Gipsen beeldje van de heilige Damiaan en Cosmas met Doum, vereerd in de Afro-Braziliaanse umbanda religie

Een veelhoekig voetstuk met daarop twee jongensfiguren in middeleeuwse kledij, die de rooms-katholieke heiligen Cosmas en Damiaan voorstellen in gezelschap van de Afrikaanse Doum. Het beeldje wordt op een altaar geplaatst in een tempel of huis ter verering. Cosmas en Damiaan (Cosme en Damiâo) zijn kindergeesten uit de Afro-Braziliaanse religie umbanda en daar geliëerd aan de Afrikaanse tweelingod Ibêje. De derde, kleinere figuur Doum is volgens de Yoruba mythologie het speelkameraadje van deze tweelinggod. Vaak worden de heiligen - als kinderen, niet als volwassenen - uitgebeeld samen met Doum in plaats van de gebruikelijke lessenaar (Figge, 1973: 41). <BR> <BR> Volgens de R.K. hagiografie waren de eerste twee beide doktoren, die beroemd waren om hun charitatieve werk en de marteldood stierven in het nabije Oosten in 287 of 303 A.D. (Leacock, 1972:128). Hun verering heeft zich in de eeuwen daarna over Europa verspreid, vooral in Italië en Portugal, en vandaar dus ook in Brazilië. De oudste kerk in dit land, vermoedelijk in 1535 gesticht, staat in Igaraçu, niet ver van Recife, en is aan de heilige Cosmas en Damiaan gewijd. Ze zijn de patroonheiligen van artsen en apothekers en bieden bescherming tegen ziekte en ongeluk. <BR> <BR> Hun feestdag, die niet alleen in de cultuscentra gehouden wordt maar nagenoeg in heel Brazilië, vat op 27 september. Deze dag is gewijd aan de kinderen, aan wie snoep en speelgoed wordt uitgedeeld (zie Leacock, 1972:303). 's Ochtends wordt een mis opgedragen ter ere van de H. Cosmas en Damiaan. Het belangrijkste onderdeel van het feest echter is de uitgebreide maaltijd 'caruru', welke uit devotie of dankbaarheid voor een verkregen gunst wordt gegeven. Het huis, waarin deze maaltijd plaatsvindt, is feestelijk versierd evenals het altaar gewijd aan de tweelingheiligen. <BR> Het hoofdbestanddeel van de 'caruru' vormt het gelijknamige eenpansgerecht bestaande uit quiabo's (Braziliaanse vrucht: okra), garnalen, kastanjes, pinda's en dendê-olie. De kinderen (meestal zeven in getal en ongeveer zeven jaar oud) mogen als eersten beginnen, daarna pas de volwassenen. Ook aan de heiligen zelf wordt wat van het voedsel aangeboden op twee kleine aardewerken bordjes, met wat drinkwater in kruikjes. <BR> In het Braziliaanse volksgeloof worden de heilge Cosmas en Damiaan ook vaak vermengd met de heilige Crispijn en Ciprianus, wier feestdag op 25 oktober wordt gevierd, zij het minder uitbundig. <BR> In Brazilië worden overigens aan tweelingen bijzondere krachten toegekend en hoewel zij niet vaak hetzelfde worden gekleed, krijgen ze wel op elkaar gelijkende namen.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> In een fabriek of atelier met behulp van een mal vervaardigd.

Gipsen beeldje van de heilige Damiaan en Cosmas met Doum, vereerd in de Afro-Braziliaanse umbanda religie

Een veelhoekig voetstuk met daarop twee jongensfiguren in middeleeuwse kledij, die de rooms-katholieke heiligen Cosmas en Damiaan voorstellen in gezelschap van de Afrikaanse Doum. Het beeldje wordt op een altaar geplaatst in een tempel of huis ter verering. Cosmas en Damiaan (Cosme en Damiâo) zijn kindergeesten uit de Afro-Braziliaanse religie umbanda en daar geliëerd aan de Afrikaanse tweelingod Ibêje. De derde, kleinere figuur Doum is volgens de Yoruba mythologie het speelkameraadje van deze tweelinggod. Vaak worden de heiligen - als kinderen, niet als volwassenen - uitgebeeld samen met Doum in plaats van de gebruikelijke lessenaar (Figge, 1973: 41). <BR> <BR> Volgens de R.K. hagiografie waren de eerste twee beide doktoren, die beroemd waren om hun charitatieve werk en de marteldood stierven in het nabije Oosten in 287 of 303 A.D. (Leacock, 1972:128). Hun verering heeft zich in de eeuwen daarna over Europa verspreid, vooral in Italië en Portugal, en vandaar dus ook in Brazilië. De oudste kerk in dit land, vermoedelijk in 1535 gesticht, staat in Igaraçu, niet ver van Recife, en is aan de heilige Cosmas en Damiaan gewijd. Ze zijn de patroonheiligen van artsen en apothekers en bieden bescherming tegen ziekte en ongeluk. <BR> <BR> Hun feestdag, die niet alleen in de cultuscentra gehouden wordt maar nagenoeg in heel Brazilië, vat op 27 september. Deze dag is gewijd aan de kinderen, aan wie snoep en speelgoed wordt uitgedeeld (zie Leacock, 1972:303). 's Ochtends wordt een mis opgedragen ter ere van de H. Cosmas en Damiaan. Het belangrijkste onderdeel van het feest echter is de uitgebreide maaltijd 'caruru', welke uit devotie of dankbaarheid voor een verkregen gunst wordt gegeven. Het huis, waarin deze maaltijd plaatsvindt, is feestelijk versierd evenals het altaar gewijd aan de tweelingheiligen. <BR> Het hoofdbestanddeel van de 'caruru' vormt het gelijknamige eenpansgerecht bestaande uit quiabo's (Braziliaanse vrucht: okra), garnalen, kastanjes, pinda's en dendê-olie. De kinderen (meestal zeven in getal en ongeveer zeven jaar oud) mogen als eersten beginnen, daarna pas de volwassenen. Ook aan de heiligen zelf wordt wat van het voedsel aangeboden op twee kleine aardewerken bordjes, met wat drinkwater in kruikjes. <BR> In het Braziliaanse volksgeloof worden de heilge Cosmas en Damiaan ook vaak vermengd met de heilige Crispijn en Ciprianus, wier feestdag op 25 oktober wordt gevierd, zij het minder uitbundig. <BR> In Brazilië worden overigens aan tweelingen bijzondere krachten toegekend en hoewel zij niet vaak hetzelfde worden gekleed, krijgen ze wel op elkaar gelijkende namen.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> In een fabriek of atelier met behulp van een mal vervaardigd.