Angklung

Angklung met toonhoogte 'C'.<BR> De Indonesische angklung is een rammelaar van bamboe, die op verschillende eilanden voorkomt, alsook in Maleisie en Thailand (Sadie, 1984:60). Het instrument heeft twee of drie pijpen, gestemd naar even zovele octaven, die aan de onderzijde zijn afgesloten en waarmee heen en weer geschud moet worden om geluid te krijgen. Uit elke pijp is een segment uitgesneden, waardoor de specifieke toonhoogte ontstaat. <BR> De angklung wordt doorgaans in groepjes van drie of meer bespeeld. Elke speler heeft dan zijn eigen toon. Angklungs vormen onderdeel van traditionele trance-dansen (zoals die met speelgoedpaarden, kuda kepang), samen met een hobo ('tarompet', West-Java, of 'selompret' Centraal- en Oost-Java), drums en gongs.<BR> Tijdens de koloniale overheersing door de Nederlanders werd de angklung verboden. Het werd gezien als een middel tot het versterken van de inheemse saamhorigheid. De populariteit nam vanwege het verbod af, en gauw werd het instrument een soort kinderspeelgoed.<BR> <BR> De angklung kreeg internationaal pas de aandacht toen Daeng Soetigna uit Bandung, West-Java, in 1938 het instrument ging gebruiken in andere notaties dan de traditionele pélog of sléndro schaal. Sindsdien wordt de angkllung ook gebruikt met westerse instrumenten in een orkest. Een van de eerste bekende uitvoeringen van angklung in een orkest was tijdens de bandung conferentie in 1955. In 1966 opende een voormalig student van Soetigna, Ujo Ngalagena, zijn Saung Angklung (Huis van Angklung) als centrum voor zijn ontwikkeling (Wikipedia, 7-4-2009).<BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Uitgeholde bamboestengels worden aan een bamboe frame bevestigd met plantaardige vezels.

Angklung

Angklung met toonhoogte 'C'.<BR> De Indonesische angklung is een rammelaar van bamboe, die op verschillende eilanden voorkomt, alsook in Maleisie en Thailand (Sadie, 1984:60). Het instrument heeft twee of drie pijpen, gestemd naar even zovele octaven, die aan de onderzijde zijn afgesloten en waarmee heen en weer geschud moet worden om geluid te krijgen. Uit elke pijp is een segment uitgesneden, waardoor de specifieke toonhoogte ontstaat. <BR> De angklung wordt doorgaans in groepjes van drie of meer bespeeld. Elke speler heeft dan zijn eigen toon. Angklungs vormen onderdeel van traditionele trance-dansen (zoals die met speelgoedpaarden, kuda kepang), samen met een hobo ('tarompet', West-Java, of 'selompret' Centraal- en Oost-Java), drums en gongs.<BR> Tijdens de koloniale overheersing door de Nederlanders werd de angklung verboden. Het werd gezien als een middel tot het versterken van de inheemse saamhorigheid. De populariteit nam vanwege het verbod af, en gauw werd het instrument een soort kinderspeelgoed.<BR> <BR> De angklung kreeg internationaal pas de aandacht toen Daeng Soetigna uit Bandung, West-Java, in 1938 het instrument ging gebruiken in andere notaties dan de traditionele pélog of sléndro schaal. Sindsdien wordt de angkllung ook gebruikt met westerse instrumenten in een orkest. Een van de eerste bekende uitvoeringen van angklung in een orkest was tijdens de bandung conferentie in 1955. In 1966 opende een voormalig student van Soetigna, Ujo Ngalagena, zijn Saung Angklung (Huis van Angklung) als centrum voor zijn ontwikkeling (Wikipedia, 7-4-2009).<BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Uitgeholde bamboestengels worden aan een bamboe frame bevestigd met plantaardige vezels.