het herdersechtpaar <BR> 7. Yashoda en Nanda en verruilde hem met hun dochter, die hij bij Devaki legde. Kamsa die babygehuil hoorde, wilde de baby doden door deze tegen een steen te gooien. De baby ontsnapte echter in de lucht, en riep dat Kamsa de verkeerde baby had en dat het kind dat hem zou<BR> 8. vernietigen in goede gezondheid verkeerde.<BR> 9. Krishna werd samen met zijn broer Balarama opgevoed.<BR> 10. Kamsa stuurde de demon Putana met giftige melk op Krishna af, maar deze zoog haar dood.<BR> 11. Trinavarta probeerde Krishna te ontvoeren, maar werd gedood.<BR> 12. Als kleuter werd Krishna door zijn moeder vastgebonden aan een grote houten vijzel, voor het stelen van boter. Toen hij met deze ballast tussen twee bomen door kroop, ontwortelde hij beide. Het bleken betoverde prinsen te zijn.<BR> De volgende serie medaillons, tonen Krishna in gevecht met verschillende demonen: een krokodilachtig monster (14), de kraanvogel Bakasura (15), een koe (16), Krishna grijpt een demon bij de haren (17), doodt paard-demon Keshin (18). Balarama doodt demon Pralambasura (19). Op 20 houdt Krishna de berg Govardhana omhoog ter bescherming tegen de stortregens van de toornige god Indra.<BR> 21. Krishna speelt op zijn fluit.<BR> 22. Krishna onderwerpt de slang Kaliya, die de rivier Kalindi vergiftigt.<BR> 23. Akrura nodigt op bevel van Kamsa Krishna uit voor een worstelwedstrijd in Mathura. Hij ment de wagen terwijl de gopi's de kar proberen tegen te houden.<BR> 24. In Mathura doodt Krishna de wasman, dienaar van Kamsa, die hem weigert schone kleren te geven.<BR> 25. Sudama een bloemist, herkent de ware natuur van Krishna en Balarama, en geeft hen fraaie bloemen.<BR> 26. Trivakra, een beeldschoon meisje, echter misvormd door een bochel, besmeert hen rijkelijk met zalf. Uit dank doet Krishna haar bochel verdwijnen.<BR> 27. Wanneer ze zich naar de arena begeven trachten de olifant Kuvalayapida en zijn berijder hen te doden.<BR> 28. Nadat Krishna en Balarama deze en andere worstelaars Chanura en Mushtika verslagen hebben, doodt Krishna Kamsa.<BR> <BR> <BR> <BR> In Puri en omgeving leven vele chitrakars, schilders, die al generaties lang religieuze taferelen schilderen.