Een kuras uit Bituwang, Midden-Sulawesi, met (afgesleten) bont aan de bovenkant op de rugzijde en schelpen, vermoedelijk van een oestersoort, die veelvuldig aan de kust gevonden wordt. De schelpen zijn vastgezet met een kleine hoornen pin op het pantser. Op de schelp is een kleiner rond gekarteld hoornen plaatje als extra versiering vastgezet. Dergelijke versierde schelpen komen ook voor op de hoofddeksels uit deze streek. Het is niet bekend of de schelpen echt een verdedigingsfunctie hebben, of dat het decoratie van dit kuras is. <BR> Deze kuras is in de periode 1912 - 1916 door Ir. H. Wolvekamp verworven en in 1917 in bruikleen aan het Koloniaal Museum in oprichting gegeven. Later is het door zijn dochter aan het museum geschonken. Bij de schenking waren ook een aantal foto's, waarop een man uit Bituang te zien is die deze kuras draagt. Op oude foto's van de opstellingen van het Koloniaal Museum (1926 - 1945) is te zien dat een mannequin deze kuras draagt, maar omgekeerd, dus met het open deel naar achteren en het dichte deel, met het afgesleten stuk bont, naar voren. Ook draagt de mannequin een ander hoofddeksel, dan de man op de foto. Het is een voorbeeld van hoe ingrepen van museummedewerkers andere combinaties van het gebruik van voorwerpen opleverden.