Bidsnoer van 99 kralen, verdeeld in drie secties van respectievelijk 31, 28 en 40 kralen. De klei voor de kralen van dit bidsnoer komt van heilige grond in Karbala. Bij deze stad werd Hussein, de zoon van imam Ali (d. 661) de stichter van de sjiietische stroming binnen de islam, in 680 na Chr. gedood. De aanraking van attributen zoals amuletten en bidstenen die uit deze klei zijn vervaardigd, brengt de zegen (baraka) van de heilige grond van Kerbela over. Om die reden is het mogelijk dat dit bidsnoer ook wel als amulet is gebruikt. Waarschijnlijk wordt dit bidsnoer gebruikt door sjiietische gelovigen.<BR> <BR> Het bidsnoer werd waarschijnlijk vanuit India overgenomen en voor het eerst in de 9e eeuw waargenomen. Vandaag de dag wordt het gebruikt door pelgrims, derwisjen en gelovigen. De meeste bidsnoeren bestaan uit 99 of 33 kralen, maar ook andere aantallen komen voor. De 99 kralen symboliseren de 99 namen van God (al-asma al-husna). Aan het eind van het snoer vindt men een sluitkraal (yad) waaraan soms een kwast is vastgemaakt. De langere bidsnoeren hebben vaak twee grotere peervormige kralen (imam) die het bidsnoer in drie groepjes verdelen. Men bidt met het bidsnoer na de verplichte dagelijkse gebeden. Tegenwoordig kan men in dagelijks leven in het Midden-Oosten vaak mannen en vrouwen zien met bidsnoeren. Het bidsnoer heeft in dit geval de functie van accessoire en statussymbool. <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> De kralen van klei zijn doorgeboord en aan een zijden draad geregen.