Go ; Koh

De lange mannenjas met motieven in zijde in lange banen verticaal op de schering, de go of koh, behoort tot de belangrijkste dracht van de meeste Bhutanese mannen. Het is een eeuwenoude dracht. De wikkeljas wordt met een ceintuur bijeengehouden, waardoor een grote draagbuidel ontstaat waarin vroeger verschillende voorwerpen gedragen werden (kopjes, beteldozen en een dolk). De go wordt gedragen met een wit hemd of t-shirt eronder, waarbij de manchetten over de mouwen van de go worden omgeslagen. Vrouwen dragen een wikkeljurk, kira, meestal met strepen over de breedte. <BR> <BR> In 1989 werden go en kira als nationaal kostuum uitgeroepen, dat in het openbaar bij speciale gelegenheden gedragen moet worden als uiting van de Bhutanese identiteit (Myers en Bean, 1994:17). Patronen uit Oost-Bhutan, gevormd door supplementaire scheringdraden (aikapur), werden daardoor tot nationale symbolen verkozen. Hierbij werden etnische en regionale verschillen tussen groepen over het hoofd gezien, en vinden goedkope importexemplaren uit India hun weg naar Bhutan, hoewel de handgeweven doeken nog steeds de voorkeur hebben. De motieven tussen de aikapur zouden een laat 19de eeuwse vernieuwing kunnen zijn geweest (id., 120). <BR> <BR> Textiel is in Bhutan de principiele kunstvorm, produkt van individuele creativiteit en overgedragen vaardigheden o.g.v. vezelbewerking, verven, weven, knippen, en borduren. Textiel behoort tot de voornaamste geschenken bij belangrijke gebeurtenissen, zoals promoties, vaarwels en huwelijken. ze moeten dan altijd in oneven getallen geschonken worden en reflecteren de verhouding tussen gever en ontvanger (id.71). Zo bewaren textielen als geschenken het sociale evenwicht en onderhouden ze vriendschappelijke relaties. Textiel is ook een vorm van welvaart. Alle vormen bevatten het sociale leven van Bhutan, van dagelijkse kleding, tot ceremoniele doeken, en worden zorgvuldig bewaard als bezittingen van het huis/ de familie. <BR> Daarnaast is textiel een drager voor religieuze symboliek. <BR> <BR> Ook in Bhutan vervingen snelle en goedkope materialen de oorspronkelijke. Chemische kleurstoffen hebben zowat alle natuurlijke verdrongen. De mode verandert, zoals overal, razendsnel, waarbij de koninklijke familie de trendsetters zijn (id. 18).<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Vrouwen weven, mannen snijden, naaien, en borduren, en zijn kleermakers.<BR> de go bestaat uit drie panelen (bjang), soms een kleinere vierde. Bij warm weer draagt een man losse katoenen shorts of westerse stijl onderkleding. Bij koud weer halfstrakke broeken, of lange onderbroeken. WEsterse stijl broeken worden ook gedragen, maar dit is niet gepast (Myers and Bean, 1994: 119).

Go ; Koh

De lange mannenjas met motieven in zijde in lange banen verticaal op de schering, de go of koh, behoort tot de belangrijkste dracht van de meeste Bhutanese mannen. Het is een eeuwenoude dracht. De wikkeljas wordt met een ceintuur bijeengehouden, waardoor een grote draagbuidel ontstaat waarin vroeger verschillende voorwerpen gedragen werden (kopjes, beteldozen en een dolk). De go wordt gedragen met een wit hemd of t-shirt eronder, waarbij de manchetten over de mouwen van de go worden omgeslagen. Vrouwen dragen een wikkeljurk, kira, meestal met strepen over de breedte. <BR> <BR> In 1989 werden go en kira als nationaal kostuum uitgeroepen, dat in het openbaar bij speciale gelegenheden gedragen moet worden als uiting van de Bhutanese identiteit (Myers en Bean, 1994:17). Patronen uit Oost-Bhutan, gevormd door supplementaire scheringdraden (aikapur), werden daardoor tot nationale symbolen verkozen. Hierbij werden etnische en regionale verschillen tussen groepen over het hoofd gezien, en vinden goedkope importexemplaren uit India hun weg naar Bhutan, hoewel de handgeweven doeken nog steeds de voorkeur hebben. De motieven tussen de aikapur zouden een laat 19de eeuwse vernieuwing kunnen zijn geweest (id., 120). <BR> <BR> Textiel is in Bhutan de principiele kunstvorm, produkt van individuele creativiteit en overgedragen vaardigheden o.g.v. vezelbewerking, verven, weven, knippen, en borduren. Textiel behoort tot de voornaamste geschenken bij belangrijke gebeurtenissen, zoals promoties, vaarwels en huwelijken. ze moeten dan altijd in oneven getallen geschonken worden en reflecteren de verhouding tussen gever en ontvanger (id.71). Zo bewaren textielen als geschenken het sociale evenwicht en onderhouden ze vriendschappelijke relaties. Textiel is ook een vorm van welvaart. Alle vormen bevatten het sociale leven van Bhutan, van dagelijkse kleding, tot ceremoniele doeken, en worden zorgvuldig bewaard als bezittingen van het huis/ de familie. <BR> Daarnaast is textiel een drager voor religieuze symboliek. <BR> <BR> Ook in Bhutan vervingen snelle en goedkope materialen de oorspronkelijke. Chemische kleurstoffen hebben zowat alle natuurlijke verdrongen. De mode verandert, zoals overal, razendsnel, waarbij de koninklijke familie de trendsetters zijn (id. 18).<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Vrouwen weven, mannen snijden, naaien, en borduren, en zijn kleermakers.<BR> de go bestaat uit drie panelen (bjang), soms een kleinere vierde. Bij warm weer draagt een man losse katoenen shorts of westerse stijl onderkleding. Bij koud weer halfstrakke broeken, of lange onderbroeken. WEsterse stijl broeken worden ook gedragen, maar dit is niet gepast (Myers and Bean, 1994: 119).