Wajangpop van karbouwenhuid, voorstellende 'Politie 1940' met bijbehorende toorts

Dit is een politieagent uit 1940. het uiterlijk doet vermoeden dat dit een Indonesische man is. Hij is in dat jaar in ieder geval nog bij de koloniale politie, de zogenaamde veldpolitie. In 1946 onstaat de Indonesische politie, in 1966 onderdeel worden van het leger. Pas in 1999 zijn politie en leger weer gescheiden. <BR> De agent draagt een gele pet, een geel uniform jasje, een bruine korte broek en schoenen. Aan zijn riem hangt een veldfles en een zwaard. De handstand in die van verfijnde figuren in de traditionele wajang. De gapit (de centrale stok) en de twee speelstokjes zijn van hoorn, een duurder, dus deftiger materiaal. Bij de oorspronkelijke wayang suluh zullen de stokjes waarschijnlijk van hout of bamboe zijn geweest.<BR> <BR> <BR> Wayang Suluh of Wayang Perjuangan <BR> Deze set poppen is in 1979 gekocht bij Suprapto Amisutijo in Yogyakarta en waarschijnlijk gebaseerd op de originele sets uit de periode 1946 - 1949. In Nederland wordt deze set vaak aangeduid met of Wayang Revolusi, maar dat is niet de naam die in Indonesië algemeen gebruikelijk was. Daar werd dit spel de Wayang Suluh genoemd en soms de Wayang Perjuangan (de wajang van de strijd). Suluh betekent toorts of fakkel, dus het licht in de strijd. Deze wajang werd gebruikt om de jongeren voor te lichten. Een van de eerste keren dat het werd gespeeld was tijdens het jeugdcongres in Madiun. <BR> De Wayang Suluh is een wajangvorm die zich ontwikkeld heeft tijdens de strijd van de Indonesiërs voor de erkenning van de soevereiniteit in de periode 1945 – 1949. <BR> Tijdens de periode 1945 – 1949 probeerde het Indonesische Ministerie van Informatie de (leger) troepen en de bevolking te bereiken. Een van de manieren was propaganda via theater groepen, die propaganda stukken speelden. De verspreiding van informatie via de reguliere massa media kanalen was meestal niet mogelijk. De pers, radio en film was in handen van de Nederlanders. Daarom werd o.a. de wajang ingezet om de boodschap van de regering te verspreiden. <BR> Zo ontstond de wayang suluh (suluh betekent fakkel). De poppen waren als die van de wayang kulit, maar ze verbeeldden figuren uit die tijd: Soekarno, Hatta, soldaten, Nederlanders en boeren. Hun uiterlijk was realistisch. <BR> De verhalen die verteld werden gingen over de nationale leiders en de guerrilla soldaten die streden voor hun vrijheid. <BR> Het waren korte stukken, omdat de guerrilla’s weinig tijd hadden en het spel moest snel opgebroken kunnen worden. Het wajangspel was makkelijk te vervoeren en viel niet op. De verhalen waren simpel en makkelijk te begrijpen en de taal was niet Javaans maar Indonesisch, de nieuwe nationale taal. <BR> In 1949, na de erkenning van de soevereiniteit door de Nederlanders, hield het spel op te bestaan. Het had zijn nut verloren en door de nieuwe en propagandistische vorm toch al niet erg populair. De poppen waren immers eenvoudig en ruw, de verhalen simpel, en niemand wilde nog betalen om het stuk te zien. Het ministerie hield de vorm nog enige tijd in stand.<BR> <BR> <BR> James R. Brandon: Theatre in Southeast Asia, 1967 p. 287<BR> Khoon Choy Lee, A Fragile Nation, p. 74<BR> Walter Kraus, Wayang Indonesia, the fantastic world of Indonesian puppet theatre; Konstanz, Stadler Verlagsgesellschaft, 2007 p. 109 & 111<BR> <BR> <BR>

Wajangpop van karbouwenhuid, voorstellende 'Politie 1940' met bijbehorende toorts

Dit is een politieagent uit 1940. het uiterlijk doet vermoeden dat dit een Indonesische man is. Hij is in dat jaar in ieder geval nog bij de koloniale politie, de zogenaamde veldpolitie. In 1946 onstaat de Indonesische politie, in 1966 onderdeel worden van het leger. Pas in 1999 zijn politie en leger weer gescheiden. <BR> De agent draagt een gele pet, een geel uniform jasje, een bruine korte broek en schoenen. Aan zijn riem hangt een veldfles en een zwaard. De handstand in die van verfijnde figuren in de traditionele wajang. De gapit (de centrale stok) en de twee speelstokjes zijn van hoorn, een duurder, dus deftiger materiaal. Bij de oorspronkelijke wayang suluh zullen de stokjes waarschijnlijk van hout of bamboe zijn geweest.<BR> <BR> <BR> Wayang Suluh of Wayang Perjuangan <BR> Deze set poppen is in 1979 gekocht bij Suprapto Amisutijo in Yogyakarta en waarschijnlijk gebaseerd op de originele sets uit de periode 1946 - 1949. In Nederland wordt deze set vaak aangeduid met of Wayang Revolusi, maar dat is niet de naam die in Indonesië algemeen gebruikelijk was. Daar werd dit spel de Wayang Suluh genoemd en soms de Wayang Perjuangan (de wajang van de strijd). Suluh betekent toorts of fakkel, dus het licht in de strijd. Deze wajang werd gebruikt om de jongeren voor te lichten. Een van de eerste keren dat het werd gespeeld was tijdens het jeugdcongres in Madiun. <BR> De Wayang Suluh is een wajangvorm die zich ontwikkeld heeft tijdens de strijd van de Indonesiërs voor de erkenning van de soevereiniteit in de periode 1945 – 1949. <BR> Tijdens de periode 1945 – 1949 probeerde het Indonesische Ministerie van Informatie de (leger) troepen en de bevolking te bereiken. Een van de manieren was propaganda via theater groepen, die propaganda stukken speelden. De verspreiding van informatie via de reguliere massa media kanalen was meestal niet mogelijk. De pers, radio en film was in handen van de Nederlanders. Daarom werd o.a. de wajang ingezet om de boodschap van de regering te verspreiden. <BR> Zo ontstond de wayang suluh (suluh betekent fakkel). De poppen waren als die van de wayang kulit, maar ze verbeeldden figuren uit die tijd: Soekarno, Hatta, soldaten, Nederlanders en boeren. Hun uiterlijk was realistisch. <BR> De verhalen die verteld werden gingen over de nationale leiders en de guerrilla soldaten die streden voor hun vrijheid. <BR> Het waren korte stukken, omdat de guerrilla’s weinig tijd hadden en het spel moest snel opgebroken kunnen worden. Het wajangspel was makkelijk te vervoeren en viel niet op. De verhalen waren simpel en makkelijk te begrijpen en de taal was niet Javaans maar Indonesisch, de nieuwe nationale taal. <BR> In 1949, na de erkenning van de soevereiniteit door de Nederlanders, hield het spel op te bestaan. Het had zijn nut verloren en door de nieuwe en propagandistische vorm toch al niet erg populair. De poppen waren immers eenvoudig en ruw, de verhalen simpel, en niemand wilde nog betalen om het stuk te zien. Het ministerie hield de vorm nog enige tijd in stand.<BR> <BR> <BR> James R. Brandon: Theatre in Southeast Asia, 1967 p. 287<BR> Khoon Choy Lee, A Fragile Nation, p. 74<BR> Walter Kraus, Wayang Indonesia, the fantastic world of Indonesian puppet theatre; Konstanz, Stadler Verlagsgesellschaft, 2007 p. 109 & 111<BR> <BR> <BR>