Terracotta votiefbeeld van een vrouwenfiguur

<BR> Dergelijke beeldjes worden door specifieke plattelandsculturen, die niet een van de grotere religies van India aanhangen, gebruikt bij het uitvoeren van hun rituelen. Deze tribalen leven doorgaans van de landbouw of veeteelt en staan buiten het kastenstelsel. Ze vereren hoofdzakelijk voorouders en lokale godheden.<BR> In de deelstaat Gujarat is een groot percentage van de bevolking onderdeel van dergelijke groepen. De Bhil vormen hiervan de grootste groep. De terracotta votieffiguren worden door de Bhil gebruikt in hun heiligdommen, die zich veelal op afgelegen plekken bevinden. Het heiligdom kent geen tempels of cultusbeelden, maar is louter een sacrale plek in de natuur. Elk dorp heeft een replica van dit godenverblijf, mocht men niet in staat zijn naar het echte heiligdom te kunnen gaan. De god wordt om gunsten of zegens gevraagd voor een groot aantal aangelegenheden, zoals vruchtbaarheid en de verschillende stadia van de groei van gewassen, voor de gezondheid van een individu of een grotere groep, om gestolen bezit terug te krijgen etc. Bij het heiligdom wordt voor deze zaken aan verschillende godheden geofferd.<BR> Votiefbeelden gelden als offers en worden individueel of collectief ingewijd en geofferd bij het heiligdom. Ze kunnen van alles voorstellen zoals dieren, ook schadelijke insecten, maar ook geestenhuisjes, beeldjes van Ganesha, verwijderaar van obstakels, en mensfiguren of onderdelen van mensfiguren zoals handen, benen en voeten.<BR> Samen met de beeldjes worden andere offers gebracht, zoals kippen, rijst, drank en kokosnoten. Bij belangrijke en grote offers worden anderen uitgenodigd. In processie lopen de dorpelingen met hun hoofd, priester, trommelaar en fluitspeler naar het huis van de pottenbakker waar ze de terracotta's ophalen. <BR> Bij het offeren in het heiligdom krijgt elk beeldje een rode stip; lampen worden ontstoken en vlaggen gezwaaid. Dieren worden geofferd waarvan het vlees later gegeten wordt door de aanwezigen. De lever wordt aan de god geofferd. Muziek en dans volgenl de priester raakt in trance. Uiteindelijk strooit een man vanuit een boom rijst over de aanwezigen (Fischer, 1972:16, pl. 1-17; 36-99).<BR> De pottenbakkers die de votiefgeschenken makenzijn hindoes en behoren tot een eigen groep binnen de pottenbakkerskaste, de kumbhar. Deze behoren tot de laagste hindoe-kaste, de Sudra, maar worden als nog lager gezien omdat ze het financieel slechter hebben. <BR>

Terracotta votiefbeeld van een vrouwenfiguur

<BR> Dergelijke beeldjes worden door specifieke plattelandsculturen, die niet een van de grotere religies van India aanhangen, gebruikt bij het uitvoeren van hun rituelen. Deze tribalen leven doorgaans van de landbouw of veeteelt en staan buiten het kastenstelsel. Ze vereren hoofdzakelijk voorouders en lokale godheden.<BR> In de deelstaat Gujarat is een groot percentage van de bevolking onderdeel van dergelijke groepen. De Bhil vormen hiervan de grootste groep. De terracotta votieffiguren worden door de Bhil gebruikt in hun heiligdommen, die zich veelal op afgelegen plekken bevinden. Het heiligdom kent geen tempels of cultusbeelden, maar is louter een sacrale plek in de natuur. Elk dorp heeft een replica van dit godenverblijf, mocht men niet in staat zijn naar het echte heiligdom te kunnen gaan. De god wordt om gunsten of zegens gevraagd voor een groot aantal aangelegenheden, zoals vruchtbaarheid en de verschillende stadia van de groei van gewassen, voor de gezondheid van een individu of een grotere groep, om gestolen bezit terug te krijgen etc. Bij het heiligdom wordt voor deze zaken aan verschillende godheden geofferd.<BR> Votiefbeelden gelden als offers en worden individueel of collectief ingewijd en geofferd bij het heiligdom. Ze kunnen van alles voorstellen zoals dieren, ook schadelijke insecten, maar ook geestenhuisjes, beeldjes van Ganesha, verwijderaar van obstakels, en mensfiguren of onderdelen van mensfiguren zoals handen, benen en voeten.<BR> Samen met de beeldjes worden andere offers gebracht, zoals kippen, rijst, drank en kokosnoten. Bij belangrijke en grote offers worden anderen uitgenodigd. In processie lopen de dorpelingen met hun hoofd, priester, trommelaar en fluitspeler naar het huis van de pottenbakker waar ze de terracotta's ophalen. <BR> Bij het offeren in het heiligdom krijgt elk beeldje een rode stip; lampen worden ontstoken en vlaggen gezwaaid. Dieren worden geofferd waarvan het vlees later gegeten wordt door de aanwezigen. De lever wordt aan de god geofferd. Muziek en dans volgenl de priester raakt in trance. Uiteindelijk strooit een man vanuit een boom rijst over de aanwezigen (Fischer, 1972:16, pl. 1-17; 36-99).<BR> De pottenbakkers die de votiefgeschenken makenzijn hindoes en behoren tot een eigen groep binnen de pottenbakkerskaste, de kumbhar. Deze behoren tot de laagste hindoe-kaste, de Sudra, maar worden als nog lager gezien omdat ze het financieel slechter hebben. <BR>