Hanuman, de generaal van het apenleger dat Rama hielp in diens strijd tegen de demonische Ravana, is een groot vechter. Hier is hij afgebeeld terwijl hij over een gevallen tegenstander snelt met in zijn hand een geneeskrachtige plant die hij uit de Himalaya haalde om de zwaargewonde broer van Rama, Lakshmana, te genezen.<BR> <BR> Bovenaan is een beschermendezeven-koppige slang afgebeeld met aan weerszijden twee kleine pauwen. Tussen de slangenhuif en het hoofd van Hanuman is een kleine dansende Krishna weergegeven.<BR> <BR> Hanuman figureert prominent in het Ramayana epos. het Ramayana in het kort:<BR> Vishnu incarneert als prins Rama met de bedoeling uiteindelijk de demonenkoning Ravana te verslaan. Hij huwt Sita, dochter van koning Janaka. Zjin vader, Dasharatha wil hem tot koning kronen, maar een van zijn vrouwen voorkomt dit en zorgt ervoor dat haar zoon wordt gekroond. Rama wordt verbannen. Met Sita en zijn halfbroer Lakshmana vetrekt Rama naar het woud, waar Sita wordt ontvoerd door de demonenkoning. Beide broers gaan haar zoeken en onderweg helpen ze de apenkoning Sugriva, van wie ze een apenleger onder leiding van Hanuman meekrijgen. De goddelijke aap Hanuman wordt geroemd om zijn wijsheid, trouw en kracht. Hanuman weet Sita te vinden op het eiland Lanka (Sri Lanka) en na een hevige strijd doodt Rama Ravana en wint hij Sita terug.<BR> <BR> Historisch gezien verhaalt het Ramayana over de ontwikkeling van het Arische volk tot een goed bewapend en strijdbaar volk, dat langzaam naar het zuiden beweegt en de volkeren daar overwint. Vanuit mythologisch oogpunt bespreekt het epos heldendom, broedertrouw en echtelijke toewijding.<BR> <BR> Hanuman wordt door vele hindoes vereerd als krachtige beschermer. Evenals Ganesha ruimt hij obstakels uit de weg.<BR>